Boekrecensie

Titel: Zes maal Rotterdam. De geschiedenis van een reeks fameuze HAL-schepen
Auteur: Bram Oosterwijk

Uitgeverij: Van Soeren & Co
Amsterdam, 1998
ISBN 90 6881 080 4
Pagina's: 464
Prijs: ƒ 95,00

Recensie door drs. J. E. Korteweg - 10 februari 1999

In 125 jaar heetten zes schepen ”Rotterdam”

Een krakend schot
in het toilet

In de besloten wereld van het cruiseschip wordt steeds meer rekening gehouden met het milieu. De Carnival Cruise Line, waartoe de Holland-Amerika Lijn sinds 1988 behoort, liet daarom in 1994 het kleiduivenschieten verbieden: de loden kogeltjes vervuilden het zeewater. Ook het golfen aan boord werd afgeschaft, omdat er zo veel balletjes overboord werden geslagen.

Een aardig detail uit ”Rotterdam”, een boek van Bram Oosterwijk over zes passagiers-/cruiseschepen met de naam ”Rotterdam” in 125 jaar. Inderdaad een periode die de moeite waard is om te beschrijven. Het is een uitgave geworden van 464 pagina's met ruim achthonderd foto's, waarvan meer dan tweehonderd in kleur! Als de schrijver het dan volhoudt om de aandacht van de lezer tot het eind toe vast te houden, mag er sprake zijn van een indrukwekkende prestatie.

Niet alleen de verzorgde en aantrekkelijke lay-out, maar ook de prettige schrijfstijl van maritiem journalist Bram Oosterwijk dragen bij aan heel wat uurtjes kijk- en leesgenot. De Holland-Amerika Lijn (HAL, toen nog Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij geheten) liet in 1872 het eerste passagiersschip met de naam ”Rotterdam” bouwen. Het schip was hoofdzakelijk bestemd voor het vervoer van landverhuizers naar de Verenigde Staten. Ook was er een aantal hutten voor zogenaamde ”kajuitpassagiers” aan boord, later eerste klas genoemd.

Blanke Amerikanen
Een van de zaken die door het gehele boek heen terugkomen, is de grote aandacht voor kwaliteit op de HAL-schepen. In 1892 was het op de tweede ”Rotterdam” nog wel mogelijk dat de bagage zoek raakte of vermengd werd met de bagage van andere klassen (pag. 85). In 1899 echter voer de directeur op de derde ”Rotterdam” mee als zeer kritische passagier, om op die manier de kwaliteit aan boord aan een onderzoek te onderwerpen. Hij maakte in zijn rapport zowel melding van een krakend schot in het toilet als van „enkele rare elementen” onder het bedienend personeel (pag. 129).

In 1914 begon de HAL met het geregeld aanbieden van cruises naar de Middellandse Zee. De meeste aandacht in het boek is aan de cruisevaart gewijd, niet het minst omdat de laatste drie schepen met de naam ”Rotterdam” juist hieraan hun internationale bekendheid hadden te danken. De deelnemers van deze cruises bestonden lange tijd voornamelijk uit blanke Amerikanen, de rederij accepteerde in het begin geen „gekleurde mensen” als passagier (pag. 175).

Zeekasteel
Met name de vijfde ”Rotterdam” was een speciaal voor de cruisevaart geschikt zeekasteel. De inrichting was zeer luxueus en doordacht. Zo was het centrale trappenhuis ontworpen volgens een ingenieus systeem dat in het Franse kasteel Chambord zijn oorsprong had. Het ging om zogenaamde ”schaartrappen”, die de passagiers van beide klassen gescheiden hielden (pag. 296). Er waren ook veel kunstwerken in het interieur verwerkt. Niet voor niets maakten in het 38-jarige HAL-bestaan van de vijfde ”Rotterdam” veel staatshoofden en andere beroemdheden een reisje met het schip.

In 1969 werd de HAL-vloot voor 78 procent voor cruises ingezet en was nog slechts 22 procent van de scheepsruimte bestemd voor de transatlantische vracht- en passagiersvaart.

16.000 flessen champagne
De verzorging aan boord van de ”Rotterdam V” werd door de passagiers geroemd. In 1970 maakte het schip bijvoorbeeld een cruise met 750 passagiers. Ze werden bediend door maar liefst 625 bemanningsleden, die daartoe de beschikking hadden over onder andere 75 ton vlees, 15 ton vis, 32 ton boter, 13 ton kaas, 8 ton koffie, 9 ton bevroren groenten, 100.000 liter bier in vaten, 120.000 flesjes bier en 16.000 flessen champagne. In de meeste havens werden ook nog lokale etenswaren ingeslagen (pag. 348).

Degenen die eerder een cruise hadden gemaakt, zag de HAL vaak later weer terug op een van de schepen. In 1978 werd een Amerikaanse dame gehuldigd tijdens haar 250e reis op een HAL-schip (pag. 370).

Nostalgie
De lezer krijgt vooral bij het verhaal en de foto's van de vijfde ”Rotterdam” een gevoel van nostalgie en betreurt het met de auteur dat de pogingen van de stad Rotterdam om dit schip in authentieke staat voor het nageslacht te bewaren, zijn mislukt. Gelukkig is er sinds 1997 een nieuw schip met de naam Rotterdam voor de HAL in de vaart: „De zesde Rotterdam zál haar faam volledig waarmaken. Dat kan niet anders”, zo besluit Oosterwijk zijn epos vol vertrouwen in de toekomst van de cruisevaart.