Boekrecensie

Titel: Ode aan de fiets. Verhalen, gedichten, columns en tekeningen
Auteurs: Peter van Straaten, Ivo de Wijs, e.a.

Uitgeverij: Uniepers
Abcoude, 2000
ISBN 90 6825 245 3
Pagina's: 120
Prijs: ƒ 25,00

Recensie door W. M. van der Linden - 27 september 2000

Jubileumboekje Fietsersbond staat vol lofzangen op stalen ros

De meest efficiënte machine

„Een dag zonder fiets is niet je ware.” Zomaar een citaat uit ”Ode aan de fiets. Verhalen, gedichten, columns en tekeningen”. Het boek is uitgegeven naar aanleiding van een kwarteeuw Fietsersbond. Sommige verhalen en gedichten zijn dan ook pure lofzangen. Maar er zijn ook bijdragen die minder positief zijn gestemd. Ze gaan over gestolen fietsen, het voortrazende verkeer, wind en regen.

De verschillende schrijvers die aan deze uitgave meewerkten, hebben één ding gemeen: ze vinden de fiets de moeite waard om voor op te komen. Want de fiets is veel meer dan een vervoermiddel, het is ook een keuze voor onthaasting, voor de waarde van het landschap en tegelijkertijd voor gezonde beenspieren en een frisse neus. Dat is een ode waard!

Veel mensen nemen het stalen ros om hun gedachten de vrije loop te laten. Zo ook dominee Hans Visser van de Rotterdamse Pauluskerk. Delen van zijn preken of toespraken zijn op de fiets geboren. Een daarvan kwam in ieder geval niet tot stand op de tweewieler. Dat was nadat er fietsen uit het bedehuis gestolen waren. „Op die dag heb ik mij genadeloos boos gemaakt op de drugsgebruikers van de Pauluskerk en dat maakte toch een geweldige indruk. Want één van hen bekende: „Ik wist niet dat u die fiets gebruikte, want u heeft toch een andere fiets?””

Temmen van de fietser
Maarten Huygen is in zijn bijdrage van mening dat een ode aan de fiets begint met het temmen van zijn gebruiker. Niet automobilisten vertonen slecht weggedrag, maar fietsers. Ze rijden links, passeren rode lichten of peddelen over de stoep. De overtredende fietser zelf waant zich superieur aan alle andere verkeersdeelnemers. Hij spaart het milieu, dus hij heeft meer rechten. Krijgt hij volgend jaar voorrang van rechts op auto's, hij neemt het nu al!

Geen enkel apparaat is zo goed doordacht als de fiets. Ze vormt de meest efficiënte machine die we kennen. Met het minst mogelijke energieverbruik brengt de fiets je naar je bestemming. Fietsen gaat driemaal zo hard als lopen en kost maar eenvijfde van de energie, volgens Midas Dekkers. Al trap je van hier tot Tokio, een racefiets zit zo doelmatig in elkaar dat je er amper slanker of leniger van wordt. Om jezelf te trainen heb je juist inefficiëntere apparaten nodig. De ware sporter herken je aan zijn volgeladen bakfiets. Of hij gaat hardlopen. Op klompen!

Paradijs
De auteurs van het boek zijn het over één ding eens: de fiets heeft de toekomst. Je kunt overal naartoe fietsen. Overal. Als je maar tijd hebt.

De verschillende verhalen, gedichten en columns zijn gemakkelijk te lezen. In sommige lofzangen gaat men echter te ver. Ik denk aan wat J. J. Voskuil schrijft: „Als iedereen vandaag nog afsprak om de auto in de garage te laten staan en zich alleen nog op de fiets voort te bewegen, waren we morgen terug in het paradijs.” Zo zijn er nog een paar uitspraken van hem en andere auteurs te noemen die afbreuk doen aan de toch wel goede toon in het boek. Voor de omvang en de inhoud van het boek is de prijs hoog, maar de opbrengst komt ten goede aan de activiteiten van de Fietsersbond.