Boekrecensie

Titel: Ontmoetingen. Een kennismaking met dak- en thuislozen
Auteur: Roelande Kattenberg

Uitgeverij: Groen
Heerenveen, 1999
ISBN 90 5030 964 X
Pagina's: 77
Prijs: ƒ 17,50

Recensie door A. Tukker-Versluijs - 17 november 1999

Ontmoeting met
dak- en thuislozen

Onlangs heb ik kennisgemaakt met zo'n dertig dak- en thuislozen. Dan kom je heel wat te weten. Sommigen vertelden erg persoonlijke dingen. Wat een pijn, verdriet en ellende gaat er vaak schuil achter hun al dan niet zwerversachtig uiterlijk. Het maakt diepe indruk, zo'n kennismaking... op papier. Wie het boekje ”Ontmoetingen” leest, krijgt een beeld van mensen als Stefan, Roberto, Klazien en Appie.

De reformatorische Stichting Ontmoeting biedt hulp aan dak- en thuislozen. In het dienstencentrum te Rotterdam vinden veel mensen die op de een of andere manier tussen wal en schip vielen een veilige plek. Ze kunnen er een kop koffie drinken, een lekkere douche nemen, een maaltijd gebruiken, activiteiten ondernemen of hun verhaal spuien. Roelande Kattenberg, groepswerker in het dienstencentrum, schetst in ”Ontmoetingen” een beeld van de bezoekers.

Het eerste wat bij je bovenkomt als je het vlot geschreven boekje leest, is een gevoel van diep respect voor wat er bij Stichting Ontmoeting allemaal gedaan wordt. Het is de liefde van Christus die dringt om de naaste te helpen en lief te hebben. Een beker water aan te reiken, wonden te verzachten. Het is een bijbelse, maar niet altijd gemakkelijke opdracht.

Toen wij nog in een grote stad woonden, kwam ik wel eens een thuisloze tegen. Veel verder dan een straatkrant kopen of gedag zeggen tegen iemand in de metro die „Goedemorgen majesteit, neemt u plaats” tegen me zei, kwam het niet. Heel vervelend vond ik het altijd als mensen hun hand ophielden en om geld bedelden. Ik voelde me een barbaar als ik doorliep, maar iets geven...?

Toen gaf iemand de tip om nooit geld te geven, maar zo iemand een broodje aan te bieden. De volgende keer dat ik naar de stad ging, zat er dus een zak krentenbollen in mijn tas. Zou ik durven? Ik was al twee bedelende zwervers voorbijgelopen. Zou ik wel, zou ik niet? De derde keer raapte ik al mijn moed bij elkaar, liep met de bibbers in mijn benen naar een jongeman toe die „please wat geld voor eten” vroeg en hield hem een krentenbol voor. Zijn reactie: „Nee dank je, die lust ik niet.”

Door zo'n ervaring groeit je respect voor werkers bij een stichting als Ontmoeting. Zij hebben de gave om zulke mensen de juiste aandacht te geven. Dat dat soms met een lach en een traan gepaard kan gaan, blijkt wel uit het boekje van Roelande Kattenberg. In ruim dertig korte hoofdstukken laat zij zien dat de bezoekers, van wie je als buitenstaander vaak een stereotiep beeld hebt, heel verschillend zijn. Ze hebben elk een verschillende achtergrond, ieder heeft zijn eigen angsten, verdriet en ook gelukkige momenten.

De verleiding is groot om ruimschoots uit het boekje te citeren. Het bevat veel aardige, ontroerende en aangrijpende verhalen. Beter is echter: koop en lees zelf (de netto-opbrengst is voor Stichting Ontmoeting).

Eén stukje dat me bijzonder trof wil ik doorgeven. Het gaat over Jordi, die een kwart van zijn leven achter gesloten deuren doorbracht. „Hij was geschorst (in het Dienstencentrum, ATV) vanwege zijn grote mond en verbale geweld. Als zijn schorsing voorbij is en hij weer mag binnenkomen, begroet een stagiair hem met: „Hoi Jordi”. Hij staat stil en zegt verbaasd: „Je kent m'n naam.” Sinds die tijd, zegt ze, kan ik geen kwaad meer bij hem doen.”

In zijn ”Woord vooraf” schrijft de directeur van Stichting Ontmoeting, E. van Hell, over de ontmoeting die de Heere Jezus had met de Samaritaanse vrouw. „We hopen van harte dat binnen Ontmoeting zulke ontmoetingen mogen plaatsvinden, waarbij bezoekers tot de uitspraak van die vrouw mogen komen: „Komt, ziet een Mens, Die mij gezegd heeft alles, wat ik gedaan heb. Is deze niet de Christus?”” Wat mooi en hoopvol dat in een wereldstad vanuit die intentie gewerkt mag worden.