Boekrecensie

Titel: Aan weten niet genoeg. De spanning tussen analyse en verbeelding
Auteur: Gert J. Peelen

Uitgeverij: Meinema
Zoetermeer, 1999
ISBN 90 211 3753 4
Pagina's: 149
Prijs: ƒ 32,50

Recensie door dr. C. S. L. Janse - 3 november 1999

Christelijke inbreng in discussie blijft uitermate vaag

Kennen, verbeelden en geloven

”Wetenschap, Cultuur & Samenleving” is een tweemaandelijks opinietijdschrift dat uitgegeven wordt door de VU. Gert J. Peelen was daar tot vorig jaar hoofdredacteur van. Een aantal van zijn bijdragen is, al dan niet gewijzigd, in boekvorm uitgegeven onder de titel ”Aan weten niet genoeg”.

Wat kunnen we van de inhoud verwachten? In ieder geval een zeer gevarieerd scala van onderwerpen: van bedrog in de wetenschap tot de prenten van Maurits Escher (eigenlijk ook een vorm van bedrog). Evenzo worden beschouwingen gewijd aan Nobelprijswinnaar Albert Camus, aan de dichter-bioloog Leo Vroman, de theoloog Kuitert en de natuurkundige Van den Beukel.

Goeroe Van den Beukel
Op de laatstgenoemde heeft Peelen heel wat kritiek. Zijn eerste boek ”De dingen hebben hun geheim” (1990) vindt hij nog wel zinvol. ”Met andere ogen”, dat vier jaar later volgde, beschouwt hij als overdreven en overbodig.

In dat boek zou Van den Beukel een karikatuur maken van de wetenschap en zich „ontpoppen tot een antiwetenschappelijke goeroe van een bedenkelijk type.” Als iemand die de laatste gelovigen wil organiseren „voor een kruistocht tegen die principieel godloochenende wetenschapsbende.”

Er is immers, aldus Peelen, ten minste evenveel reden om zich druk te maken over de niet weinige gevallen dat fundamentalisten de wetenschappelijke ruimte inperken. In dit verband noemt hij het feit dat de Nederlandse minister van Onderwijs nog niet zo lang geleden, alleen al uit vrees voor protest van protestants-christelijke schoolbesturen, besloot om evolutietheorie en seksualiteit buiten het eindexamen biologie van het middelbaar beroepsonderwijs te houden. Alsof de bezwaren van die scholen, zeker bij het onderdeel seksualiteit, niet primair ingegeven waren door ethische overwegingen.

Godsdienstsociologie
Aandacht besteedt Peelen ook aan de vooronderstellingen van de godsdienstsociologie. Dit naar aanleiding van publicaties van dr. A. van Harskamp. In zijn ogen stelt Van Harskamp zich veel te wantrouwend op. De discussie over deze problematiek is gestimuleerd door recente publicaties van de VU-hoogleraar J. Tennekes, die ook zo zijn bedenkingen heeft tegen de gangbare sociaal-wetenschappelijke bestudering van het christendom. Jammer dat Peelen geen gelegenheid had om de inbreng van Tennekes te verwerken.

Zo biedt dit boek allerlei beschouwingen op het grensgebied van wetenschap, kunst en geloof. Tussen kennen, verbeelden en geloven ziet de auteur een blijvende spanning. Dat is op zich juist getypeerd. Alleen de vraag is hoe je dat concreet invult.

Wie verwacht dat, gezien de relatie met de VU, er sprake zal zijn van een duidelijk christelijk belijden, komt bedrogen uit. Het is allemaal erg marginaal en erg relativerend. Dat stelt onmiskenbaar teleur.