Boekrecensie

Titel: Huismensen. Essays en columns over vrouwen, mannen en kinderen
Auteur: Christien Brinkgreve

Uitgeverij: Meulenhoff
Amsterdam, 1999
ISBN 90 290 5758 0
Pagina's: 143
Prijs: ƒ 25,00

Recensie door W. Bakker - 9 juni 1999

Betaald werk als enig gewenste richting

Onder de titel ”Huismensen” publiceert Christien Brinkgreve (1949), hoogleraar sociale wetenschappen aan de Universiteit van Utrecht, een boekje met essays en columns. Op de omslagfoto zien we een vrouw en een man, beiden bezig met eten, hetgeen lijkt aan te geven dat ze beiden in huis eenzelfde positie hebben.

In het eerste hoofdstuk stelt de schrijfster de trend van dit boekje: op het jarenvijftiggezin, op traditionele leest geschoeid en met een duidelijke rolverdeling tussen mannen en vrouwen, kwam in de jaren zestig felle kritiek, met name vanuit feministische hoek. Het warme, koesterende gezin werd als „benauwde veste waar vrouwen zich uit moesten bevrijden” herdefinieerd. Tevens constateert zij dat na allerlei experimenten voor velen het ideaal blijft: huwelijk en kinderen.

Echter, buitenshuis werken naast een gezin valt veel vrouwen zwaar, de man neemt te weinig zorgtaken over, door het proces van individualisering mist men traditionele banden waarop als vanzelfsprekend kan worden terugvallen, ook in moeilijke tijden. Er ontstaan opnieuw verlangens naar geborgenheid.

De schrijfster ziet daarbij geen oplossing in het herwaarderen van positieve elementen in meer als traditioneel gekenschetste gezinnen, maar zoekt veeleer als oplossing de herverdeling van betaald werk, meer verlofmogelijkheden voor werkende mannen en vrouwen. Betaald werk wordt door haar vooral gezien als bevrijding uit een benauwd en beperkt bestaan.

Van gunst naar recht
Het volgende hoofdstuk geeft de spanning weer tussen „het recht op individuele ontplooiingskansen en het plannen van kinderen”, met wier wensen rekening moet worden gehouden. De opvoedingsstijl is meer die van overleg dan van conformeren aan regels. Daardoor worden aan vaders andere eisen gesteld, niet meer de kostwinner en beschermer van het gezin, maar de emotioneel betrokken en zorgzame vader. Tegelijk geeft ze ook aan dat betaald werk voor vrouwen in het gezin zich van gunst naar recht heeft ontwikkeld.

Mijns inziens slaat deze ontwikkeling nu door naar een plicht tot werk, waar vooral moeders en kinderen uit gebroken gezinnen de dupe van worden. Burgerlijke gemeenten stellen aan bijstandsmoeders inmiddels de eis betaald werk te zoeken als het jongste kind zes jaar is, keuzevrijheid wordt daarbij niet toegestaan.

Doordat vaders vaak volledig blijven werken vanwege eigen carrièrekansen, berust de zorg voor huishouden en kinderen voor het grootste deel op de schouders van de vrouw. Naast een betaalde baan wordt dat voor een aantal van hen te veel, met als gevolg dat ze hun baan weer opzeggen. Het schrikbeeld van de schrijfster is dat weer voor de traditionele rolverdeling gekozen wordt. Om dat tegen te gaan, pleit ze voor verdeling van werk en de zorg voor huishouden en kinderen tussen man en vrouw en een maatschappij waarin daarvoor ook praktische mogelijkheden worden geboden. In een aantal columns worden verschillende facetten belicht, zoals gevolgen voor de opvoeding, depressiviteit, de huidige maatschappelijke waarden van succes, prestaties en geld om geslaagd te zijn.

Vrijwilligerswerk
Het boekje is gemakkelijk leesbaar, situaties worden herkenbaar neergezet, het confronteert je met eigen keuzes en de motieven daarvoor. Betaald werk biedt zeker ontplooiingskansen voor vrouwen en mannen. Het is jammer dat dit als enig gewenste richting naar voren wordt gebracht. Want ook in huishoudelijk management, opvoeding van kinderen –hoe moeilijk vaak ook–, vrijwilligerswerk en dergelijke kunnen zowel vrouwen als mannen zich ontplooien en ontwikkelen.

Laten we ervoor waken dat we in een nieuwe onvrijheid vervallen.