Boekrecensie

Titel: Omzien naar de Derde wereld
Auteur: Ferdinand van Dam

Uitgeverij: Sdu
Den Haag, 1999
ISBN 90 12 08746 5
Pagina's: 158
Prijs: ƒ 34,90

Recensie door P. Chr. van Olst - 07 april 1999

Van Dam bundelt artikelen over ontwikkelingsvraagstuk

Heimwee naar bestaan
van primitieve wilden

Ontwikkelingssamenwerking is ons Nederlanders op het lijf geschreven. Onze christelijke traditie drijft ons om de wereld te herscheppen naar het beeld dat zij in het paradijs eens droeg. Diezelfde traditie wekt in ons een stil heimwee naar het onbedorven bestaan van de primitieve wilde. Verder zijn wij als westerlingen niet te mooi om onszelf onder het mom van hulpverlening elders ter wereld lichtvaardig te verrijken.

Als we prof. dr. F. van Dam, diplomaat en tot voor kort ambassadeur bij de OESO, mogen geloven, heeft bovenstaande trits van motieven vijf eeuwen lang ons gedrag jegens ontwikkelingslanden bepaald. Hij schrijft dat in de inleiding van zijn pasverschenen boek ”Omzien naar de Derde wereld”, een bundeling van artikelen die hij in de loop van 20 jaar over het ontwikkelingsvraagstuk schreef. Volgens Van Dam zijn de drie motieven ook vandaag de dag nog herkenbaar aanwezig in het ontwikkelingsbeleid dat de Nederlandse regering voert.

Met een duidelijke ondertoon van afkeuring beschrijft Van Dam hoezeer Nederland minder rijke landen niet alleen financiële steun wil geven, maar ook voortdurend de neiging heeft deze landen te verbeteren. „Wie hier woont, wil en zal de wereld naar zijn ideaal hervormen”, spuugt hij er op pagina 102 uit. „Nederland moet 'gidsland' zijn. Of zoals De Geer het eerder noemde „lichttoren”, of zoals Thorbecke het wenste „de billijkste oordeelaarster over de heerschzucht van anderen”. Het is het lot van de zwakke om zijn kracht in de moraal te zoeken en die tot zaligspreking van de wereld te verheffen.”

Octopus
De aanklacht van Van Dam tegen de Nederlandse ontwikkelingshulp laat zich vooral lezen als een kruistocht tegen minister Pronk, die lang de post van Ontwikkelingssamenwerking bekleedde. Van Pronk is bekend dat hij zijn budget stak in projecten overal ter wereld, om zo als een Haagse octopus via lange tentakels overal zijn invloed te kunnen aanwenden om armlastigheid te verminderen en om bij te sturen naar beschaving. De huidige bewindsman van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer fungeerde daarmee als de vleeswording van het soort ontwikkelingshulp waarvan Van Dam kennelijk ontregeld raakt.

Van Dam wrijft Pronk vooral de „herleving van de verheerlijkingsmythe”, de heimwee naar de ongerepte wildernis, aan. „Een recent voorbeeld van verheerlijking komt naar voren in de Duurzame Ontwikkelingsverdragen die Nederland heeft gesloten met Bhutan, Benin en Costa Rica”, onderbouwt de hoogleraar. „Deze verdragen houden in dat deze landen en Nederland elkaar wederzijds beoordelen op de kwaliteit van hun beleid, vooral ten aanzien van het milieu. Deze poging tot onderwerping aan de oordelen van drie van de meest primitieve ontwikkelingslanden, waarvoor geen enkele rationele grond aanwezig was, leidde in de praktijk tot tragikomische, maar ook wederzijds diep vernederende situaties.”

Goedkoop
De kritiek van Van Dam op het beleid van Pronk is echter goedkoop. ”Omzien naar de Derde wereld” is een bundel van artikelen die de heer Van Dam in de loop van 20 jaar in diverse (wetenschappelijke) tijdschriften en kranten publiceerde. Het artikel waarin Van Dam Pronk uitvoerig en beargumenteerd op de hak neemt, dateert van 13 november 1985. Pronks was op dat moment geen minister van Ontwikkelingssamenwerking meer, maar vervulde dat ambt later opnieuw jarenlang. Van Dam betrekt het beleid dat Pronk tijdens het tweede deel van zijn ministerschap voerde, niet in de kritiek.

Van Dam is ook beslist te generaliserend wanneer hij het heeft over de ontwikkelingssamenwerking vanuit Nederland. Het is moeilijk te begrijpen waarom hij een bundel met dit thema in 1999 het licht doet zien, zonder dat hij de belangrijke beleidswijziging van de nieuwe minister voor Ontwikkelingssamenwerking, mevrouw Herfkens, memoreert en beoordeeld. Herfkens perkt het aantal hulprelaties dat de Nederlandse regering onderhoudt momenteel aanzienlijk in.

Concepttekst
”Omzien naar de Derde wereld” is een leesbare en leerzame bundel voor iemand die iets meer van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid wil opsnuiven. Van een hoogleraar en carrièrediplomaat had mijns inziens echter meer verwacht mogen worden dan een herschikking van reeds lang geschreven artikelen, begeleid met kaft, voorwoord en inleiding. Van Dam had zich meer moeten inspannen om de verschillende artikelen te actualiseren en een passende plaats te geven in het grotere geheel. De huidige uitgave leest als een concepttekst die klaarligt voor bewerking.