Boekrecensie

Titel: Mijne reis naar Amerika
Auteur: H. Bavinck

Uitgeverij: De Vuurbaak
Barneveld, 1998
ISBN 90 5560 144 6
Pagina's: 64
Prijs: ƒ 17,90

Recensie door dr. C. S. L. Janse - 20 januari 1999

Reisverhaal na eeuw uitgegeven

Bavinck in Amerika

De bekende theoloog Herman Bavinck maakte in 1892 een reis naar Noord-Amerika. Dat was in die tijd nog echt een wereldreis. Eenmaal veilig thuisgekomen, werd men geacht den volke kond te doen van alle wonderbaarlijke dingen die men daar gehoord en beleefd had. Zo bevat het Bavinck-archief 32 door hem zelf beschreven velletjes met zijn indrukken van Amerika. Vermoedelijk hebben zij gefungeerd als basistekst voor een of meer te houden lezingen.

Dr. G. Harinck, wetenschappelijk medewerker van het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (VU), heeft deze tekst, met een uitvoerige door hem geschreven inleiding, gepubliceerd in de Ad Chartas-reeks onder de titel ”Mijne reis naar Amerika”. Samen met zijn collega D. K. Wielenga bezocht Bavinck de VS en Canada. De Afgescheidenen, die toen net met de Dolerenden waren opgegaan in de Gereformeerde Kerken, onderhielden sinds jaar en dag contacten zowel met de Reformed Church als met de daarvan afgescheiden Christian Reformed Church.

Emancipatie
Volgens Harinck stond Bavinck vreemd maar zeker niet afwerend tegenover de cultuur van de Nieuwe Wereld. Hij was onder de indruk van de „schoone vrouwen” die hij daar aantrof. De emancipatie was in Amerika het verst gevorderd. Maar „van huishouden hebben ze dikwerf geen verstand. Opvoeden is haar werk niet.”

Op godsdienstig gebied moest Bavinck constateren dat het calvinisme in Amerika weinig ingang had gevonden. Het arminianisme had de heerschappij in de Amerikaanse geest. Het calvinisme vindt ingang onder een volk dat, wanhopend aan zichzelf, alleen door Gods genade wordt verlost. Maar Amerika is daarvoor te voorspoedig geweest. De Amerikaan gelukt al wat hij doet.

Het religieuze leven lijdt aan een grote oppervlakkigheid. „De wedergeboorte en 't werk des Heiligen Geestes worden op den achtergrond geschoven. De prediking gaat dikwerf op in moraal”, aldus Bavinck. Om vervolgens te concluderen: „De godsdienst heeft de menschen niet, maar de menschen hebben godsdienst, zooals ze ook kunst en wetenschap hebben. Godsdienst is een zaak van amusement.”

Optimistisch
Dat is een typering die er niet om liegt. Daarom is het opvallend, of beter gezegd teleurstellend, dat hij desalniettemin nogal optimistisch eindigt. „Laat het Amerikaansche christendom zich naar eigen wet ontwikkelen. (...) Het calvinisme is toch niet de eenige waarheid!”

Anders dan Kuyper, ging Bavinck niet uit van het superieure calvinisme als norm, zo concludeert dr. Harinck. Nu zou er over het kuyperiaanse calvinisme ook het een en ander te zeggen zijn, maar dat neemt niet weg dat Bavinck (nadat hij eerst de zaak scherp geanalyseerd heeft) zich toch wel erg makkelijk neerlegt bij dat oppervlakkige christendom.