Boekrecensie

Titel: Arm en Rijk
Auteur: David S. Landes

Uitgeverij: Het Spectrum
Utrecht, 1998
ISBN 90 274 9106 2
Pagina's: 700
Prijs: ƒ 75

Recensie door dr. C. P. Polderman - 6 januari 1999

De motoren van welvaartsstijging

Het boek ”Arm en Rijk” van de Amerikaanse econoom en historicus David S. Landes gaat in op de vraag waarom sommige landen erg rijk zijn en andere erg arm. Over dit thema is al vaker geschreven. Er zijn verschillende theorieën over, met name van schrijvers van ”links” die inkomensongelijkheid zoeken in uitbuiting. Nu krijgen we een antwoord van ”rechts”. Dat is een totaal andere benadering.

In Landes' verklaringsmodel spelen cultuur, waarden, initiatieven en de protestantse arbeidsethos een belangrijke rol. Volgens hem moet de aandacht niet in de eerste plaats gericht zijn op de verdeling maar op de vergroting van de welvaart.

Landes zet hoog in. „Ik wil dit boek schrijven om de wereldgeschiedenis te behandelen”, zegt hij. Dat kan niet op een paar bladzijden: zijn boek is een pil van 700 pagina's geworden.

Zeer veel Amerikaanse geleerden hebben blijkens het voorwoord meegelezen en kritische opmerkingen gemaakt. Nobelprijswinnaar Arrow zegt van het eindresultaat dat „de ongelofelijke rijkdom aan kennis en inzichten verpakt gaat in een even toegankelijke als krachtige stijl, die de lezer onweerstaanbaar meesleept.” Het gezaghebbende blad ”The Economist” heeft het over „een onbescheiden, maar wel heel mooi boek... van een begaafd en geestig schrijver.”

Lichaamsbeweging
Ikzelf heb ”Arm en Rijk” met belangstelling gelezen. Het is in de Nederlandse pers met veel bombarie aangekondigd. Landes durft het aan historische ontwikkelingen te duiden. Dan moet je over veel kennis beschikken. Die heeft hij ook. Waarnemingen van anderen –het boek telt 77 pagina's literatuurverwijzingen– worden door de auteur met elkaar in verband gebracht en dienen als antwoord op de vraag waarom er rijke en waarom er arme landen zijn.

Landes onderscheidt drie soorten landen.

• Landen waar de mensen veel geld uitgeven om niet aan te komen;
• Landen waar de mensen eten om te leven;
• Landen waar de mensen niet weten hoe ze aan hun volgende maaltijd moeten komen.

„In de rijke landen maken de mensen zich zorgen over hun oude dag, die steeds langer duurt. Ze doen aan lichaamsbeweging om fit te blijven, proberen de cholesterol terug te dringen, verdrijven de tijd met televisie, telefoon en spel, en vleien zich met eufemismen als ”het leven begint bij veertig”.” Intussen proberen de inwoners van de arme landen in leven te blijven. „Zij hoeven zich niet druk te maken over cholesterol en dichtslibbende aders, deels omdat ze schrale kost eten, deels omdat ze vroegtijdig overlijden...”

Eigenbelang
De vraag is waarom deze verschillen er zijn en hoe ze zijn ontstaan. De gebruikelijke verklaringen die het antwoord zoeken in kolonialisme en technologische achterstanden, voldoen volgens Landes niet. We moeten meer letten op eigenschappen zoals nieuwsgierigheid, eigenbelang en doorzettingsvermogen. Verder op de successen van handel en de uitwisseling van ideeën. Dát zijn volgens hem de motoren van welvaartsstijging.

Bemoeizucht met het economische leven door wereldlijke en geestelijke machthebbers heeft volgens Landes de eeuwen door veel kapotgemaakt. Zelfs volksverhuizingen zijn hierdoor teweeggebracht. Vindingrijke mensen die niet onder de regimes van deze machthebbers kunnen leven, werd en wordt het leven onmogelijk gemaakt. Dit leidde en leidt tot braindrain, met alle negatieve gevolgen van dien voor de samenleving die hen niet moet.

Behalve de beschikbaarheid van geschoolde arbeid is kapitaal van levensbelang voor een samenleving. Je kunt inkomsten echter op verschillende manieren gebruiken. Landes noemt de veelvoorkomende besteding aan weelde en oorlog ”verkeerd” en de aanwending voor productieve investeringen ”goed”.

Tijd
Ook de relatie tussen protestantisme en welvaart komt ter sprake. Landes wijst erop dat met name protestanten van het begin af aan het belang hebben ingezien van goed onderwijs. Zowel jongens als meisjes moesten de Bijbel leren lezen.

Protestanten zijn verder herkenbaar aan het feit dat ze veel belang hechten aan tijd. De gezegden: „De tijd gaat snel, gebruik hem wel” én „Tijd is geld” zijn onder hen gevleugelde uitdrukkingen. De klok stelt mensen ook in staat om orde aan te brengen in hun werk en dat van anderen, en op deze manier de productiviteit en daarmee de welvaart te verhogen. Een vergelijking tussen Europa en Afrika spreekt wat dit betreft boekdelen. Afrikanen hebben een ander tijdsbesef.

Omdat protestanten vooral in westerse landen wonen, is daar veel welvaart. De protestantse levensbeschouwing stimuleert het nemen van initiatieven en het toepassen van uitvindingen.

Geen magie en bijgeloof
De technologische superioriteit die Engeland al tijdens de Industriële Revolutie bezat, is volgens Landes „geen toeval of godsgeschenk, maar het resultaat van werk, vernuft, verbeelding en ondernemingszin.” Volgens Landes ontstaat een ideale situatie (blz. 234 vv) van „groei en ontwikkeling” als een samenleving:

• productiemiddelen weet aan te wenden, te beheren en te fabriceren en nieuwe, technologisch geavanceerde werkwijzen weet te creëren, aan te passen en te beheersen;
• in staat is kennis en knowhow aan jongeren door te geven, via onderwijs of praktijkscholing;
• banen vergeeft op grond van competentie en promotie en degradatie verbindt aan geleverde prestaties;
• de gelegenheid biedt aan individueel en collectief ondernemerschap, en initiatief, wedijver en concurrentie bevordert;
• de mensen de vruchten van hun arbeid en onderneming laat genieten en gebruiken.

Deze maatstaven hebben als consequentie dat er sprake moet zijn van gelijkwaardigheid van de seksen (een verdubbeling van het potentiële talent), dat er geen discriminatie is op grond van ras, godsdienst enz. en dat wetenschappelijke rationaliteit de voorkeur heeft boven magie en bijgeloof.

Vrij ondernemerschap
Zo'n samenleving heeft politieke en maatschappelijke instellingen nodig die het bereiken van die doelstellingen bevorderen. Deze instellingen zijn volgens Landes:

• de waarborg van particuliere eigendomsrechten, om besparingen en investeringen te stimuleren;
• de waarborg van persoonlijke vrijheden en de bescherming tegen tirannieke misstanden zoals misdaad en corruptie;
• de waarborg van het naleven van contracten;
• stabiele regeringen die ook zelf geregeerd worden door algemeen aanvaarde regels;
• een ontvankelijk en eerlijk landsbestuur dat klachten aanhoort en waar nodig honoreert;
• een gematigd, doelmatig, onhebzuchtig landsbestuur dat ervoor zorgt dat de belastingen laag blijven.

Ziehier het rechts-liberale antwoord op de vraag naar het waarom van de verschillen! Vrij ondernemerschap wordt door Landes gepropageerd als hét middel tegen economische en politieke kwalen.

Mexico en Spanje
De rest van ”Arm en Rijk” is een illustratie van successen en mislukkingen in verschillende landen en culturen. Het verschil in de ontwikkeling van Noord-Amerika (ex-Brits) en Latijns-Amerika (ex-Spaans, ex-Portugees) verklaart Landes als volgt: „De Amerikaanse samenleving van kleine boeren en betrekkelijk goed betaalde arbeiders was een voedingsbodem voor democratie en ondernemingsgeest. Gelijkheid leidde tot zelfrespect, ambitie, de bereidheid tot concurrentie op de markt, een geest van individualisme en eigenzinnigheid. Tegelijkertijd moedigden kleine bedrijven technische zelfredzaamheid aan. Vindingrijkheid leverde niet alleen gemak en inkomen op, maar ook prestige en status. Goede arbeiders wekten de afgunst van de buren en waren de helden van de gemeenschap. Intussen stimuleerden hoge lonen de vervanging van arbeid door kapitaal, van mensen door machines.” (blz. 314)

Mexico, de kopie van de Iberische samenleving, miste aldus Landes „de vaardigheden, nieuwsgierigheid, initiatieven en burgerlijke belangen van Noord-Amerika.” Vanwege zijn spirituele homogeniteit en slaafsheid, zijn rijkdom en ijdelheid liep Spanje al tijdens de ontdekkingsreizen achter. „Spanje exporteerde zijn zwakheden naar de koloniën. Hoe kon het ook anders? De Spanjaarden die naar de nieuwe wereld trokken, kwamen niet om het stramien te doorbreken. Ze gingen erheen om fortuin te maken en betaalden zelfs steekpenningen voor goede posities en ambten; binnen een paar jaar zou hun kostje gekocht zijn. De weg naar de rijkdom liep niet via werk, maar via corruptie en (wan)bestuur. Deze tegenstellingen in economisch potentieel gingen hand in hand met verschillen in politieke bekwaamheid. De Noord-Amerikaanse kolonisten kwamen uit een rijker geschakeerde samenleving, die openstond voor vreemdelingen en nieuwe ideeën.” (blz. 330)

Geluk als bijproduct
De beste remedie tegen de armoede van nu is volgens Landes niet buitenlandse hulp. Wat telt, is „werk, spaarzaamheid, eerlijkheid, geduld, vasthoudendheid.” (...) „Wil je hoge productiviteit? Dan moet je leven om te werken en geluk als bijproduct zien te krijgen.” (...) „De wereld behoort toe aan de optimisten, niet omdat ze het altijd bij het rechte eind hebben, maar omdat ze positief zijn. Zelfs als ze het mis hebben, zijn ze positief, en dat is de weg naar resultaten, correctie, verbetering en succes. Goed geschoold en alert optimisme is lonend; pessimisme biedt alleen maar de schrale troost van het gelijk...”

Landes sluit zijn boek af met een gedeelte van de bekende bijbeltekst uit Deuterononium 30:19: „Het leven en de dood heb ik u voorgesteld, de zegen en de vloek! Kiest dan het leven, opdat gij leeft...”

Mijns inzien zet de auteur daarmee echter de lezer op het verkeerde been. Hij gebruikt deze tekst namelijk verkeerd. Hij past hem toe op zíjn verhaal over het behalen van materiële welvaart. Dit in tegenstelling tot Mozes die oproept om God de Heere lief te hebben, in Zijn wegen te wandelen en Zijn geboden en inzettingen te onderhouden. Het leven is er dus niet om te werken maar om God te dienen en te verheerlijken. „Zoek eerst het koninkrijk van God en al deze dingen (de dingen waar Landes en velen met hem zich zo druk om maken) zullen u toegeworpen worden.” (Matthéüs 6:33) Dát is de bijbelse volgorde. Toegeworpen! Als bijproduct!

Voor de christen, die vaak ook bezig is met het dienen van de Mammon en dit veelal ook probeert te funderen op bijbelteksten, lijkt het me heilzaam deze teksten in hun verband te lezen en er ook naar te handelen. Het zet niet alleen ons dagelijkse bezig zijn in een ander licht maar overstijgt ook de linkse én de rechtse theorieën over welvaart en welvaartsverschillen.