Boekrecensie

Titel: De vooruitkijkers
Auteur: prof. dr. Bob Smalhout

Uitgeverij: Bzztôh
's-Gravenhage, 2000
ISBN 90 5501 738 8
Pagina's: 159
Prijs: ƒ 25,-

Recensie door W. B. Kranendonk - 6 september 2000

Prof. Smalhout heeft de smoor aan progressieve drammers

De samenleving op de snijtafel

De anesthesioloog prof. dr. Bob Smalhout heeft er zijn beroep van gemaakt om met het toedienen van narcoses mensen in een roes te brengen. In zijn columns in De Telegraaf lijkt hij echter meer op een ouderwetse chirurg die zonder verdoving patiënten helpt. Met een vlijmscherp ontleedmes snijdt hij in het zere vlees van de Nederlandse samenleving. Onder de titel ”De vooruitkijkers” is een aantal columns gebundeld waarin de Utrechtse medicus de maatschappij op de snijtafel legt.

Als een rasechte columnist heeft Smalhout ongeveer overal een mening over. Hij laakt de achteruitgang van de kwaliteit van het onderwijs. Deskundologen hebben er volgens hem voor gezorgd dat aankomende leerkrachten zelf niet meer goed kunnen lezen, schrijven en rekenen. De politieke afhandeling van de Bijlmerramp doet hem de vraag stellen: Wie is er in Nederland nog te vertrouwen?

Veel kritiek heeft hij op de verloederende invloed van film en televisie, het schaamteloze gedrag van hooligans en „netvliesteisterende” kunstwerken. Ook het emotioneel optreden van rechters en politici neemt hij op de korrel. „Iedereen jankt.” Hij memoreert het snikken van staatssecretaris Adelmund tijdens een kamerdebat over allochtone schoolkinderen en het snotteren van minister Pronk enkele jaren terug. Ronduit verbaasd is hij dat „ons euro-ijskonijn” May-Weggen tijdens het Bijlmeronderzoek de handen sloeg voor „de kille ogen, waaruit tranen als diepgevroren hagelstenen op tafel tikkelden.” Spottend vraagt Smalhout zich af hoe een patiënt het zou vinden als een dokter spontaan bij een ziekbed begon te snotteren omdat hij de aanstaande operatie zo ingrijpend vindt.

Ook de nazorg voor teruggekeerde luchtmachtmilitairen uit ex-Joegoslavië doet de Telegraaf-columnist in toorn ontsteken. Waarom die zorg? Een oorlogsvlieger weet welke gevaren hij moet trotseren. Anders had hij niet in de cockpit moeten gaan zitten. „Nog even en dan wordt onze krijgsmacht een geheim genootschap van door bezorgde psychologen overeind gehouden zenuwpatiënten”, smaalt Smalhout. Alleen de geredde Amerikaanse piloot van de in april 1999 in Servië neergestorte ”stealth” bommenwerper had geen psycholoog nodig, zo voegt hij er cynisch aan toe.

Allochtonen
Grote moeite heeft hij ook met de „heiligverklaring” van allochtonen. Hulpverleners en beleidsmakers willen vooral rekening houden met allochtone gewoonten. Dat moet anders. Smalhout wijst op het verleden, toen allerlei groepen vreemdelingen welkom waren in ons land. Zij werkten hard, pasten zich aan en stuurden hun kinderen naar een Nederlandse school. Dergelijke immigranten zijn er ook nu zeker nog, stelt Smalhout. En zij verdienen onze gastvrijheid. Maar hij ergert zich aan het „zweverig-ethische gezwets” over de huidige allochtonen, die soms na een verblijf van tientallen jaren „nog geen woord Nederlands spreken, in getto's wonen en zich af en toe ernstig misdragen.”

De groep die het bij de Telegraaf-columnist verkorven heeft, zijn de progressieve doordrammers. „Zij teisteren op ieder gebied onze maatschappij omdat ze menen dat vooruitgang alleen maar mogelijk is, wanneer al het nog bestaande waardevolle uit vroeger tijden wordt vernietigd.” Zij zeggen alleen de blik op de toekomst te willen richten. Daarom noemt Smalhout hen „de vooruitkijkers.” Het feit dat dit ook de titel van de bundel is, geeft aan dat deze kritiek op de progressieven als een rode draad door het boek loopt.

In een sterk geseculariseerde samenleving kan het weldadig aandoen als opinieleiders de Joods-christelijke fundamenten van onze samenleving niet zomaar op de schroothoop willen gooien. Smalhout doet dat zeker niet. Hij beklemtoont de waarde van dit erfgoed.

Tegelijk manifesteert zich op het terrein van de theologie en wat daarmee samenhangt de kloof tussen Smalhout en de orthodox-protestantse levensovertuiging. Hij juicht het bijvoorbeeld toe dat moderne bijbelvertalers afwillen van het benoemen van God als Vader. Hij meent dat het beperkende begrip ”sekse” niet op de oneindige, gans andere God van toepassing kan zijn. Daarbij gaat Smalhout er gemakshalve aan voorbij dat de Heere Jezus Zelf spreekt over Zijn Vader. Hier is Smalhout zelf ten prooi gevallen aan moderne drammerigheid die het christelijk denken op de schop neemt.

Leegloop kerken
Over de leegloop van kerken maakt de Telegraaf-columnist zich ernstig zorgen. Dat is positief. Zijn analyse delen, is echter wat anders. De ontkerkelijking komt volgens hem doordat de pil niet mag, het condoom taboe is, de hostie alleen door rooms-katholieken gebruikt mag worden en de vrouw als priester niet deugt. Voor de nieuwe bisschop van Groningen, prof. dr. Eijk, heeft Smalhout weinig goede woorden over. Met de woorden van Paulus uit Efeze 4 raadt hij de roomse kerkvorst aan de nieuwe mens aan te doen en de oude af te leggen, omdat die te veel gestempeld is door strikte pro-lifestandpunten.

Smalhout is onmiskenbaar een geslaagd columnist. Hij weet in puntige taal dingen te zeggen. Daarbij overschrijdt hij soms grenzen, zeker als het gaat om zaken rond de Bijbel. Zeggen dat de Heere Jezus Zijn tegenstanders soms uitmaakte voor rotte vis, mag voor de moderne mens duidelijk zijn, maar overschrijdt de grens van het eerbiedige.

Veel van wat Smalhout over de samenleving zegt, snijdt hout en zal instemming ontmoeten. Dat hij in zijn stukken soms de nuance vergeet, heeft zeker te maken met het karakter van de bijdragen. Columns zijn naar hun aard recht toe, recht aan geschreven stukken. Smalhout wil de maatschappij genezen van haar kwalen. Zelf schrijft hij: „Of het echt helpt, weet ik niet. Maar met die onzekerheid heeft iedere dokter leren leven.”