Boekrecensie

Titel: Op de drempel, serie Christelijke Opvoeding
Redactie: dr. J. Stolk

Uitgeverij: Groen
Heerenveen, 1999
ISBN 90 5030 907 0
Pagina's: 198
Prijs: ƒ 27,50

Recensie door Sarina Brons-van der Wekken - 17 november 1999

De laatste fase
van de opvoeding

Oudere kinderen kun je niet meer dwingen. Toch hebben ze nog sturing nodig. Hoe kunnen ouders met kinderen in de leeftijd van 16 tot 20 jaar het beste contact houden met hun kind en het in de goede richting leiden? Het is de laatste fase van de opvoeding. Ouders moeten op steeds meer terreinen stappen terug doen. Over deze periode gaat het negende en voorlaatste deel van de serie ”Christelijke opvoeding”.

Vanuit verschillende invalshoeken wordt door diverse scribenten een aspect van het volwassen worden uiteengezet. Allereerst wordt geschetst dat jongeren een evenwicht moeten vinden op een aantal terreinen. Ze moeten leren dat vrijheid betekent dat je rekening houdt met grenzen. Zo lijkt het bijvoorbeeld ideaal om zelf te weten hoe laat je naar bed gaat, maar ook je lichaam vraagt zijn tol. Vrijheid betekent dat je kiest voor de beste mogelijkheid binnen je eigen grenzen en die van anderen. Zo zijn er onder meer maatschappelijke grenzen en grenzen die aangegeven worden door je geweten.

Jongeren moeten een balans vinden tussen hoe anderen tegen hen aankijken en hoe ze zichzelf ervaren. Ze moeten evenwicht vinden in wat ze denken te kunnen en wat ze werkelijk kunnen. Natuurlijk stoten ze wel eens hun neus. Maar dat is beter dan helemaal niets ontdekken. Sommige jongeren sluiten hun ontwikkeling vroegtijdig af door niet zelf te experimenteren. Dit lijken voorbeeldige kinderen. Toch moeten ouders alert zijn dat de keuzes ook werkelijk die van hun kind zijn. Brave jongeren moeten uitgedaagd worden. Anders dreigt het gevaar dat ze de beslissingen van ouders nabootsen. En dat houdt geen stand, als er werkelijk kritisch doorgevraagd wordt.

Oeverloos geklets
Het tweede hoofdstuk gaat over vriendschap en verkering. Vrienden zijn erg belangrijk voor de emotionele steun. Er komen heel hechte vriendschappen voor, vooral tussen meisjes. Vaders kunnen zich enorm opwinden over oeverloos geklets door de telefoon. Het gaat inderdaad vaak niet eens zozeer om de inhoud, maar vooral om de emotionele behoefte contact te hebben. Ouders kunnen zo nodig grenzen aangeven. Er komt helaas ook veel eenzaamheid voor. Soms kan een ouder helpen om een drempel op te ruimen in het contact met anderen. Het is handig om te weten welke valkuilen je moet vermijden. Wat te doen bij ongewenste vriendschappen? Hoe ga je om met de verkering van je kind? Op praktische en bewogen manier worden handvatten aangereikt.

Dat geldt ook voor het hoofdstuk over kinderen in de mist. Wat doe je als de politie in verband met een misdrijf van je kind op de stoep staat? Trap je hard op de rem, zoals een automobilist die in een mistbank duikt? Grote kans dat je meer brokken maakt dan bij beheerst en overwogen handelen. De auteur, drs. J. Westland, geeft aan welke gevoelens bovenkomen bij ontsporingen. Gevoelens van pijn en verdriet snijden door je hart. Er komt twijfel of je wel een goede opvoeder bent. Je voelt schaamte omdat je opvoeding faalt. Machteloosheid en moedeloosheid geven in dat het allemaal geen zin meer heeft om nog verder te gaan met je kind. Het kwaad is geschied. Ook woede en teleurstelling zullen bovenkomen.

Ds. Westland laat zien hoe ondanks al die gevoelens die zo verlammend zijn, ouders toch kunnen reageren. Hij tekent dat trots een liefdevolle omgang met kinderen in de weg staat. Aanvaarding, relativering en begrip zijn sleutelwoorden om samen verder te gaan. Ouders kunnen de neiging krijgen achterdochtig te worden, zeker als ze al een paar keer bedrogen zijn. Toch moeten ze proberen om telkens opnieuw weer vertrouwen te schenken.

Afstand nemen
Hoofdstuk vier gaat over zaken rond het geloof. Ook hierover zullen keuzes gemaakt worden. Wat een blijdschap als een kind serieus omgaat met de dingen van Gods Koninkrijk. Wat een teleurstelling als het kind onverschilliger wordt. Scherp tekent de auteur, Chr. J. Weststrate, dat goed luisteren zo belangrijk is. Vaak zitten ouders klaar met pasklare antwoorden, terwijl een kind iets anders bedoelt. Steeds maar weer moeten ouders realiseren dat het gaat om wat goed is voor hun kind, niet om tegemoet te komen aan hun eigen behoeften. Wat doe je als je zoon zondagmorgen zegt niet meer naar de kerk te gaan? Wat doe je als je een verkeerd boek onder het matras vindt? En wat is een passende reactie als je dochter plompverloren zegt dat ze Jezus lief heeft gekregen?

Het laatste hoofdstuk geeft aan welke rol ouders kunnen vervullen in studiekeuze, sollicitaties, werk en geldbesteding.

Het boek is grondig en praktisch. Steeds is er de link met de ouders: wat moeten zij ermee aan als hun kind verandert? Op welke manieren kunnen ze voor hun kind tot een steun zijn? Door het hele boek verweven is de gedachte dat ouders meer en meer keuzes moeten respecteren. Dat ze echt afstand moeten nemen, omdat het kind zelf dingen moet uitzoeken. Net zoals een kind zelf moet leren zwemmen. Krijgt het altijd ondersteuning, dan zal het zelf de kunst van het zwemmen nooit machtig worden. Waardoor het kind verdrinkt als het erop aankomt om zelf boven water te blijven.

Hoeveel onzekerheid het ook kan geven, ouders moeten hun kind loslaten. Anders wordt hij nooit volwassen. Ze kunnen niet aan de hand van de ouders verder lopen, omdat zij zelf later aanspreekbaar zijn. Ouders worden klankborden die goed moeten luisteren naar wat er in hun kind omgaat. Er worden verschillende voorbeelden gegeven van gesprekken waarin het kind zijn frustratie of afkeer nogal ongelukkig verpakt. Ouders moeten hier alert op zijn.

Eerlijkheid
Soms willen ouders een moeilijk onderwerp bespreken met hun kind, maar weten ze niet hoe. In het boek staan veel voorbeelden van hoe je een gesprek kunt openen en hoe je het af moet ronden. Dat laatste hoeft niet pas nadat alles uitgeplozen is of als de ouder gelijk krijgt. Kinderen moeten ook ruimte krijgen het gehoorde te verwerken en kunnen er later op terugkomen.

Opvoeden heeft veel te maken met hoe ouders zelf in elkaar steken. Juist ook in deze levensfase realiseert een ouder zich welke dingen er in zijn leven aan schorten. Omdat het kind vraagt naar redenen en naar de echtheid van een levenshouding. Verschillende keren is te lezen dat ouders hun zwakke kanten best mogen noemen, ja dat dat zelfs beter is. Eerlijk zijn is een sleutelwoord naar kinderen toe. Eerlijk erkennen wat je moeilijk vindt, zorgt uiteindelijk voor meer gezag. Juist omdat je je gezag niet zonder meer kunt opleggen. Het gaat in deze levensfase eerder om meedenken en meeleven. Het wordt steeds meer het contact van volwassenen onder elkaar.

Graag beveel ik dit boek van harte aan. Het staat vol waardevolle informatie, waar ouders veel aan kunnen hebben. Ook al zijn er niet echt problemen in het gezin.