Boekrecensie

Titel: Leren om te leven
Auteur: ds. P. van der Kraan, ds. A. J. van den Herik en drs. N. A. Broer
Uitgeverij: Groen
Heerenveen, 1998
ISBN 90 5030 948 8 (werkboek) en 90 5030 946 1 (lesboek)

Recensie door drs. J. P. Proos - 4 november 1998

De Bijbel open in nieuwe catechisatiemethode

Geloofsoverdracht niet maakbaar

„Geloofsoverdracht is niet maakbaar. Geen enkele methode waarborgt succes. Het geloof is een gave van Gods Geest”. Dit korte citaat is afkomstig uit een nieuwe methode van geloofsoverdracht. De auteurs, ds. P. van der Kraan uit Bleskensgraaf, ds. A. J. van den Herik uit Moordrecht en drs. N. A. Broer (docent pedagogiek aan pabo De Driestar), hebben geprobeerd in deze nieuwe catechisatiemethode de Bijbel centraal te laten staan.

Daarnaast gaat het om de leer van de kerk, die elke keer gerelateerd wordt aan de Schrift. In de eerste twee delen staat de Schrift centraal, in de volgende delen meer de leer. Via bijbelstudies aan het begin van iedere les willen de auteurs laten zien dat de plaats van de Bijbel bij de catechese een centrale plaats is.

In deze bespreking gaat het over het lesboek voor de jongste catechisanten. Het eerste deel van dit lesboek bevat een inleiding op de Bijbel en behandelt de geschiedenissen van het Oude Testament. Het tweede deel bevat een inleiding op het Nieuwe Testament en een behandeling van het leven van de Heere Jezus en een korte bespreking van de brieven. Daarnaast is er per deel een verwerkingsboekje waarin de antwoorden kunnen worden opgeschreven. Er is een uitvoerige handleiding bijgevoegd waarin de werkwijze uiteen wordt gezet.

Het lesboek is fraai uitgegeven. In korte teksten wordt informatie verstrekt over een bijbels tijdperk of een persoon uit de Bijbel. Tekeningen van Jaap Kramer verlevendigen de tekst. In veel hoofdstukken zijn gedeelten in een kader gezet, waarbij informatie wordt gegeven over een bepaalde tijd of waarin lijnen worden getrokken naar het heden.

Lesvragen
In het werkboek worden lijnen getrokken naar de belijdenisgeschriften, zowel de Heidelbergse Catechismus als de Nederlandse Geloofsbelijdenis. De lesvragen zijn goed geformuleerd en zijn bedoeld om thuis te maken. Ook de opdrachten zijn bedoeld als huiswerk. Vaak zijn dat opdrachten waarbij men de antwoorden moet opzoeken in de Bijbel of in de belijdenisgeschriften. Elke les is er ook een opdracht om een (gemakkelijke) tekst uit de Bijbel te memoriseren. Een andere keer moet de Apostolische Geloofsbelijdenis uit het hoofd geleerd worden.

Er is veel zorg besteed aan deze uitgave. Niet alleen aan het opstellen, ook aan het uitproberen. Verschillende predikanten hebben deze methode in hun catechisatielessen beproefd. De methode is aan hun bevindingen aangepast. Als predikanten tot zo'n uitgave komen, laten ze daarmee zien dat ze de opdracht tot catechiseren serieus nemen. Het onderwijzen in de geloofsleer is niet eenvoudig en toch bijzonder waardevol. Daarom is dit initiatief bijzonder toe te juichen. Het spreekt vanzelf dat de auteurs bij hun werk uitgegaan zijn van Gods geïnspireerde Woord. Ook weten ze zeer wel dat alleen de Heilige Geest een methode kan gebruiken om het geloof te planten in de harten van de jonge catechisanten.

Feestrollen
Als ik nu een paar kleine punten opnoem die waarschijnlijk over het hoofd zijn gezien, wil ik daarmee de waarde van de methode niet tenietdoen. Op bladzijde 17 wordt gesuggereerd dat er negen feestrollen zijn. Dat is in strijd met wat op bladzijde 47 staat. Daar staat –terecht– dat er maar vijf feestrollen zijn.

In de tekening op bladzijde 47 wordt aangegeven dat het Wekenfeest samenvalt met Hemelvaart, maar dat moet zijn: met Pinksteren. Het is niet gebruikelijk om in het Nieuwe Testament God aan te duiden met de oudtestamentische naam HEERE (blz.100). Het is evenmin waarschijnlijk dat de Joden God nooit als Vader zouden aanduiden (blz.105), ze zeggen immers zelf tegen de Heere Jezus dat ze maar één vader hebben, namelijk God (Joh. 8:41). Verder ontgaat me de zin van het verhaaltje over Woutertje Pieterse op bladzijde12.

Tijdschema
Ik heb ook nog een opmerking over het tijdschema van een catechisatieles zoals die gegeven wordt in de handleiding. Alleen een strakke manier van lesgeven zal het gewenste resultaat te zien geven. De vraag is echter of het gewenst is. Een te strakke manier geeft weinig ruimte voor vragenstellen. Er is dan ook geen ruimte voor de catechiseermeester die op een gegeven moment wat meer persoonlijk wordt in het contact met de catechisanten en die daarover het een en ander wil vertellen.

Tot slot wil ik opmerken dat deze methode, hoe goed bedoeld ook, een grote overlap laat zien met datgene wat de catechisanten op de basisschool al gehoord hebben, maar ook met datgene wat ze overdag op de christelijke/reformatorische middelbare school bij het vak godsdienst behandeld hebben.

Waarom is er geen mogelijkheid de godsdienstles en de catechisatiemethode beter op elkaar af te stemmen? Zou het niet veel beter zijn de scholen voor voortgezet onderwijs de achtergronden van de Bijbel en de grondgedachten over verbond en Koninkrijk van God te laten behandelen, waarbij op de catechisatie via bijbelstudies of bijbelse verhalen een lijn getrokken wordt naar de geloofsleer, waarbij systematisch de catechismus geleerd wordt en op eenvoudige wijze verteld wordt wat nodig is tot zaligheid?