Boekrecensie

Titel: ADHD, niet alleen maar druk, Auteur: Herman van Tinteren
Uitgeverij: Tirion
Baarn, 2001
ISBN 90 4390 062 1
Pagina's: 144
Prijs: ƒ 29,50

Recensie door drs. W. M. v.d. Zalm-Grisnich - 17 oktober 2001

Dr. Van Tinteren wil begrip kweken voor kinderen met ADHD

Met een ”drukkeling” bij de dokter

Kinderen met ADHD zijn niet alleen maar druk. Ook aspecten zoals impulsiviteit en concentratieproblemen spelen een rol. Je kunt daarom niet spreken van ”het” ADHD-kind. Elk kind met ADHD vraagt om een eigen aanpak en behandeling. Kinderarts Herman van Tinteren wil ouders handreikingen geven voor het omgaan met kinderen met ADHD.

Zo'n tien jaar geleden deed de term ADHD (”attention deficit hyperactivity disorder”) intrede in ons land. Voorheen werden drukke kinderen ook wel aangeduid met de term MBD. Kinderen met ADHD worden gekenmerkt door een slechte concentratie, impulsief gedrag en overbeweeglijkheid. Niet alle kinderen met ADHD hebben al deze aspecten in dezelfde mate. De buitenwereld ziet vooral het drukke en impulsieve gedrag, terwijl de concentratieproblemen met name op school naar voren komen.

Sommige mensen menen dat drukke kinderen 'gemaakt' worden door onze drukke en jachtige maatschappij. Anderen leggen de schuld bij de ouders, die hun kinderen niet meer streng genoeg aanpakken of te veel afwezig zijn.

Veel is er al gezegd en geschreven over ADHD. Toch meent dr. Van Tinteren een boek toe te kunnen voegen aan de reeks publicaties, om vooral ouders te laten weten wat er nu allemaal waar is van wat gezegd wordt over het ”modeverschijnsel” ADHD. Hij wil met name inzicht geven in en begrip kweken voor het drukke gedrag van het kind en wil ouders helpen beter om te gaan met hun ”drukkeling”.

Dichtbij
In ”ADHD, niet alleen maar druk” worden moeilijke termen en jargon zo veel mogelijk vermeden. Van Tinteren probeert dicht bij de ouders te gaan staan, ook in zijn schrijfstijl is dat duidelijk te merken. Hij heeft het ook vaak over ”uw kind”, op een haast kameraadschappelijke manier, en maakt soms bemoedigende opmerkingen, waardoor ouders zich begrepen zullen voelen. Je zit als het ware tegenover deze kinderarts in de spreekkamer, terwijl hij van alles vertelt over ADHD.

Uitgelegd wordt dat druk gedrag ook veroorzaakt kan worden door omstandigheden in een gezin of een aantal syndromen. ADHD kan echter ook samengaan met een aantal kinderpsychiatrische problemen (comorbiditeit). Voor een leek is het daarom heel moeilijk om te achterhalen wat de oorzaak is van druk gedrag. Bij de uitgebreide beschrijving die Van Tinteren geeft van de kenmerken van ADHD geeft hij regelmatig aan wat nu het verschil is tussen een kind met en een kind zonder ADHD. Daardoor kun je als ouders al een aantal afwegingen maken wanneer je twijfelt over het gedrag van je kind.

Veel aandacht wordt gegeven aan de complexiteit van gunstige en ongunstige opvoedingsomstandigheden en de impact daarvan op het gedrag van kinderen. De algemene opvoedingsprincipes, of het kind nu wel of geen ADHD heeft, vindt de schrijver zo belangrijk (ook ter voorkoming van druk gedrag) dat hij daar een lang hoofdstuk aan wijdt. Jammer dat de schrijver beweert dat „men in het gezin in de loop van de tijd wel geleerd zal hebben hoe het beste met een kind met ADHD kan worden omgegaan” (pag. 93). Jammer, omdat ouders die juist niet meer weten wat ze met hun kind met ADHD aanmoeten –en dat kunnen er veel zijn– hierdoor de indruk kunnen krijgen dat ze uitzonderingen zijn.

Verschillende leeftijden
Omdat gedrag op allerlei leeftijden verschillend geïnterpreteerd dient te worden, besteedt de schrijver apart aandacht aan drukke kleuters en drukke pubers. Helaas is er geen apart hoofdstuk over kinderen in de basisschoolleeftijd, terwijl dat toch de leeftijd is waarop ADHD veelal onderkend en vastgesteld wordt. Wel is er een apart hoofdstukje over ”Het kind op school”, maar dat is algemener en beslaat verschillende leeftijdscategorieën. Zaken zoals huiswerk en schoolkeuze worden daarin besproken.

In het hoofdstuk over pubers is het regelmatig niet duidelijk of de schrijver het over pubers in het algemeen heeft of specifiek over pubers met ADHD. Daardoor zijn normaal en afwijkend gedrag niet altijd helder te onderscheiden.

Diagnose en behandeling
Nadat uitgebreid is uitgelegd wat ADHD is, wordt aandacht besteed aan de vraag die ouders zich mogelijk stellen: Hoe kom ik erachter of mijn kind werkelijk ADHD heeft? Duidelijk wordt uitgelegd welke mogelijkheden er in de hulpverlening zijn om een kind op ADHD te laten onderzoeken. Opvallend is dat Van Tinteren beweert dat ook orthopedagogen en psychologen de diagnose ADHD kunnen stellen. Een bewering die velen niet met hem zullen delen, omdat ADHD een kinderpsychiatrische/medische diagnose is! Wel kan een orthopedagoog sterke vermoedens hebben van ADHD, maar een diagnose stellen gaat te ver.

Duidelijk wordt beschreven wat er na een aanmelding bij een arts of hulpverlener allemaal gaat gebeuren. De lezer wordt zo goed voorbereid. Aan het eind van het boekje beschrijft Van Tinteren helder welke mogelijkheden voor behandeling er zijn. Veel aandacht wordt besteed aan de voor- en nadelen van medicatie. Verder beschrijft de auteur het belang van gedragstherapie als aanvulling op de medicatie en ten slotte worden verschillende alternatieve behandelvormen onder de loep genomen.

Positief is de aandacht die besteed wordt aan het belang van overleg met het kind dat medicatie moet gaan gebruiken (psycho-educatie). Het kind (en vooral de puber!) moet er zelf achter staan en weten waarom het medicatie gaat gebruiken.

Laagdrempelig
Het boekje van dr. Van Tinteren vormt een welkome aanvulling op de in de handel zijnde boeken over ADHD. Vooral de laagdrempeligheid ervan maakt het geschikt voor een grote doelgroep. Ouders, leerkrachten en iedereen die geïnformeerd wil worden over kinderen met ADHD zal dit boek zeker aanspreken.