Boekrecensie

Titel: Een e-mail van Lumie
Auteur: Ben Slingenberg

Uitgeverij: Callenbach
Kampen, 2001
ISBN 90 26610807
Pagina's: 141
Prijs: ƒ 21,50

Recensie door Mariska Wolters - 13 september 2001

Sterfgeval in klas was voor Ben Slingenberg aanleiding tot schrijven ”Een e-mail van Lumie”

Anders dan een computerspelletje

Als Ben Slingenberg voor het tweede jaar voor de klas staat, krijgt hij op een avond een ingrijpend telefoontje. De ouders van Corina, een meisje uit zijn groep 7, vertellen dat hun dochter is verongelukt. De verwerkingsperiode met de klas vormt de aanleiding voor ”Een e-mail voor Lumie”, een boek dat gaat over een schoolmeisje dat aan kanker overlijdt. Slingenberg geeft aan geen antwoorden te willen geven, hij wil vooral vragen oproepen. „Kinderen moeten zelf beslissen wat ze ermee doen.”

Een hoog herenhuis, aan de karakteristieke markt van Veere. Toeristen eten ijsjes op het terras, slenteren naar de mooie haven of kopen snoepgoed in oma's snoepwinkeltje. Achter de deur met het naambordje Slingenberg valt er van het rumoer buiten weinig meer te horen. „We wonen hier geweldig. Een oude bovenmeesterswoning, die ik kon overnemen toen het bestuur van de schoolvereniging er af wilde.”

Ben Slingenberg wijst op de kast in de gang. Naast zijn boek ligt een werkstuk met een foto van een meisje. Het is gemaakt door de ouders van Corina. Slingenberg kreeg het tijdens de presentatie van zijn boek. Als bedankje en als felicitatie bij het uitkomen van ”Een e-mail van Lumie”.

Even later, in de tuin, begint Ben Slingenberg te vertellen, bijna op dezelfde manier als hij schrijft. Gevat, direct, maar ook vol emotie. „De gebeurtenissen rond het sterven van Corina staan voor de gebeurtenissen in de klas van Lumie die in het boek worden beschreven. Maar het is ook weer helemaal anders. Net als Corina is ook Lumie een bijzondere, pittige meid. Toch heb ik bewust geprobeerd haar niet te veel op Corina te laten lijken. Daarom heb ik in mijn boek als doodsoorzaak niet voor een verkeersongeluk maar voor een ziekte gekozen.”

Telefoontje
Ben Slingenberg kan zich het telefoontje nog goed herinneren. „Ik wist echt even niet wat ik moest, hoe moest ik zoiets ooit aan de klas vertellen? Ik kwam voor m'n gevoel net kijken, had nooit iets meegemaakt. Ik heb toen 's avonds laat een leraar van de pabo gebeld, of er boeken waren die ik in deze situatie aan de klas kon voorlezen. Hij raadde me ”Vlinder voor Marianne” van Virginia Lee aan. Dat heb ik toen voorgelezen.”

De emoties die loskwamen waren intens. Ze schiepen volgens Ben Slingenberg een band. „Nog steeds heb ik een bijzondere relatie met de leerlingen uit die klas.” Het leven gaat door. Ben Slingenberg trouwt –met een onderwijzeres–, krijgt kinderen en wordt directeur van een christelijke basisschool in Veere.

Wanneer zijn dochter even oud is als Corina destijds, neemt de leraar weer contact met de ouders van het overleden meisje op. „Ik besefte opeens hoeveel zij geleden moeten hebben.” Hij schrijft een brief van acht kantjes waarin hij zijn gevoelens en gedachten over Corina beschrijft. Slingenberg: „Dat waardeerden ze erg. Het gaf hun het gevoel dat ze niet de enigen waren die nog steeds aan hun dochter dachten.”

Hartklachten
De onderwijzer schrijft zich in voor een cursus rouwverwerking bij kinderen. „Die werd georganiseerd omdat een jongen van de openbare school overleed. Zijn sterven greep ook bij mijn leerlingen diep in, omdat in zo'n kleine gemeenschap als Veere iedereen met iedereen speelt. Veel van mijn leerlingen kenden hem.” Weer bedenkt de leraar dat het goed zou zijn als er een verhaal was dat gebruikt zou kunnen worden in de klas. „Het verhaal zat als het ware in m'n hoofd, maar het kwam er gewoon niet van om het te schrijven.”

Opeens verandert er veel in Slingenbergs leven. „Voor de klas werd ik niet goed. Het bleek m'n hart te zijn. Toch! Ook al hadden de artsen me met klem verteld dat het in ieder geval geen hartklachten waren waarmee ik al een poosje tobde. Ik kwam in het ziekenhuis te liggen. Het was al snel duidelijk dat ik niet meer voor de klas zou komen te staan. Daar zat ik dan. Thuis, zonder leerlingen. Met alleen m'n laptop.”

Hoewel de aanleiding triest was, had Ben Slingenberg nu wel de rust om te schrijven. „Het verhaal vloog eruit.” Binnen drie maanden was de eerste versie klaar. Voor die tijd had hij eigenlijk nooit een verhaal op papier gezet. Slingenberg: „Ik schreef alleen scripts voor de eindfeesten van groep 8.

Ik heb ”Een e-mail voor Lumie” allereerst geschreven voor de cursus rouwverwerking. Ik hoopte dat het wellicht gebruikt zou kunnen worden op scholen. Kinderen van nu worden veel met de dood geconfronteerd. Tijdens een computerspelletje vallen er soms wel honderd doden per minuut. Op de televisie is het al niet veel beter. Het is goed dat kinderen weten dat bij een sterfgeval in het echte leven hevige emoties vrijkomen.”

Dat het verhaal uiteindelijk bij uitgeverij Callenbach is beland, is te danken aan Slingenbergs familie, collega's en de kinderen van de basisschool. Slingenberg: „Toen ik een deel van het verhaal in een klas voorlas, reageerden de leerlingen met: „Het is net een echt boek, meester.” Toch waren diezelfde kinderen ook kritisch. Ze vonden sommigen delen te langdradig of te weinig spannend.”

Voor het boek uiteindelijk in de boekhandel lag, gingen er vele maanden overheen. „Ik had geen idee hoe zoiets gaat, een boek uitgeven. Het bleek dat er nog heel wat aan veranderd moest worden. Het perspectief klopte bijvoorbeeld niet overal. En ook moesten sommige personages verder worden uitgewerkt. Gelukkig bleef de verhaallijn overeind. Dat vond ik het belangrijkste.”

Begrafenisje
Ben Slingenberg vertelt dat een sterfgeval door kinderen heel anders wordt verwerkt dan door volwassenen. „Kinderen verwerken emoties heel snel. Vaak via een spel. Ze spelen dan bijvoorbeeld begrafenisje.” De schrijver heeft daar in zijn boek rekening mee gehouden. „Serieuze en leuke momenten wisselen elkaar af. Dat past bij kinderen.”

Hij vond het ook belangrijk om veel humor in zijn boek te gebruiken. Kinderen als Daan en Roos maken de ene gevatte opmerking na de andere. Als lezer vraag je je wellicht af of iemand echt altijd zo grappig kan zijn. Ben Slingenberg: „Kinderen zijn tegenwoordig heel gevat. Daar sta je versteld van. Bijna alle grappen die ik in het boek heb verwerkt, komen uit m'n ervaring als docent. Het is natuurlijk wel zo dat je de leukste onthoudt. Daarom kunnen sommige personen wel erg rap en humoristisch overkomen. Maar dat had ik ook nodig als tegenwicht voor serieuze stukken.”

In het boek speelt Eefje de rol van observeerder. Slingenberg: „Via haar krijgen de lezers een kijkje in de klas. Het is heel bewust dat zij een vrij stil, niet te opvallend meisje is geworden. Ik wilde de aandacht niet van de gebeurtenissen afleiden.”

Het dagboek van Anne Frank neemt in ”Een e-mail van Lumie” een grote plaats in. Lumie wil graag weten hoe Anne Frank zich de laatste dagen gevoeld moet hebben en schrijft voor het project van school haar dagboek af. Een van de laatste dagen van haar leven bezoekt ze als eregast het Anne Frankhuis in Amsterdam. Het idee achter het Anne Frank-project is in de praktijk geboren. Slingenberg: „Ieder jaar hebben we rond 5 mei een groot project. De groepen 7 en 8 verdiepen zich dan in het leven van Anne.”

Uitkomst
Hoewel Ben Slingenberg z'n hele leven op christelijke scholen heeft gewerkt, is de school van Eefje en Lumie niet als zodanig te definiëren. Slingenberg: „Dat is heel bewust. Ook waar het verhaal zich afspeelt, heb ik opengehouden. Daardoor wilde ik het boek voor alle kinderen toegankelijk maken. Ik wil niet dat onkerkelijke kinderen afhaken omdat het boek niet over hen gaat.”

Her en der komen christelijke elementen naar voren. Zoals bij Daan, die beweert dat er een eeuwig leven is. En bij Peter, die een Bijbel heeft gekocht. Jan, die Lumie verpleegt, vertelt over de Heere Jezus en hoe fijn het is om bij Hem te zijn.

„Om die christelijke elementen kun je bij zo'n onderwerp niet heen. Dat wilde ik ook niet, omdat het anders een heel triest verhaal zou worden. Door het geloof is er uitkomst. Zelfs na de dood. Daarover wil ik kinderen aan het denken zetten. Laat ze er maar met vriendjes of met hun ouders over doorpraten. Dan kunnen ze zelf beslissen wat ze ermee doen.”

Ben Slingenberg is nog niet uitgeschreven. Hij volgt momenteel in Amsterdam een opleiding voor kinderboekenschrijver. Slingenberg is er enthousiast over. „Ik heb in schrijven een nieuwe levensvulling gevonden, ik vind het geweldig. Gedurende het schrijven komen personen tot leven. Bovendien is het goed te combineren met m'n ziekte. Voel ik me een keer minder goed, dan doe ik het een dagje rustig aan.”

Vol vuur vertelt hij over de manuscripten die inmiddels af of bijna af in z'n kast liggen. „Ik heb een verhaal geschreven over een gehandicapte jongen. Het zit technisch goed in elkaar, maar ik ben met de verhaallijn nog niet zo tevreden.”

Contenter is hij over een boek dat inmiddels bij de uitgever ligt. „Het verschijnt eind oktober, onder de titel ”Soms wens je alles anders”, en het gaat over twee kinderen die erachter komen dat opa een geheim heeft. Ook dit boek zal kinderen aan het denken zetten, over normen en waarden, over keuzes maken. Dat vind ik belangrijk.”