Boekrecensie

Titel: Kracht en ruimte voor vrouwen
Auteur: Bea Annot-Mekelenkamp

Uitgeverij: Kok
Kampen, 2000
ISBN 90 435 0266 9
Pagina's: 224
Prijs: ƒ 31,50

Recensie door Gerie-Anne van den Brink - 4 april 2001

Bea Annot-Mekelenkamp pleit voor zelfstandigheid én overgave

Vrouwen op zoek naar balans

Er zijn dilemma's te over voor vrouwen vandaag: wel buitenshuis werken als je de zorg voor een gezin hebt? Of juist pertinent niet? Je altijd opofferen voor anderen of vooral kiezen voor jezelf? Het blijkt vaak lastig te zijn voor vrouwen een balans te vinden tussen de vele verwachtingen en verantwoordelijkheden die op hen afkomen. Om het vinden van die balans gaat het Bea Annot-Mekelenkamp in haar boek ”Kracht en ruimte voor vrouwen”.

Wie argeloos de inhoudsopgave van het boek opslaat, wordt al direct overspoeld door de veelheid van begrippen waarmee de diverse thema's worden aangeduid. ”Doorbreken of doorgeven – De confrontatie – De verandering – Autonomie – Vrijheid”, zomaar een kleine greep uit een willekeurig hoofdstuk (4).

Niettemin is de structuur van het boek helder: via de thema's ”Kind van je ouders”, ”Volwassen worden” en ”Volwassen vrouwen” komt de auteur uit bij de onderdelen ”Ouder van je kind” en ”Volwassen kind van je ouders”. Een niet gering pakket.

In elke levensfase blijkt het belang van het vinden van een bepaalde balans onmiskenbaar. Met name betreft dat de balans tussen enerzijds „toewijding en overgave” –eigenschappen die vrouwen zich volgens de auteur van oudsher hebben eigengemaakt– en anderzijds „autonomie en vrijheid” –zaken waar vrouwen in de regel meer moeite mee hebben. De spannende vraag is natuurlijk hoe dat komt.

Beelden
In het antwoord dat Annot op deze vraag geeft, draait alles om de beelden die we hebben. Beelden spelen volgens haar een sleutelrol in al onze relaties. Zo krijgen mensen van huis uit een bepaald beeld van God mee en hebben ouders getracht hun kinderen naar hun ”gesneden beeld” te vormen (hoofdstuk 1). Bij het volwassen worden ontwikkelen mensen een bepaald zelfbeeld én een beeld van anderen om zich heen (hoofdstuk 2). Volwassen vrouwen proberen niet zelden aan een in hun leefwereld geldend (ideaal)beeld te voldoen (hoofdstuk 3), en vormen hun kinderen op hun beurt ook weer naar zo'n beeld (hoofdstuk 4). Ten slotte werkt ook het meegekregen beeld van de relatie tussen een volwassen dochter en haar (zorg vragende) ouders op een bepaalde manier uit in de praktijk (hoofdstuk 5). Al deze beelden blijken naar hun aard beperkt, maar tegelijkertijd in hun doorwerking zeer bepalend te zijn.

Met klem benadrukt de auteur dat de gesneden beelden en de daarbij behorende verwachtingen van ouders geen voorwaarde voor de liefde tot hun kind(eren) mogen zijn. De grondtoon die ieder mens hoort mee te krijgen is er een van onvoorwaardelijke aanvaarding en erkenning. Annot relateert die begrippen aan het Hebreeuwse woord ”tov” (vergelijk ons tof), een woord dat in Genesis 1 in verband met de schepping gebruikt wordt: „En God zag dat het goed (tov) was.” De mens mag er zijn. Ook na de ontzettende breuk die er door de zondeval gekomen is, blijft dit volgens de auteur (onder verwijzing naar Ex. 2:2) van kracht.

Gebrokenheid
Intussen heeft mevrouw Annot wel oog voor de realiteit van de gebrokenheid waarin we leven. Waarin kinderen zich níét aanvaard en welkom weten. Waarin zij de problemen en het onverwerkte verdriet van hun ouders moeten compenseren en opvangen. Waarin volwassenen elkaar met graagte duwen „in de mallen van gesneden beelden.” Waarin mensen door aan ieders verwachtingen te willen voldoen, zichzelf kwijtraken.

Wie die gebrokenheid aan den lijve ervaart, kan daar op verschillende manieren mee omgaan. Je kunt pijnlijke herinneringen verdringen en ontkennen – en ze zodoende onderhuids door laten woekeren. Je kunt ze je ook bewust te binnen brengen. De auteur noemt dit het „opmaken van de balans.” „Volwassen worden is een overzicht maken van een winst- en verlieskant.” Enerzijds brengt men zo het goede en waardevolle dat is ontvangen in kaart, anderzijds doet men dat ook met de „tekorten”, de „pijnposten.” Wellicht confronterend, maar wel heilzaam. Het geeft je namelijk de mogelijkheid actief te werken aan een beter evenwicht in je leven. Dat klinkt overigens gemakkelijker dan het is. Want de mens is van nature conservatief en laat uit angst voor verandering, voor het onbekende, de dingen doorgaans maar liever zoals ze zijn.

Om werkelijk bevrijd van de „pijnposten” te kunnen leven, acht de auteur het erkennen én het leren loslaten van de daarmee gepaard gaande haat en pijn noodzakelijk. De vicieuze cirkel van herhaling, het vervallen in dezelfde fouten, kan zo doorbroken worden. Te vaak worden volgens haar de vier „grondaspecten van iedere volwassene”, te weten autonomie en vrijheid, overgave en toewijding, gesplitst in een mannen- en een vrouwengedeelte. De maatschappij, maar zeker ook de kerk is daar volgens haar debet aan.

Norm
Bij een dergelijke vaststelling rijst natuurlijk wel de vraag in hoeverre het verlangen naar meer autonomie en vrijheid gevoed wordt door de geest van de tijd, dan wel door de wens bijbelse principes te willen honoreren. Hoe dat ook zij, terecht merkt de auteur op dat autonomie altijd in balans dient te zijn met overgave en toewijding aan de ander. Waar mensen zichzelf tot norm maken, verwordt autonomie tot zelfverheffing.

Onmiskenbaar is ”Kracht en ruimte voor vrouwen” met enthousiasme geschreven. Het is afwisselend, levendig, vol vaart en bevat concrete voorbeelden. Origineel zijn de in de tekst ingeweven verhalen (in de stijl van Marianne Fredriksson) waarin de lezer de zoektocht van vier mensen naar hun levensbalans kan volgen.

Hoewel het boek hier en daar wat springerig is en sterk associatief, bevat het veel nuttige informatie – en niet alleen voor vrouwen. Het is gemakkelijk op de klank van woorden zoals autonomie en vrijheid af de inhoud van dit boek zonder meer terzijde te leggen. Dat zou echter jammer zijn. Om het met de auteur zelf te zeggen: „Een boek lezen is een manier om je te spiegelen. Je kunt er je voordeel mee doen en je maakt zelf de keuze in hoeverre je er je eigen denkbeelden door laat beïnvloeden.” Dat laatste vereist natuurlijk wel een zekere mate van volwassenheid.