Boekrecensie

Titel: Het hoort er allemaal bij
Auteur: Liedeke Harting-Dondorp

Uitgeverij: Navigator
Driebergen, 2000
ISBN 90 7065 650 7
Pagina's: 104
Prijs: ƒ 17,90

Recensie door drs. S. H. Brons-van der Wekken - 10 januari 2001

Als kinderen
groot worden

In de periode dat ze op de basisschool zitten, maken kinderen een enorme ontwikkeling door. Wat zit er een verschil tussen een peuter die net op school komt en een tiener die de basisschool gedag zegt! Gedurende die periode zijn er onderwerpen waar vrijwel alle ouders van kinderen tussen zes en twaalf jaar mee te maken hebben. Hierover schrijft Liedeke Harting in haar boekje ”Het hoort er allemaal bij”.

De schrijfster is orthopedagoge en moeder van drie opgroeiende dochters. De twintig hoofdstukken zijn eerder verschenen in Langszij, een kwartaaluitgave over (geloofs)opvoeding.

Het boekje is niet dik. Toch is de auteur in staat om in een kort bestek veel informatie te geven. Elk hoofdstuk begint met een korte situatieschets: een conflict door een samenspel van omstandigheden, een groot verlangen naar een huisdier, de pijn van een opa die ernstig ziek is en zal gaan sterven, het aanleren van goede manieren, het omgaan met moderne media, en nog veel meer dingen die opvoeders tegenkomen als hun kind groter wordt.

Na de situatieschets beschrijft Liedeke Hartman eerst in het algemeen welke dingen er spelen. Vervolgens analyseert ze de situatie. Als er verschillende onderdelen uitgesplitst worden, is de situatie beter beheersbaar. Tenslotte geeft ze praktische wenken om met verstand een ongewenste situatie op te lossen. De vragen aan het einde van elk hoofdstuk zetten aan tot nadenken over hoe het er in je eigen gezin aan toegaat.

Door de kernachtige manier van schrijven weet ze veel mee te geven, soms zomaar tussen de regels door. Bijvoorbeeld dat je de juiste woorden leert voor de juiste lichaamsdelen. „Een kind komt bijvoorbeeld niet uit een buik maar uit een baarmoeder.” Ze wijst er ook op dat het goed is om allerlei alledaagse situaties als leermomenten aan te grijpen. Van ouders vraagt dat een actieve opstelling. Een boek voorlezen omvat dan niet alleen het lezen, maar ook het stimuleren van de mening van het kind door tussendoor vragen te stellen. Wat vind jij ervan? Hoe zou jij het opgelost hebben? Op deze manier geven ouders aan hun kinderen ongedwongen heel wat bagage mee.

In dit boek is duidelijk te merken dat opvoeden niet los staat van je levensovertuiging. Het christenzijn doortrekt, als het goed is, heel de opvoeding. Op een natuurlijke manier haakt de auteur in op wat God in de Bijbel zegt. De Bijbel is praktisch als het bijvoorbeeld gaat over het omgaan met elkaar. Het verbaasde me dan ook dat ze in het hoofdstuk over liegen niet dichtbij de bijbelse taal blijft. Ze geeft aan liever te willen spreken van jokken. Als reden hiervoor draagt ze aan dat jokken een minder zware term is dan liegen, terwijl het betreffende kind heel goed weet wat je bedoelt. De achterliggende gedachte is dat je een klein kind nog niet verantwoordelijk kunt houden als het de waarheid niet spreekt.

In de analyse van een concrete leugen blijkt dat er inderdaad veel meer mee kan spelen dan alleen het liegen. Maar waarom een verzachtende term gebruiken als de Bijbel dat niet doet? Speelt er ook iets mee van de gedachte dat het geen echte zonde is als kinderen bij gebrek aan vaardigheden Gods gebod overtreden?

Bij alle besproken thema's geeft de auteur nuttige basisinformatie. In begrijpelijke taal wordt aangegeven welke ontwikkeling een kind doormaakt. Dit is bruikbare kennis om te ontdekken of ouders zich wel of geen zorgen moeten maken om hun kind. Het maakt nogal verschil of bepaald gedrag na verloop van tijd vanzelf over zal gaan of niet. Ook is het makkelijk om te weten op welke leeftijd je gewenst gedrag met resultaat kunt gaan stimuleren.

De tekst is geïllustreerd door Alice Jansen. Op karikaturale wijze wordt onderstreept waarover het gaat in het hoofdstuk. Erg aansprekend!