Boekrecensie 

Titel: Vaarwel o klas …,
Verzameld door Gerrit Buesink
Uitgeverij: Mozaïek
Zoetermeer, 2000
ISBN 90 239 9022 6
Pagina's: 110
Prijs: ƒ 22,50 
 
Recensie door J. Mijnders - 18 oktober 2000 

Schrijvers over het schoolleven

Alle tijden door is het schoolleven in de Nederlandse literatuur ruim aan bod gekomen. In de bundel ”Vaarwel o klas …” zijn gedichten en prozafragmenten over dit thema door Gerrit Buesink verzameld. 

In deze bloemlezing trekt een bonte stoet Nederlandse dichters en schrijvers voorbij, waarbij de verzamelaar bijna uitsluitend voor literatuur uit de twintigste eeuw gekozen heeft. Om de veelzijdigheid aan te geven: in de bundel zijn teksten opgenomen van Godfried Bomans tot Ida Gerhardt en van Theo Thijssen tot Jan Wolkers. 

Dat iedereen verschillende herinneringen heeft overgehouden aan zijn of haar schooltijd zal duidelijk zijn. Daardoor is de ene bijdrage humoristisch, terwijl een volgende juist cynisch is. Wel moet worden opgemerkt dat het bijna allemaal jeugdherinneringen zijn, die pas vele jaren later zijn opgeschreven. En als volwassene ervaar je de dingen vaak anders dan als kind. Han G. Hoekstra zegt dan ook over de leerkracht in een gedicht: „Mij lijkt het nu of hij een spel bedreef.” 

Mannen
De prozafragmenten (één tot vier bladzijden lang) zijn afkomstig uit bekende boeken. Zo zijn onder andere stukken te lezen uit ”Bartje” (Anne de Vries), ”Pieter Bas” (Godfried Bomans), ”Terug tot Ina Damman” (Simon Vestdijk) en ”De vogelvrouw” (Jos Vandeloo). 

Opvallend is dat in deze verzameling gedichten en prozafragmenten bijna alleen maar bijdragen van mannen zijn opgenomen. Misschien hebben vrouwelijke auteurs en dichters minder hoogte- en dieptepunten in het onderwijs beleefd? 

De uitgever hoopt dat ”Vaarwel o klas …” veel leesplezier biedt, maar ook veel momenten van herkenning en stof tot nadenken. Zo is het mij helaas niet vergaan. Soms zijn de fragmenten te kort om de sfeer ervan te kunnen waarderen. Zomaar twee bladzijden uit een boek van Simon Vestdijk –om een voorbeeld te geven– houden mij als lezer te veel op afstand om te kunnen genieten. Ook gaan veel fragmenten 'toevallig' over school (bijv. die uit ”Bartje”), maar of de schrijver er bewust iets mee over het onderwijs heeft willen zeggen waag ik te betwijfelen. 
 

Een van de positieve uitzonderingen is de bijdrage van Theo Thijssen, die het schoolleven van ongeveer tachtig jaar geleden op schitterende wijze weet te beschrijven. Maar ja, dan is een bijdrage van 2 bladzijden wel weer erg kort. 

Om niet in mineur te eindigen tot slot een luchtig gedicht uit deze bundel: 

'Zo lang je maar niet snurkt, 
kun je rustig slapen,' 
sprak de leraar wrang 
tot twee heel suffe knapen. 
'U hebt gelijk, meneer,' 
sprak toen de oudste rakker, 
'door dat gesnurk van ons 
wordt heel de klas soms wakker.'