Boekrecensie

Titel: Opgroeien en openbloeien. Over opvoeden tot gelovig mens-zijn
Auteurs: Maria Vrijmoet-de Jong e.a

Uitgeverij: Voorhoeve
Kampen, 2000
ISBN 90 2971668 1
Pagina's: 318
Prijs: ƒ 34,90

Recensie door drs. S. H. Brons- van der Wekken - 20 september 2000

Afstemming mag niet leiden tot eenzijdigheid en een gesloten Bijbel

Ouders als voorbeeld
bij geloofsopvoeding

Ouders hebben de taak hun kinderen te vertellen dat God er is en dat we Hem kunnen kennen. Die boodschap mag niet over het hoofd van het kind heengaan. Om de aansluiting niet te missen is het goed om te weten in welke ontwikkelingsfase het zich bevindt en welke het nog voor de boeg heeft. Ook is het goed als ouders zich bewust zijn dat tijdsomstandigheden invloed hebben. Grotere mondigheid en welvaart zetten bijvoorbeeld een stempel op een kind.

Het boek ”Opgroeien en openbloeien” is geschreven door drie auteurs, die zowel moeder als pedagoog zijn. Volgens de ondertitel schrijven zij over opvoeden tot gelovig mens zijn. Al snel blijkt het boek over veel meer te gaan dan alleen geloofsopvoeding. Alle facetten van educatie komen aan bod.

Op twee manieren wordt de vraag welke ontwikkelingen een kind doormaakt, beantwoord. Ten eerste beschrijven de auteurs welke veranderingen er plaatsvinden op onder meer sociaal en verstandelijk gebied. Daarnaast worden deze gegevens per leeftijdsfase aangeboden. Deze dubbele presentatie geeft overlap. Lezers kunnen kiezen welke insteek ze het prettigst vinden.

Veel belangrijke kenmerken van de ontwikkeling worden op een toegankelijke manier beschreven. Bekende en minder bekende dingen passeren de revue. Ouders kunnen hun kinderen het best zelf en tijdig seksueel voorlichten, menen de schrijvers. Wat tijdig is? Het boek noemt de leeftijd van vier à vijf jaar als gaat om het biologische aspect. Dat lijkt me rijkelijk vroeg. Vaker wordt zeven à acht jaar aangehouden. De auteurs vinden echter dat je al bij kinderen op jonge leeftijd die basis gelegd moet hebben en daarna de specifieke rol van man en vrouw moet invullen.

Egocentrisch
Door de hoofdstukken heen komt naar voren dat kinderen nog erg op zichzelf zijn gericht. We moeten niet veronderstellen dat ze al het vermogen hebben om sociaal te zijn. Vaak gaan we ervan uit dat kinderen rekening houden met anderen, maar dat moeten ze nog leren. Zelfs pubers zijn nog egocentrisch. Als ouders dit in het achterhoofd houden, kunnen ze geduldiger en met meer begrip reageren in plaats van geïrriteerd te raken.

De drie auteurs geven duidelijk aan dat niemand een kind tot geloof kan brengen. „Het geloof is een gave van God en niet het resultaat van ouders.” Ouders spelen wel een voorname rol in de geloofsvorming en -ontwikkeling. Ze vertellen over God en laten merken dat Hij in hun leven een grote plaats inneemt. Ouders stimuleren hun kinderen om zelf te lezen in de Bijbel en te bidden.

Ouders tonen in hun ouder zijn een beeld van God. Om die reden is er in het boek aandacht voor wie je als ouder bent voor je kind. Als het goed is, leren kinderen van hun ouders wat het is wanneer iemand onvoorwaardelijk van je houdt. Ze leren dat er mensen zijn die volstrekt betrouwbaar zijn en hun gezag op een rechtvaardige manier doen gelden. Schieten ouders hierin tekort, dan kunnen kinderen zich nauwelijks voorstellen dat God wel een veilige Toevlucht is.

Vast vertrouwen
Is het geloof van een kind een echt persoonlijk geloof? Volgens de schrijfsters wel, want het wezenlijke ervan is het zeker weten en het vaste vertrouwen. Daarin gaan kinderen volwassenen zelfs vaak voor. Om die reden stelt Jezus de kinderen tot een voorbeeld. Er zijn echter wel duidelijke verschillen tussen het geloof van een kind en een volwassene. „Een kind weet nog betrekkelijk weinig over God en heeft nog niet zo vaak Zijn hulp en liefde ervaren. Verder is het geloof van een kind heel kwetsbaar, omdat het sterk beïnvloedbaar is. De verstandelijke groei maakt dat het kind steeds beter de bijbelse begrippen en de essentie van het evangelie gaat begrijpen. En van de emotionele ontwikkeling hangt het in grote mate af of het kind zich in geloof aan God durft toe te vertrouwen.”

Soms wordt er vanzelfsprekend van uitgegaan dat het goed zit met het kind, en dat het alleen nog moet geloven. De notie van het doopsformulier dat het kind verloren is en alleen behouden kan worden door het geloof in Jezus, krijgt geen aandacht.

Abstracte begrippen
De auteurs besteden veel aandacht aan de ontwikkelingsfase van het kind. Het betreft zinvolle informatie, omdat ouders na het lezen ervan begrijpen waarom bepaalde dingen niet echt doordringen. De schrijfsters kiezen ervoor om kinderen een aparte plaats te geven. Net zoals we dat in de inrichting van het huis doen, wanneer we onze kinderen een eigen speelhoek geven. In deze redenering mogen kinderen alleen horen wat ze kunnen begrijpen.

Kleuters snappen bijvoorbeeld nog niets van abstracte begrippen, zoals zonde. Daarom moet je volgens het boek belichten dat God je Vader is, Die je altijd kunt vertrouwen. Pas wanneer een kind zo'n zes jaar oud is, spreek je over zonde. Lezen uit de Bijbel kan pas op latere leeftijd, omdat het taalgebruik voor kinderen te moeilijk is. Met deze insteek heb ik moeite. Natuurlijk is het belangrijk dat wij de aansluiting met onze kinderen zo goed mogelijk maken. Daarvoor is het boek een uitstekend hulpmiddel. Ouders worden aan het denken gezet over de manier waarop ze kinderen leren bidden. Er worden goede criteria voor een geschikte kinderbijbel gegeven. Het boek ertoe roept op bewuste keuzes te maken en de geloofsopvoeding niet op zijn beloop te laten. Maar het benaderen van het kind op zijn eigen niveau betekent niet dat het eenzijdigheden moet horen. God wil een Vader zijn in Jezus Christus. Op Hem kun je vertrouwen, omdat Hij Zijn woord nooit breekt. Maar de andere kant hoort er ook bij: God toornt over de zonde. We hebben vergeving van onze zonde nodig.

Verzoening
Er zijn genoeg voorbeelden in het dagelijkse leven te vinden om dat concreet duidelijk te maken. Een kleuter begrijpt al snel dat je na een fout weer wat goed te maken hebt. In het Evangelie draait het om de verzoening door de Heere Jezus. Al kunnen kleine kinderen nog niet alles bevatten, toch moeten we hun beide kanten voorhouden. Later zullen de kernbegrippen in het geloof meer ingekleurd worden.

En wat het taalgebruik van de Bijbel betreft, dat is inderdaad moeilijk. Maar om de Bijbel in het bijzijn van een kind dicht te laten? We kunnen de geschiedenissen toch lezen en vertolken voor onze kinderen? Het maakt op kinderen indruk dat ouders dit boek zo belangrijk vinden dat ze het steeds lezen en de moeite nemen om het aan hen uit te leggen. Kinderen raken zo gaandeweg vertrouwd met het bijbelse taalgebruik.

Ook het voorstel om kinderen zelf een deel van de eredienst te laten invullen op een manier die hen aanspreekt, staat ver van mij af. Hoe kan een kind met zijn beperkte visie de gemeente leren? Ik ben bang dat er al snel iets van de heiligheid van de dienst van God verloren gaat. Ouders moeten blijven geloven dat het Woord zelf kracht heeft. Ook bij kinderen die in een beeldcultuur worden grootgebracht. God heeft bepaald dat het geloof uit het gehoor zal zijn. Dan mogen we er ook vrucht op verwachten. De sacramenten zijn aangewezen om het geloof met een zichtbaar teken te versterken. Het idee om thuis het avondmaal na te spelen en het zodoende uit te leggen, gaat mij te ver.

Luisteren
Het laatste gedeelte van het boek gaat over opvoedingsvaardigheden. Dit is een uitstekend stuk over de mogelijkheid goed contact met kinderen te hebben. Zo wordt bijvoorbeeld heel praktisch ingegaan op de situatie waarin het kind iets anders wil dan de ouder. Het is veel beter om het gevoel van het kind te benoemen zonder een oordeel te geven. Dus niet: „Waarom wil je die blouse niet aan?” maar „Vind je het vervelend om deze blouse aan te trekken?” In het eerste geval maak je het verzet heviger, in het tweede geval lok je het kind uit de tent.

Ouders moeten er alert op zijn dat kinderen hun probleem heel vaak op een bepaalde manier verpakken. Zo zal een kind niet zeggen dat het bang is in het donker, maar vragen of het licht aan mag blijven. Door goed te luisteren kan het eigenlijke probleem naar voren komen en besproken worden.

Deze manier van omgaan met je kind kost in eerste instantie veel energie, maar levert uiteindelijk meer op: geen getouwtrek en een betere verhouding. Zijn er toch conflicten, dan is het beschreven stappenplan heel bruikbaar om tot een oplossing te komen.