Boekrecensie

Titel: Pubers opvoeden. Doe het goed
Auteur: James Dobson

Uitgeverij: Voorhoeve
Kampen, 2000
ISBN 90 297 161 0
Pagina's: 80
Prijs: ƒ 19,90

Recensie door drs. S. H. Brons- van der Wekken - 21 september 2000

Pubers opvoeden

De puberteit is een woelige periode in het leven van een kind. Maar ook in het leven van ouders. De schrijver van ”Pubers opvoeden. Doe het goed” vergelijkt die tijd met de kolkende rivier die hem ooit meesleurde. Bijna verdronk hij. In dit beeld herkennen we direct de persoonlijke en meeslepende schrijfstijl van Dobson.

”Pubers opvoeden. Doe het goed” is een boekje dat ouders wil voorbereiden op de snelle veranderingen van hun kinderen in de puberteit. Ouders die voorbereid zijn, zullen meer controle hebben en minder makkelijk overspoeld raken. Het werk bestaat uit gedeelten uit drie andere boeken. Na een algemene typering van de puberteit komen achtereenvolgens vragen van ouders en van pubers naar voren.

Dobson staat dicht bij jongeren en kent hun leefwereld. Hij weet als geen ander te beschrijven wat er in de puberteit allemaal aan de hand is. Bijvoorbeeld waarom de groepsdruk zo groot is. „Je hebt niet voldoende zelfvertrouwen om anders te durven zijn. Je hebt al genoeg problemen, dus ga je het niet nog erger maken door tegen de wensen van de meerderheid in te gaan. Je kleedt je dus op dezelfde manier als zij dat doen, je praat net zoals zij praten en je mening komt overeen met de mening van de groep”. Hierbij tekent Dobson aan dat een krachtig ”nee” tegen dingen die je niet wilt, uiteindelijk toch meer respect oplevert, omdat er vaak meer zijn die zich ongemakkelijk voelen als er iets gedaan wordt wat niet goed is.

Veel pubers zijn moe, omdat groeien veel energie kost. Dat verklaart waarom zoonlief ineens een luilak lijkt. Dobsons advies? Lekker laten liggen en de jongen pas vragen het gras te maaien als hij wakker is. Pubers hebben nu eenmaal meer slaap nodig. Trouwens, ook goed eten is een ”must”.

Seksualiteit is een veelbevraagd onderwerp. Het valt op dat Dobson steeds het woord seks gebruikt. Daaronder zou je ook platte lustbevrediging kunnen verstaan. Daarop doelt de schrijver echter niet. Bewogen met de jongeren en in verwondering over de hand van de Schepper legt hij uit hoe het lichaam verandert. Ouders die hun voorlichtende taak niet verstaan, laten hun kinderen „dit hachelijke terrein nietsvermoedend binnenhuppelen, net als Roodkapje die met haar mandje vol lekkernijen vrolijk het bos inliep. Als de ouders van dat lieve kind haar voor de Grote Boze Wolf hadden gewaarschuwd, had ze misschien in de gaten gehad dat Grootmoeder na haar laatste bezoek veel hariger was geworden en een staart had gekregen.”

Veel ouders merken dat hun kind zich gaat verzetten tegen regels in het gezin en onhandelbaar wordt. Dobson is een tegenstander van het slaan van tieners. Hoe bereik je dan je doel? Hoe doorbreek je gedrag dat je absoluut niet wilt? Ouders moeten in het achterhoofd houden dat een tiener die per se onafhankelijk wil zijn en bereid is daarvoor te vechten, niet tegen te houden is. In een vastgelopen situatie zou een ouder er eens met zijn kind op uit kunnen gaan en het probleem aan de orde stellen. In een eerlijk gesprek waarin respect doorklinkt, kan een appèl gedaan worden op zijn gezonde verstand en trouw aan het gezin. Er kan afgesproken worden dat bij slecht gedrag passende maatregelen volgen. Bijvoorbeeld het inhouden van bepaalde vrijheden of zakgeld.

Wat kun je zeggen als je kind het niet fout vindt om losse seksuele contacten te hebben, omdat het niet meer in God gelooft? Wanneer mag een kind zelf weten of het nog naar de kerk gaat? Bij de beantwoording van vragen valt steeds weer op dat Dobson zuiver en diepgaand op de problemen ingaat. Niet zelden vormt het geloof de grote kracht om tot een oplossing te komen. Waar ouders geen uitkomst meer zien, reikt Dobson goede mogelijkheden aan. Met zijn visie weet hij opvoeders een hart onder de riem te steken.