Boekrecensie

Titel: Van Dale idioomwoordenboek. Verklaring en herkomst van uitdrukkingen en gezegden
Redactie: drs. Hans de Groot

Uitgeverij: Van Dale Lexicografie/ The Reader's Digest
Utrecht/Amsterdam, 1999
Pagina's: 1069
ISBN 90 6648 3059
Prijs: ƒ 135,-

Recensie door drs. D. P. Macdaniel-Stip - 21 juni 2000

Riem onder het hart of
hart onder de riem?

Er is in onze taal een uitdrukking beschikbaar voor iemand moed inspreken. Daarin komen de woorden hart en riem voor. Maar is het nu „Iemand een hart onder de riem steken” of „Iemand een riem onder het hart steken”? Als ik me deze uitdrukking letterlijk voorstel, kies ik voor variant twee. Ik doe dat aarzelend, want zo'n riem, gestoken onder je hart, veroorzaakt een bloederige toestand. Maar het hart blijft dan wel op de goede plaats zitten en dat lijkt me het belangrijkst.

Toch heb ik dan de verkeerde keuze gemaakt. Het originele spreekwoord is „Iemand een hart onder de riem steken”. Mijn fout illustreert twee dingen: mijn gebrek aan kennis van de tijd waarin de uitdrukking ontstond en mijn onzuivere taalgevoel op dit punt (en dat vind ik zorgelijk).

Het gebeurt vaak dat twee uitdrukkingen door elkaar worden gehaald. De kop van het ene gezegde wordt aan de staart van het andere gekoppeld. Sommigen herstellen hun fout, de meesten merken zelfs niet eens meer dat ze een fout maken. En dat is niet bevorderlijk voor het taalgevoel.

Voor wie taalgevoel belangrijk vindt, is het ”Van Dale idioomwoordenboek” een handige uitgave. In een gewoon woordenboek wordt alleen de uitdrukking met betekenis vermeld. In het idioomwoordenboek wordt een spreekwoord of uitdrukking echt verklaard. Bijvoorbeeld: bij „Iemand een hart onder de riem steken” staat: „iemand moed inspreken. De variant „Iemand een riem onder het hart steken” komt ook af en toe voor, met name in België. Men nam vroeger vaak aan dat het gevoel in de buik –dus onder de riem– zetelde.

Vuil hemd
Hier en daar zegt men in Vlaanderen: zijnen buik rechtuit spreken, alles zeggen wat je op je hart hebt. Iemand die de moed (zijn hart) verloren had, stak je het hart onder de riem. Anderen hebben erop gewezen dat met de riem hier wellicht niet een broekriem bedoeld werd maar een soldatenriem, die van de schouder schuin over de borst loopt.

In het 1069 pagina's tellende idioomwoordenboek worden ruim 10.000 uitdrukkingen behandeld. Onze taal kent er overigens op z'n minst nog één extra: „eruitzien als een vuil hemd” is niet opgenomen. Sterk verwante uitdrukkingen, zoals op het verkeerde paard wedden en op het winnende paard wedden, zijn samengenomen, zodat deze 10.000 zegswijzen een plaats kregen in 6305 artikelen.

Elk artikel heeft min of meer dezelfde structuur. Na de uitdrukking volgt een korte beschrijving van de betekenis. Deze beschrijving gaat over in informatie over hoe de uitdrukking wordt gebruikt. Hier wordt ook regelmatig melding gemaakt van varianten en synonieme uitdrukkingen in andere talen. Daarna volgt een verklaring van de herkomst en het artikel wordt afgesloten met een of enkele citaten. Helaas zijn sommige citaten platvloers of bevatten ze een (bastaard)vloek. Ook de opgenomen uitdrukkingen overschrijden trouwens wel eens de grens van het betamelijke.

Zoals gezegd geeft het boek ook informatie over de manier waarop de uitdrukking wordt gebruikt. Zo staat bij „iemand het hemd van het lijf vragen” onder meer: „...De ondertoon is altijd dat het uithoren op een vriendelijke, argeloze manier gebeurt.” Ik vind dit een waardevolle aanvulling. Daardoor kun je toetsen of een gezegde past bij wat je nu precies wilt uitdrukken. In dat opzicht is het ook een belangrijk boek voor scholieren, die hun taal wel redelijk beheersen maar nog niet die fijne nuances van uitdrukkingen kennen. Aanbevolen dus voor schoolmediatheken!

Bladerboek
Het aardige van dit boek is ook dat het per trefwoord een compleet beeld geeft van de uitdrukkingen met dat woord. Zo vind je onder het trefwoord perk niet alleen een artikel over „dat gaat alle perken te buiten”, maar wordt ook „paal en perk stellen” genoemd, dat uiteraard behandeld wordt in een artikel onder het trefwoord paal.

De uitgevers hebben er niet alleen een naslagwerk van willen maken. Door de stijl en de presentatie moet het ook een lees-, kijk- en bladerboek zijn. Dat is hun gelukt: het boek heeft een duidelijke lay-out, waarin het gemakkelijk zoeken is. De voor woordenboeken kenmerkende afkortingen, symbolen en telegramstijl zijn vermeden, zodat de teksten prettig leesbaar zijn.

Dikwijls staat bij trefwoorden een leuk, inleidend tekstje dat de lezer attendeert op een aspect dat in de verschillende uitdrukkingen met dat trefwoord een rol speelt. Minder enthousiast ben ik over de negentig ”kaderteksten”, waarin steeds een aantal uitdrukkingen met een gemeenschappelijk kenmerk of thema bij elkaar geplaatst zijn. Mijn kritiek betreft niet zozeer de inhoud (dat soms ook) van de teksten, als wel de plaatsing in het boek. Zo vind je tussen de uitdrukkingen met het trefwoord geheim een kadertekst over „de mantel der liefde”, waarin het over bijbelse uitdrukkingen gaat. Je moet de kaderteksten dus beschouwen als tekstuele illustraties, die niet functioneel zijn op de plaats waar ze staan.

Geslaagd
Er zijn ook echte illustraties opgenomen. Door het hele boek heen laten kleine zwartwittekeningen een vrije verbeelding zien van de erboven vermelde uitdrukking. Daarnaast brengen twintig paginagrote kleurenillustraties idioom rond een thema in beeld, bijvoorbeeld techniek. Op de tegenoverliggende pagina wordt dan een overzicht gegeven van de erbij behorende uitdrukkingen.

De uitgevers hopen met dit boek een nuttige aanvulling te bieden op het rijke lexicografische aanbod dat ons taalgebied kent. Ik denk dat zij daarin geslaagd zijn.