Boekrecensie

Titel: Probleemwijzer. Handleiding voor het signaleren en hanteren van problemen bij jongeren, editie voor het voortgezet onderwijs
Onder redactie van Hans Lonnee en Ans van Trierum

Uitgeverij: De Toorts
Haarlem, 2000
ISBN 90 6020 761 0
Pagina's: 280
Prijs: ƒ 42,50

Recensie door drs. N. C. van der Voet - 14 juni 2000

Probleemwijzer
voor docenten

De mentor van klas H4a roept alle leerlingen één voor één bij zich voor een kort, persoonlijk gesprek. Met zeven van hen moet hij iets langer en vaker praten, omdat niet alles lekker loopt. De ene leerling voelt zich niet veilig in de klas, de andere vertelt van een zieke moeder thuis. Twee scholieren maken de mentor onzeker: een meisje dat de laatste tijd wel heel mager wordt en een knaap die zo'n depressieve uitstraling heeft dat de mentor bang is dat hij binnenkort gekke dingen gaat doen. Wie geeft de mentor goede raad?

Iedere mentor of docent uit het voortgezet onderwijs herkent het. De primaire taak is lesgeven, maar regelmatig is een docent ook 'luisterend oor' en raadsman of -vrouw. Er zijn gesprekken met leerlingen onder vier ogen en ook met hun ouders. Een docent die bemerkt dat zijn eigen polsstok te kort is, kan altijd steun vragen bij collega's. Soms lopen er speciale leerlingbegeleiders door de school. Er zijn scholen die het instituut schoolpastoraat of schoolmaatschappelijk werk kennen. Een docent kan leerlingen en hun ouders ook attent maken op de officiële hulpverlening buiten de school.

Naslagwerk
Een docent of mentor heeft echter –tot op zekere hoogte– ook de mogelijkheid zichzelf te professionaliseren in het helpen van leerlingen met moeilijkheden. Hij kan cursussen volgen. Hij kan boeken lezen over alle mogelijke problemen van jongeren. Die zijn echter vaak te breed en specialistisch opgezet. Wat dat betreft, is het boek ”Probleemwijzer. Handleiding voor het signaleren en hanteren van problemen bij jongeren” een ander verhaal. Dit naslagwerk voor docenten biedt in beknopte hoofdstukken veel informatie. In de eerste plaats maakt het boek het docenten makkelijker om problemen van leerlingen zelf te signaleren. Dat is belangrijk. In samenspraak met de ouders kunnen ze vervolgens de knelpunten benoemen.

In de tweede plaats geeft ”Probleemwijzer” een eerste aanzet tot het hanteren van de problemen. Er worden diverse praktische tips gegeven voor het omgaan met leerlingen die bepaalde moeilijkheden hebben. Zo maakt het boek zijn titel waar. Een docent die het bestudeert of als naslagwerk gebruikt, wordt wijzer in het herkennen van en omgaan met problemen van leerlingen.

Depressiviteit
Schrijvers Hans Lonnee en Ans van Trierum hebben de thema's gegroepeerd in de categorieën ”Ontwikkeling”, ”Seksualiteit”, ”Thuis”, ”School en maatschappij”, ”Leren” en ”Lichaam en geest”. In deze hoofdstukken passeert van alles de revue: adoptieproblemen, pesten, handicaps, jeugdkanker, angsten, zelfdoding, leerproblemen, hoogbegaafdheid en nog veel meer. Veel thema's die niet in een eigen hoofdstuk aan bod komen, zijn via de uitgebreide index toch te vinden als kleiner deel van een paragraaf. Dwanghandelingen zijn bijvoorbeeld opgenomen in de paragraaf over angststoornissen.

Het is een misser dat informatie over depressiviteit over het hele boek verspreid is en dat aan dat thema geen aparte paragraaf is gewijd. Dat is nota bene een van de meest voorkomende problemen bij pubers. Het is ook jammer dat er geen aparte paragraaf is over leerlingen die thuis een ernstig zieke (lichamelijk of psychisch) of gehandicapte ouder of ander gezinslid hebben. Rouwverwerking is wel in een aparte paragraaf opgenomen. Relatieproblemen met vrienden en vriendinnen worden helemaal niet besproken, terwijl dat toch ook iets is dat het welbevinden van jongelui erg kan stempelen. Ook de borderlinestoornis blijft onvermeld. Een hiaat, want die duikt toch regelmatig op bij jongeren. Maar ach, in een boek van 280 bladzijden kan niet alles staan.

Christelijke hulpverlening
Er is een sociale kaart toegevoegd met een lijst instellingen die hulp bieden bij bepaalde problemen. Die is wonderlijk samengesteld en bevat veel hiaten. Zes instellingen die zich met homoseksualiteit bezighouden, worden genoemd. De bureaus van de vertrouwensartsen voor slachtoffers van incest en kindermishandeling blijven echter onvermeld. Het Katholiek Pedagogisch Centrum wordt een paar keer genoemd, maar het Christelijk Pedagogisch Centrum komt niet aan bod. Van christelijke hulpverlening lijken de auteurs helemaal niet op de hoogte te zijn. Dat is jammer, want een groot deel van het onderwijs is nog steeds christelijk onderwijs. De toegevoegde literatuurlijst is uiteraard ook niet compleet maar biedt een goede aanzet tot verdere studie.

Ik kan dit boek aanbevelen aan iedere docent en zeker aan iedere mentor. Het is een prima naslagwerk. De informatie en de tips zijn van goede kwaliteit. Wie het boek als enigszins orthodox gelovige ter hand neemt, moet er wel mee rekenen dat de moraal van de auteurs 'paars' is. Het boek is hedendaags tolerant, bijvoorbeeld bij het bespreken van seksuele thema's en het gebruik van drugs „als experiment.” Scholen wordt geadviseerd op prikborden informatie over veilig vrijen én informatie van de Rutgersstichting én van de VBOK te hangen. Ik zie minister Borst al instemmend knikken.

Ook typisch 'paars', maar te prijzen, is dat er in dit boek bijna angstig voorzichtig gesproken wordt over de allochtonenproblematiek in het onderwijs. Verder valt bij de bespreking van jeugdgedrag eigenlijk op maar één punt morele verontwaardiging te constateren: als het over criminaliteit gaat. De auteurs zijn dan voorstanders van een stevige aanpak, voorzover het tot de mogelijkheden van de school behoort. Ook daarmee ben ik het uiteraard op zichzelf niet oneens.