Boekrecensie

Titel: Handboek Positief opvoeden. Hoe u het beste uit uw kinderen haalt
Auteur: Ciel Heintz

Uitgeverij: Het Spectrum, 1999
ISBN 90 274 6817 6
Pagina's: 212
Prijs: ƒ 34,50

Recensie door drs. S. H. Brons-van de Wekken - 19 januari 2000

Om de bevordering
van het geweten

Positief gedrag lokt positief gedrag uit. Ouders die zich 'voorbeeldig' gedragen, geven daarmee ongevraagd dagelijks les aan hun kind. Zeker als kinderen klein zijn, zullen ze veel van hun ouders overnemen. Ciel Heintz schrijft een boek over positieve opvoeding.

Het ”Handboek Positief opvoeden” bevat drie delen. In het eerste deel laat de auteur opvoeders onderzoeken hoe zij zich zelf gedragen. Door middel van vragenlijsten en schema's wordt duidelijk welke positieve of negatieve invloed zij op hun kind hebben. Ook worden opvoeders aangespoord om na te denken en op te schrijven welke dingen ze na willen streven in de opvoeding. Deze bewustwording is goed om de voorbeeldrol beter te vervullen.

In het tweede deel gaat Ciel Heintz in op de voorwaarden om goed te kunnen ontplooien. Ze ziet ouders als degenen die de optimale voorwaarden moeten scheppen. Rust, veiligheid en regelmaat zijn voorwaarden die we van vroeger herkennen. Meer eigentijds is de nadruk op overleg en uitleg. „Opvoeders nieuwe stijl durven zich kwetsbaar op te stellen, praten over hun gevoelens, vragen naar de gevoelswereld van hun kinderen, en houden tegelijkertijd de touwtjes in handen.” Die touwtjes moeten uit handen gegeven worden zodra het kind „...met reële argumenten komt en kan tonen dat het tot meer vrijheden in staat is.”

Straffen
Natuurlijk lukt het opvoeders niet altijd om positief te blijven. Dat is niet zo erg, als het maar niet te vaak gebeurt en als er later maar eerlijk met het kind over gesproken wordt. Redden we het met alleen positief blijven? Ciel Heintz doet voorkomen of kinderen alleen verkeerde dingen doen, omdat ze die van anderen leren. Door positieve benadering moeten goede patronen toch sterker zijn. Ze erkent niet dat kinderen tot het kwade geneigd zijn. Wel neemt ze in het derde deel van haar boek –over sociale vaardigheden en gesprekstechnieken– een stuk op over straffen. Voor als het positieve toch niet blijkt te werken.

De kritiek of correctie van ouders moet in haar opinie gericht zijn op het bevorderen van het geweten. Daarom moeten ouders wel consequent vasthouden aan regels en grenzen. In dit laatste deel wordt ouderlijk gezag pas met name genoemd. Dit had best meer en eerder gekund, omdat ouders mijns inziens gezag mogen uitoefenen. Soms heeft de auteur wel heel veel aandacht voor het overtuigen van met argumenten. Ze is bang voor autoritaire ouders die kinderen in hun ontwikkeling inperken. Maar gezag dat in liefde wordt uitgeoefend, is zeker niet slecht voor een kind.

Fatsoen
De auteur stelt haar mening niet op de voorgrond. Zo zet ze de discussie neer over de vraag wie de meeste invloed heeft op de ontwikkeling: ouders of leeftijdgenoten. Zelf doet ze geen uitspraak. Aan het einde weet je dat ze aan ouders een grote plaats toebedeelt in de persoonsvorming van hun kind. Niet voor niets schrijft ze een boek over dit onderwerp. Als ze schrijft over randvoorwaarden, lijkt ze inhoudelijk niet veel te willen zeggen over de opvoeding.

Toch is het haar niet om het even welke normen en waarden ouders hebben. Ze vraagt ouders voor zichzelf te formuleren welke dingen ze in de opvoeding belangrijk vinden. De voorbeelden van wat dat kan zijn, zijn zo consistent met de rest van het boek, dat je later concludeert dat dit haar mening is. Ze schrijft inhoudelijk niets voor, maar aan het einde weet je dat ze bijvoorbeeld hecht aan tafelmanieren, aan fatsoen in de omgang met elkaar, aan eerlijkheid, aan matigheid en evenwichtigheid. Door haar mening niet op te leggen, maar de lezer te laten merken dat goede normen en waarden uiteindelijk positief zijn, is haar boek voor een breed publiek toegankelijk.

Bedrijfje
Veel van de normen en waarden die boven tafel komen, zijn dezelfde die wij als christenen belangrijk vinden. Ze komt tot haar principes vanuit een andere invalshoek, namelijk de vraag naar wat op termijn het meeste geluk brengt. Kinderen zijn erbij gebaat als ouders hen wijzen op bijvoorbeeld het nut van sociale verantwoordelijkheid, van het leren delen, van verdraagzaamheid of van het hebben van respect voor elkaar. Dat opent volgens de auteur de weg naar een gelukkig en vriendschappelijk bestaan.

Toch zijn er in het boek ook gedeelten waar ik afstand van wil nemen. Bijvoorbeeld als ze echtscheidingen makkelijk accepteert. „Wie trouwt er nog voor het leven.” Trouwen doe je voor het leven, dat beloven gehuwden immers! Dan sporen de praktische normen niet meer met de bijbelse normen.

Als directeur van een eigen managementsadviesbureau bekijkt Ciel Heintz het gezin af en toe als een bedrijfje. Soms is het niet nodig om gericht parallellen met een organisatie te trekken, omdat het onderwerp daardoor niet per se beter uit de verf komt. Soms is het juist aardig dat de auteur dit doet. Zo haalt ze het onderwerp 'onderhandelen' in het gezin naar voren en onderscheidt de partijen, de tegengestelde belangen en de verschillende doelen bij een conflict. Ze geeft praktische tips om meningsverschillen te laten eindigen in een voor beide partijen aanvaardbaar alternatief waarbij niemand gezichtsverlies lijdt. Zoals het management regelmatig vergadert, kan ook een gezin met oudere kinderen erbij gebaat zijn om eens per week het reilen en zeilen door te nemen. Daarbij hebben ouders meer inbreng dan kinderen, omdat zij de beslissingen nemen. Ieder gezinslid moet leren om naar elkaar te luisteren en probleemoplossend gericht te zijn. Een positieve inzet dus.

Tijd
De auteur gaat ook in op de planning in het gezin als beide ouders werken. In eerste instantie schrijft ze dat ouders als ze thuis komen alle tijd moeten besteden aan hun kinderen. Mijn bedenkingen hierover –niemand is gebaat bij kleine keizertjes– werden weggenomen, toen ze later voorbeelden gaf van hoe de tijd ingedeeld kan worden. Gelukkig was er ook tijd ingeroosterd voor andere dingen: tijd voor zichzelf en tijd voor andere volwassenen.

Vanuit de politiek is er allang benadrukt dat er meer waarden en normen aan de jeugd voorgehouden moet worden. Het probleem is dat iedereen die weer anders inkleurt. Ciel Heintz reikt in dit boek veel goede dingen aan die voor veel Nederlanders aanvaardbaar zijn. Als iedereen dit boek in praktijk zouden brengen, kan ik me goed voorstellen dat de kinderen positiever in het leven staan en er minder kinderen zullen ontsporen.