Boekrecensie

Titel: De herder was een huurling
Auteur: Leny Selles

Uitgeverij: Boekencentrum
Zoetermeer, 2001
ISBN 90 239 1143 1
Pagina's: 168
Prijs: 29,45

Recensie door drs. P. Eikelboom - 5 september 2001

Bittere gevolgen van seksueel misbruik door een ambtsdrager

Beschadigd door de dominee

In het boek ”De herder was een huurling” beschrijft Leny Selles openhartig hoe zij seksueel misbruikt is door haar predikant en welke gevolgen dat had. Zij gunt de lezer een blik in haar beschadigde gevoelsleven en laat zien hoe een goede vriendin, hulpverleners, ambtsdragers, haar kerkelijke gemeente en de zedenpolitie reageren.

Op indringende en inzichtelijke wijze beschrijft Leny Selles hoe ze verstrikt raakt in de netten van haar predikant. Via gesprekken en beelden tijdens haar therapie en haar dromen wordt weergegeven wat er gebeurd is. Iemand die niet gewend is aan een openhartige omgang met seksualiteit, zal hier soms moeite mee hebben.

Als jong meisje is Leny onzeker en begaan met de zwakken. Zij is geraakt als er onrecht plaatsvindt, maar voelt zich niet in staat daar iets tegen te doen. Conflicten vermijdt ze en ze is een gehoorzaam meisje ten opzichte van haar ouders en de kerk. In de puberteit gedraagt ze zich aangepast, en later op de pedagogische academie is ze perfectionistisch en onzeker. Als 22-jarige gaat Leny zelfstandig wonen, nadat ze een baan op een school gekregen heeft. Via een huisgenote ontstaat het contact met de wijkpredikant Zwartier. Deze wordt geschetst als een dominante, grensoverschrijdende man, die haar uiteindelijk verkracht.

Er ontstaat een onoplosbare tegenstelling in het leven van Leny: 's zondags verkondigt de predikant scherp en autoritair Gods Woord, tegelijkertijd misbruikt hij haar. Leny weet zich een slet tegenover God. Ze splitst haar gevoel in de kerk en tijdens het misbruik. Na twee jaar zoekt zij een oude vriendin op, Klaartje, die haar steunt om de predikant de deur te wijzen en uiteindelijk het werkelijke verhaal hoort. De steun van Klaartje speelt in het hele verhaal een grote rol. Het conflict dat daarbij ontstaat is dat Klaartje wél gelooft in de God van de Bijbel en Hem liefheeft, terwijl Leny daar groot verzet tegen voelt.

Brief
Klaartje stimuleert Leny hulp te zoeken. Na een aantal gesprekken met een psychiater wordt ze doorverwezen naar een haptotherapeut, Evelien. De haptotherapie wordt uitgebreid beschreven. Dit betreft zowel de gesprekken als de beelden en gevoelens die loskomen bij de aanrakingen door Evelien. Kern van de behandeling is dat Leny moet leren te onderscheiden wat zij zelf wil en voelt, wie zij is, wat zij wil en wat zij kan. Langzamerhand begrijpt zij de reflexen van haar lichaam en komen haar emoties vrij ten opzichte van Zwartier. Stapsgewijze wordt beschreven hoe ze gevoelens van verdriet, woede en rouw steeds duidelijker herkent en uit.

In de loop van de behandeling komt Leny zo ver dat zij de dader via een brief confronteert met haar gevoelens en de gevolgen van zijn gedrag. Zijn antwoord slaat in als een bom: hij heeft het goed bedoeld en bovendien vergeving en genade ontvangen. Er wordt contact gelegd met kerkelijke functionarissen, die Zwartier dwingen zijn daden aan de kerkenraad te belijden. Te snel voor Leny volgen de gebeurtenissen elkaar op en wordt zij meegezogen in een proces waarin zij getuigen moet over wat haar aangedaan is.

In het pastorale contact met haar predikant en wijkouderling ervaart zij onbegrip. Gesprekken met een dominee buiten haar gemeente helpen haar. De breuk met haar gemeente is echter onvermijdelijk. Zij wordt gemeden. Het meeleven –dat pas komt nadat zij een bericht in het kerkblad heeft laten opnemen– komt te laat. Voorjaar 2000 zegt zij haar lidmaatschap op.

Leny heeft intussen aangifte gedaan bij de politie, maar haar zaak wordt geseponeerd omdat het misbruik vóór de wetsverandering van november 1991 heeft plaatsgehad. Aan het einde van het boek richt Leny zich rechtstreeks tot de lezer en vertelt dat ze het proces van vergeving niet wil dichttimmeren. Integendeel. Zij verwijst voor meer informatie naar haar pagina op internet.

Emotioneel betrokken
Het is een verdienste van dit boek dat de bittere gevolgen van seksueel misbruik door een ambtsdrager dicht bij de lezer wordt gebracht. De auteur schrijft emotioneel betrokken vanuit haar eigen leven. Dat maakt dit boek pakkend en indringend. Tegelijkertijd heeft dit egodocument ook zwakke plekken. De ingrijpende persoonlijke ervaringen versmallen de blik op de omgeving en kleuren de evaluatie van wat die omgeving doet sterk persoonlijk in. Dat betreft ook de manier waarop geschreven wordt over het (niet) reageren van de gemeente en het functioneren van kerk en pastoraat. Enige distantie daarin zou mij welkom zijn. Dit laat onverlet dat gemeenteleden en ambtsdragers zich de soms ongezouten kritiek mogen aantrekken.

Respect en meeleven met de auteur mogen de pen van een recensent niet van zijn positief-kritische scherpte ontdoen. Kanttekeningen kunnen echter –juist omdat het gaat om persoonlijke beleving en visie– hard aankomen en anders beleefd worden dan bedoeld. Toch wil ik mijn kritiek niet achterwege laten.

Mijn eerste kritische noot betreft het af en toe erg grove taalgebruik. Dat woede een rol speelt bij het verwerken van traumatische ervaringen, honoreer ik. Maar dit geeft niet het recht om ervaringen (bijna) vloekend op te schrijven – zoals op een aantal pagina's in dit boek gebeurt. Het is aanvechtbaar dat het niet-begrensd uiten van emoties (uitageren) bijdraagt aan het verwerkingsproces. In mijn opvatting leidt dit ten diepste niet tot verwerken van wat ervaren is, maar tot het verhevigen van de emoties en soms zelfs blokkeren van het verwerkingsproces. Er komt geen moment waarop het verleden losgelaten kan worden. Moet ik hier de bron zoeken van de soms cynische, dwingende toonzetting van de auteur in de tweede helft van dit boek?

Pastoraat
Een tweede kritiekpunt betreft mijn vraag of de haptotherapeut zich voldoende rekenschap heeft gegeven van de effecten van het vrijmaken van emoties, hoeveel waardering ik ook heb voor haar integere en betrokken opstelling. Ter aanvulling merk ik op dat de haptotherapeut erg eenzijdig uitgaat van het versterken van het autonome 'ik'. In mijn visie is er veel meer dan wat ík wil, ervaar, doe en zeg. Komt het mens-zijn niet pas echt tot zijn recht als ik me durf over te geven aan Degene die recht op mijn leven heeft en daarover ook zeggenschap heeft? Al is het zo dat Hij daarbij mijn levensweg soms erg krom laat zijn!

Een derde opmerking gaat over het pastoraat. Ik kan niet beoordelen of de inbreng vanuit het pastoraat juist weergegeven is, maar buigt ds. Bruggink niet zo ver mee met Leny dat hij te veel afstand van zijn ambt neemt en als sociaal werker functioneert? Mijn vraag is of zowel de therapeut als de dominee herstel van contact met de kerk niet (onbedoeld) belemmert. Ik bemerk vaker dat pastores aarzelen om het „zo zegt de Heere” uit te spreken omdat men verlegen is met het misbruik dat collegae-pastores soms van hun ambt gemaakt hebben. Die verlegenheid is begrijpelijk. Maar we mogen de woorden van de Heere toch niet afzwakken of aanpassen omdat zondige mensen zich in Zijn Naam ernstig misdragen hebben?!

Een leerpunt uit dit boek is, dat kerkelijke procedures heel anders werken dan justitiële. Het is niet terecht om ze met elkaar te vergelijken, zoals in dit boek soms gebeurt. Bij de kerk doe je geen „aangifte”, zoals ten onrechte op de website vermeld wordt. De kerkelijke tuchtprocedures zijn niet juridisch maar medisch van aard. Dat kan heel moeilijk zijn, maar op die manier is de Heere Jezus elke zondaar tegemoetgetreden.

David
Een laatste kritische opmerking betreft de manier waarop soms met de Schrift omgegaan wordt. Toegegeven: het is origineel en pakkend hoe de auteur vanuit het perspectief van Bathseba beschrijft hoe zij wellicht het overspel met David beleefd heeft. Er is soms inderdaad te weinig aandacht voor de beleving van deze vrouw. Soms krijgt zij te gemakkelijk verwijten over het uitlokken van overspel toegevoegd. Tegelijkertijd gaat Selles in haar beschrijving een grens over: zij diskwalificeert het berouw van David en tast in feite de door God de Heilige Geest geïnspireerde woorden uit Psalm 51 aan. De woorden van de profeet Nathan zijn in het hart van David ingeslagen, hebben hem verbroken en hem de volle verantwoordelijkheid laten nemen voor zijn daden. Dat is iets fundamenteel anders dan het gedrag van dominee Zwartier.

Hartelijk nodig ik de auteur uit om mijn kritische kanttekeningen nog eens te overdenken. Ik sluit me graag aan bij de laatste wens uit het voorwoord van de theoloog dr. Ruard Ganzevoort: dat de kerk voor haar weer mag worden wat ze bedoeld was te zijn.