Boekrecensie

Titel: Poetry & Image in Japanese Prints
ISBN 90 74822 34 7
Pagina's: 196
Prijs: ƒ 89,95

Titel: Crows, Cranes & Camellia's
ISBN 90 74822 38 x
Pagina's: 208
Prijs: ƒ 185,00

Uitgeverij: Hotei Publishing Leiden & Rijksmuseum Amsterdam
Leiden/Amsterdam, 2001

Recensie door Marianne Witvliet - 20 juni 2001

Winnaar dichtwedstrijd werd in Japan beloond met een prent

Tere schoonheid van de houtsnede

Sierlijke lijnen, vrijheid van perspectief, pure ongemengde kleurvlakken en het ontbreken van overbodige details kenmerken de Japanse prentkunst. Het Rijksmuseum, dat sinds jaar en dag Japanse houtsneden verzamelt, etaleert tot 1 juli zijn jongste verzameling natuurprenten van de kunstenaar Ohara Koson (1877-1945). De bijbehorende catalogi zijn alle opzichten kostbaar.

De populariteit van Japanse prenten ontstond vooral tijdens de Wereldtentoonstelling van 1867 in Parijs, waar het grote publiek voor het eerst kennis maakte met kunst uit dit verre en tot dan toe vrijwel onbekende land. Japan had onder Amerikaanse druk in 1854 zijn grenzen opengesteld voor het Westen. Daarmee ging een verbazingwekkende wereld open.

Hoewel de Japanse kunst onder invloed stond van China, leefde het land in een betrekkelijk isolement en liet het een geheel eigen verzameling zien aan de buitenwereld. Langzaam veroverden de papieren waaiers, het keramiek, het beroemde lakwerk en de prenten de salons en ateliers van verzamelaars.

De invloed van Japanse penseelstreken op de impressionisten is niet verbazend, stelt Horst Keller in ”De kunst van de impressionisten”. De schilders, het academisme moe en op zoek naar vernieuwing, raakten geïnspireerd door de opvallende lijnen, het verrassende perspectief en de kleurencombinaties van de Japanse houtsneden.

Het was de graficus Félix Bracquemond die in 1856 bij het uitpakken van enkele stukken Japans porselein tot zijn verbazing en vreugde ontdekte dat het pakpapier bestond uit pagina's van een boek met prenten van Hokusai, een belangrijke Japanse kunstenaar uit die eeuw.

Bloesem
Vooral onder de impressionisten groeide het enthousiasme voor de prenten. Kunstenaars als Degas, Monet, Van Gogh, Toulouse-Lautrec en Mary Cassat begonnen de prenten niet alleen te verzamelen, maar lieten zich in hun werk opvallend inspireren door kleurencombinaties en compositie. Francesco Salvi zegt in ”De impressionisten” dat vooral het werk van Cassat een grote verfijning en gevoeligheid toont, waaruit zij haar bewondering voor de oosterse kunst liet spreken. De beroemde Japanse brug en de waterlelies in Monets tuin in Giverny, op een eindeloos aantal doeken vastgelegd, spreken eveneens boekdelen. Van Gogh organiseerde in 1887 een expositie van Japanse prenten en de bloesem op zijn schilderij ”Roze perzikboom in bloei” uit 1888 weerspiegelt tere oosterse schoonheid.

„De gave van Toulouse-Lautrec om essentiële trekken van een bepaalde persoon of situatie naar voren te brengen, leidde bijna onvermijdelijk tot bewondering voor de Japanse prentkunst, waarin sobere lijnen gepaard gaan met dringende observatie. Een groot aantal van Lautrecs lithografische affiches zijn daar een goed voorbeeld van.”

Gedicht
De prachtige catalogus ”Poetry & Image in Japanese Prints”, dit voorjaar verschenen naar aanleiding van de gelijknamige expositie in het Rijksmuseum, laat Japanse gelegenheidsprenten (surimono) zien van verschillende bekende kunstenaars als Gakutei, Hokusai, Hokkei en Shunman. De surimono, altijd voorzien van een of meer gedichten, werden gemaakt na dichtwedstrijden die bijvoorbeeld het thema ”jaarwisseling” droegen.

Het winnende gedicht werd gedrukt en voorzien van een illustratie door een bekende kunstenaar. „Uitgevers maakten er een soort wenskaarten van, meestal uitgevoerd op zwaar papier en gekleurd met kostbare pigmenten”, vertelt de uitgever. „De zorgvuldig gekleurde houtsneden circuleerden in de eerste helft van de 19e eeuw in dichtersclubs en waren in eerste instantie niet bedoeld voor het grote publiek.”

De meeste gedichten zijn mooi, verstild en vol met thema's zoals de dageraad, de ochtendnevel, zang en bloesems. „How lofty is/ the garden of bamboo/ the deep crimson of/ the first sunrise heralds/ a very prosperous spring.”

Op de zachtgekleurde platen vind je schelpen, zeedieren, vogels, vergezichten en mensen gehuld in rijk gedecoreerde kimono's. De prenten en gedichten uit het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw zullen liefhebbers verrukken. Het Engelstalige ”Poetry & Image” is een schitterend naslagwerk.

Meester
Tot 1 juli zijn de originele houtsneden uit de catalogus ”Crows, Cranes & Camellias” van de kunstenaar Ohara Koson (1877-1945) te bewonderen in het Prentenkabinet van het Rijksmuseum. Koson genoot in eigen land matige bekendheid, maar zijn prenten vonden in de Verenigde Staten en Europa gretig aftrek. Japan eerde na de ontdekking van een aantal van Kosons originele schetsen en schilderijen de kunstenaar postuum met een tentoonstelling.

”Crowes, Cranes & Camellias” is niet alleen de eerste westerse publicatie over Koson, maar ook een zeer volledige, gebaseerd op de Nederlandse privé-verzameling van Jan Perrée. De collectie van het Rijksmuseum, die voorheen acht prenten van Koson bevatte, mag na de schenking van Perrée zeer omvangrijk genoemd worden. Het laat 19e- en begin 20e-eeuwse werk van Koson laat de natuur in volle schoonheid zien. Vissen, reigers, ijsvogels, snippen, fazanten, ganzen en duiven zijn met enkele streken tegen de achtergrond van camelia's, bloesems of blauwe regen neergezet.

„De kunstenaar ontwierp de tekening”, zegt de uitgever. „Vervolgens sneed de bloksnijder weg wat niet gedrukt moest worden en maakten drukkers de uiteindelijke prent, waar wel de naam van de ontwerper aan verbonden was.”

Een enkele besneeuwde tak, een volle maan of een lichte waterspiegeling verraadt hoe dan ook de hand van een meester.