Boekrecensie

Titel: De brand van Rome
Auteur: Paul Maier

Uitgeverij: Mozaiek
Zoetermeer, 2000
ISBN 90 239 9014 5
Pagina's: 495
Prijs: ƒ 45,-

Recensie door drs. G. C. de Waard - 5 juni 2001

Historische roman over Claudius en Nero, Petrus en Paulus

Christenen tijdens de
brand van Rome

„Gebruiken passen zich aan veranderingen aan. Een huwelijk tussen oom en nicht is niet langer incestueus zodra de senaat dat beslist.” Die oom is Claudius, de vierde keizer van het Romeinse Rijk (ook genoemd in Handelingen 11:28 en 18:2), de nicht is Agrippina de Jongere, vooral bekend als de moeder van Nero, de zoon uit haar eerste huwelijk. Deze drie zijn de hoogstgeplaatste personen in de roman ”De brand van Rome”, geschreven door Paul Maier, hoogleraar Oude Geschiedenis aan de Western Michigan University in de Verenigde Staten.

Hoofdpersoon van de roman is Titus Flavius Sabinus, de oudste broer van de latere keizer Vespasianus. Het verhaal begint in het zevende regeringsjaar van Claudius (A.D. 47) en eindigt na de zelfmoord van Nero in 69, het driekeizersjaar (Galba, Otho, Vitellius). Na op andere wijze in overheidsdienst te zijn geweest, wordt Sabinus ten slotte stadsprefect van Rome. Hij komt daardoor in contact met de christenen in die stad, onder wie Aquila en Priscilla, Petrus en Paulus. Eerst wordt zijn schoonmoeder christen, later zijn vrouw. Lucas draagt aan hem zijn rollen op van het Evangelie en de Handelingen. Dat is slechts een veronderstelling; dat Theophilus een Romein van hoge positie was, staat echter vast. De auteur vermeldt dat in zijn historische verantwoording achter het verhaal. Daaruit blijkt dat de roman op historisch betrouwbare wijze het leven in Rome voor en na de brand van 64 beschrijft.

Nero
De geschiedenis is verdeeld over vijf boeken. In het eerste boek, ”De haard”, maken we kennis met de hoofdpersoon en zijn familie, integere figuren in het decadente leven van hof en stad waar corruptie, verraad en (sluip)moord niet geschuwd worden en men voor het eerst direct in contact komt met aanhangers van het christelijk geloof. Met de moord op Claudius door Agrippina c.s. eindigt het eerste boek.

Het tweede, dat ”De tondel” heet, is het grootste van de vijf. Het begint met de verheffing van Nero tot keizer en eindigt met een gesprek tussen Lucas en Paulus over het slot van de Handelingen. ”Het vuur” confronteert de lezer met de gevolgen van een wet die gebiedt dat alle slaven van een Romeins burger geëxecuteerd worden als een van hen zijn meester heeft vermoord. Van het vuur dat een deel van Rome in de as legt, krijgen de christenen de schuld. ”De holocaust” beschrijft de mogelijke wreedheden die zij hebben ondergaan, vertelt over de kruisiging van Petrus en de onthoofding van Paulus, en handelt ook over de bekende samenzwering van Piso c.s. tegen Nero. In ”Gloeiende kolen” ten slotte gaat het voornamelijk over de opstand tegen de keizer, zijn afzetting en zijn dood.

De titel van het laatste boek verklaart de auteur zelf als hij Lucas tegen Sabinus laat zeggen: „Nero probeerde ons uit te roeien, maar het is hem niet gelukt. En nu vatten de gloeiende kolen van het geloof, waarover Paulus het had, inderdaad weer vlam. Op een dag zullen alle volken verlicht worden door hun glans!” Dit wettigt de gedachte dat de titels van de overige boeken eveneens te maken hebben met de christenen hun geloof. Dan is Rome de haard, de tondel (= brandstof) het veldwinnende nieuwe geloof en het vuur de haat der heidenen die de christenen bedreigt en leidt tot hun holocaust, hun brandoffer.

Historisch
De oorspronkelijke uitgave heeft de titel ”The flames of Rome” (1980). Het ging de schrijver in de eerste plaats om de positie van de christenen in het turbulente Rome van de eerste eeuw, maar al lezende ontdekt men dat er niet slechts een grote brand in die stad heeft gewoed maar dat er steeds weer vuur is om de alom aanwezige brandstof te doen ontvlammen.

Een mengeling van idealisme, sensualiteit en wreedheid was kenmerkend voor het Romeinse Rijk van die eerste eeuw. Een strijd op leven en dood tussen de werelden van macht en geloof is in ”De brand van Rome” gereconstrueerd aan de hand van het leven van een bij die strijd betrokken familie. Alle personages in het boek zijn historisch, geen enkele beschrijving van een gebeurtenis is in strijd met de historische feiten, leemtes in de geschiedenis zijn opgevuld door 'reconstructie' op basis van de waarschijnlijkheid.

”De brand van Rome”, door de auteur een documentatieroman genoemd, is een historische roman van hoog niveau. De omslag van het boek spreekt van „een meeslepende roman.” Dat is niet te veel gezegd. Het verhaal heeft mijzelf van begin tot eind geboeid. Het zal dat ook veel andere lezers doen; ik twijfel daar niet aan.

Eén kleinigheid: blz. 206 bevat een anachronisme: Aquila „begon uit het dertiende hoofdstuk voor te lezen.”