Boekrecensie

Titel: Uit en tuis. Afrikaanse verse uit Amsterdam
Auteur: Elisabeth Eybers
Bloemlezing samengesteld door Ena Jansen

Uitgeverij: Singel Pockets
Amsterdam, 2001
ISBN 90 413 0028 7
Pagina's: 143
Prijs: ƒ 16,50

Recensie door C. Bregman - 14 maart 2001

”Uit en tuis” in Amsterdam

Twee culturen. De dichteres Elisabeth Eybers (1915) weet er over mee te spreken. Sinds 1961 woont deze Zuid-Afrikaanse dichteres in ons land, in Amsterdam. Zij was toen ze hier aankwam 46 jaar oud en had al zeven dichtbundels in Zuid-Afrika gepubliceerd. Tot 1999 volgden er nog veertien, gelijktijdig uitgegeven in Nederland én in haar oude vaderland.

Eybers heeft nooit in het Nederlands gepubliceerd; ze schreef altijd in het Zuid-Afrikaans. Door de verwantschap tussen beide talen kon er al die jaren ook in het Nederlandse taalgebied een lezerskring zijn, die Elisabeth Eybers waardeerde als een belangrijk dichteres. Dat bleek uit het feit dat de ene na de andere bundel in Nederland verscheen; vijf jaar geleden kwam er een bloemlezing uit ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van Elisabeth Eybers, samengesteld door Hans Ester en Ena Jansen. Het blijkt opnieuw, nu er ter gelegenheid van de Boekenweek een bloemlezing verschijnt, ditmaal alleen door Ena Jansen samengesteld, onder de door de dichteres zelf gekozen titel ”Uit en tuis”.

Risico
Toen Eybers zich veertig jaar geleden in ons land vestigde, besefte ze dat het een risico was hier in het Zuid-Afrikaans te blijven publiceren. „Selfs die geringste woord wat emigreer/ moet risiko en onbegrip trotseer”, zo citeert Ena Jansen haar in een helaas al te kort uitgevallen nawoord. Eybers heeft het risico genomen en het onbegrip is vrijwel uitgebleven. Volgens Jansen heeft dat onder andere juist te maken met de „dubbelheid van haar taak en leefwereld.” Daardoor konden de posities van ”uit” en ”tuis” na zo veel jaren ook in toenemende mate verwisseld worden, in die zin dat Nederland meer ”tuis” voor haar werd dan Zuid-Afrika. Toch is naast die verbondenheid met de Nederlandse cultuur ook de distantie gebleven. Datzelfde geldt in omgekeerde zin ook voor het oude vaderland.

Zo is het werk van Eybers als een symbool op te vatten van een mens die zich in zijn leven hier op aarde nooit helemaal ”uit” maar ook niet ”tuis” zal voelen. Dat is in deze mooie bloemlezing vooral duidelijk geworden in de vijfde en laatste afdeling, waarin het zoeken naar een balans tussen beide begrippen centraal staat. In deze afdeling gaat het vooral over ouderdom en dood. Ena Jansen: „De onaangepastheid van de immigrant in Nederland gaat over in een groeiend besef dat lichaam en geest een ultiem 'grensgebied' betreden.”

Kennismaking
Niet alleen als uitwerking van het boekenweekthema is deze bundel van grote waarde; ook voor een eerste kennismaking met de poëzie van Eybers is hij van betekenis. Uit vele van haar sinds 1961 verschenen bundels is een greep gedaan, die ons de dichteres beter leert kennen. Het laatste gedicht in deze bundel is nooit eerder gepubliceerd. Dat luidt als volgt:

Tot dusver kom dit eenvoudig hierop neer:
jy het verduur wat jy geprogrammeer
was om vanaf die aanvang te deurstaan
en benader nou die einde van jou baan.
'n Skroothoop nietighede skep ballas,
daarmee sou jy 'n hele koffer vol
kon koop om sonder omkyk te verkas,
met rym –indien moontlik– steeds in 'n verfraaiende rol.
Met dit schrijnende gedicht sluit deze mooie bundel af.