Boekrecensie

Titel: Indisch Licht
Auteur: Laurens van der Post

Uitgeverij: De Groot Goudriaan, Kampen, 2000
ISBN 90 6140 710 9
Pagina's: 270
Prijs: ƒ 39,90

Recensie door drs. W. Wouters-Maljaars - 6 december 2000

Opoffering in Japanse
gevangenschap

De naam Laurens van der Post (1906-1996) doet Nederlands aan, maar in zijn korte biografie lees ik dat hij zich tussen twee culturen bevond: die van Afrika en Engeland. De onbevooroordeelde belangstelling voor andere culturen is een kenmerk van hem en van zijn werk. Centrale thema's zijn macht en onmacht, recht en onrecht en de noodzaak van liefde en vergeving. ”Indisch licht” vormt daar geen uitzondering op.

Geboren in Engeland, heeft Van der Post een avontuurlijke militaire carrière gehad die hem naar het Verre Oosten bracht. Daar werd hij als commandant van een kleine guerrillaeenheid gevangengenomen door de Japanners. Na 1949 ondernam hij als moderne ontdekkingsreiziger expedities naar onbekende gebieden in Afrika. Ingrediënten die in de roman terugkomen.

Vijf jaar na hun bevrijding, op de avond voor Kerst, ontmoeten twee ex-krijgsgevangenen uit een Japans krijgsgevangenenkamp elkaar in Engeland. De ene man heet John Lawrence, de andere is de ikfiguur. De roman is onderverdeeld in drie verhalen die elk een aparte oorlogsbeleving van beide mannen vertellen.

Het eerste verhaal, ”Schaduwtralies”, draait rondom een Japanse legeroverste met de naam Hara en de bijnaam ”Rottan” – naar de rietstokken waarmee hij willekeurig op gevangenen insloeg. Lawrence lijkt op een kerstavond het slachtoffer te worden van een volstrekt willekeurige agressie, ware het niet dat Hara zich op een hilarische manier opstelt als de kerstman en hem gratie verleent.

Toch zorgt dit absurdisme voor een band tussen deze personen uit volstrekt verschillende culturen en ontstaat er begrip voor elkaar. Vlak voor zijn executie is Hara's laatste wens dan ook om Lawrence nog te mogen zien. Tijdens die ontmoeting is Hara's vraag waarom hij nu persóónlijk schuldig gesteld wordt. Hoe kan iemand nu persoonlijk schuldig zijn in een oorlogstijd die alle individuele belangen uitschakelt? Hij krijgt een antwoord dat goed in zijn Japanse gedachtewereld past en ziet de executie rustiger tegemoet.

Dagboek
Op kerstmorgen praten Lawrence en de ikfiguur verder en komen zij op Celliers, een man die zij beiden hebben gekend in de oorlog. Via zijn nagelaten dagboek komt de lezer zijn levensverhaal te weten. Het dagboek begint met: „Ik had ooit een broer en verried hem.” Jacques Celliers noemt zichzelf „een gevangene van zijn uiterlijk.” Hij is welgeschapen, groot, sterk en het toonbeeld van kracht; overal waar hij komt oogst hij succes. Maatschappelijk maakt hij zeer voorspoedig carrière.

Dit in tegenstelling tot zijn broer, die (ogenschijnlijk) niet in zijn schaduw kan staan. Met zijn onooglijk uiterlijk en een bochel wordt hij getolereerd, totdat de kans daar is en de mensen in zijn omgeving hem keihard laten vallen en hem uitstoten. Aanvankelijk neemt Jacques het voor hem op, maar op den duur bezwijkt hij voor de druk van de massa en laat ook hij zijn broer alleen staan.

Dit verraad tekent Celliers' verdere leven. Hoewel hij maatschappelijk zeer geslaagd is, overvalt hem steeds vaker een gevoel van leegte en krijgt hij angst om alleen te zijn. Als de oorlog aanbreekt, ziet hij een onverwachte kans om de leegte in zijn leven te vullen en meldt hij zich aan als vrijwilliger.

Opoffering
In Palestina ontmoet hij een monnik die hem erop wijst dat de oorlog in hemzelf al aanwezig was vóórdat de oorlog uitbrak. „U vecht in een andere dimensie dan in die van de realiteit.” Jacques komt tot inzicht en in een koortsdroom ziet hij Jezus met Zijn volgelingen. Jezus merkt in die droom op dat Hij Judas mist en Jacques werpt zich dan op als Judas. Hij krijgt de opdracht om naar zijn broer te gaan en vrede te sluiten.

Jacques' leven verandert na die daad van verzoening radicaal. Tijdens zijn Japanse gevangenschap offert hij zich op en door zijn dood behouden alle andere gevangenen het leven.

In het derde deel vertelt Lawrence over zijn ontmoeting met een bijzondere Hollandse vrouw, kort voor de inval van de Japanners in Indonesië. Ondanks de oorlog beloven ze elkaar trouw. Alle inspanningen na de oorlog zijn tevergeefs; ze zien elkaar niet meer terug.

Bevreemding
”Indisch licht” stelt de begrippen verzoening en vergeving centraal. Laurens van der Post weet de lezer te boeien en vooral in het tweede verhaal door de stijgende spanning de lezer in zijn greep te houden. Heel knap is het hoe hij beide culturen op hun eigen waarde weet te schatten en niet alleen het Europese perspectief als uitkijkpunt neemt.

Toch wekken bepaalde aspecten van zijn visie bij mij bevreemding. Vergeving moet niet ten koste gaan van bijbelse waarheden. Jezus' opmerking over Judas gaat voor mij over die grens heen. De discipelen merken op dat Judas zich verhangen heeft en Jezus antwoordt: „Dit kan niet waar zijn. Als ik hierin faal, faal ik in al het overige. (..) Zijn daad is ook verzoend in de liefde die hem ertoe aanzette.”

De roman blijft steken in het horizontalisme. Elk mens moet op zoek gaan naar een grotere heelheid in dit leven, lijkt de moraal te zijn. De schrijver komt niet verder dan abstracte uitspraken als: „Het leven is betekenisloos als je niet gehoorzaamt aan je bewustheid ervan. En dat (bewustzijn) was misschien een aanvoelen van de thans nog onvoorstelbare heelheid van het leven.” Die heelheid zou dan bereikt kunnen worden door de haat af te leren die door onze eigen afwijzingen zou worden veroorzaakt. Wij zouden liefde weer in haar ware heroïsche zin moeten leren kennen.

Zweven
De theorie is aantrekkelijk, de praktijk iets weerbarstiger. Eén blik in de wereld is genoeg om dit bevestigd te zien. Nu loopt fictie niet parallel met de realiteit, maar blijft deze roman zweven en landt hij niet. En dat is jammer.