Boekrecensie

Titel: Sprookjes en vertellingen
Auteur: J. R. R. Tolkien

Uitgeverij: Het Spectrum
Utrecht, 2000
ISBN 90 274 6818 4
Pagina's: 292
Prijs: ƒ 34,25

Recensie door Henriëtte van de Wetering - 15 november 2000

Tolkiens helden
zijn niet opgeleid

„Er was eens een dorp, voor mensen met een goed geheugen niet zo lang geleden, en voor mensen met lange benen niet zo ver weg.” Zo begint een van de sprookjes van J. R. R. Tolkien in de bundel ”Sprookjes en vertellingen”. De opening is typerend voor de schrijver: voor lezers met „lange benen” en een onbevangen geest is de wereld van fantasie niet moeilijk te bereiken. Al zullen sommigen er nooit komen of er zich thuis voelen.

De bundel is een welkome aanvulling voor de liefhebbers van Tolkiens bekendere boeken ”De Hobbit” en ”In de ban van de ring”. Daarin heeft de Oxfordse hoogleraar in de jaren veertig en vijftig een sprookjesachtige wereld gecreëerd die allerlei motieven ontleent aan de Noorse en Keltische heldenverhalen.

Toch staan in Tolkiens wereld geen dappere koningen of snoevende spierbundels centraal, maar de ware held blijkt een kleine hobbit, die trouw is omdat hij weet dat hij niet anders kan handelen dan hij doet. En dat is precies het refrein dat tussen de regels doorklinkt van de liederen die ook in ”Sprookjes en vertellingen” zijn opgenomen.

Men kan als kritiekpunt aanvoeren dat de liederen –een relaas van een veldslag uit de tiende eeuw en een essay over sprookjes, die samen met drie verhalen de bundel vormen– een zeer willekeurige verzameling zijn. Daarbij zullen de liederen voor lezers die het land van de hobbit niet kennen nogal wonderlijk overkomen. Dit is zeker waar.

Thema
Toch hebben de diverse onderdelen van de uitgave volgens mij een samenhangend, overkoepelend thema. Altijd weer gaat het om de gewone, alledaagse, niet tot held opgeleide mens. In moeilijke situaties gebracht, wordt hij voor de keuze gesteld om het kwade te haten en zijn verlangen naar het goede niet op te geven.

Dit geldt bijvoorbeeld in het verhaal ”De smid van Groot Wolding”. Toen de smid nog een jongen was, werd hij eens uitgenodigd voor het Feest van Brave Kinderen. Al was het meer toeval dan verdienste dat hij daar aanwezig was, juist in zijn portie feesttaart bleek een echte Elfenster te zitten. Die ster veranderde zijn bestaan. Niet alleen maakte hij als smid ijzeren gebruiksvoorwerpen met een ongekende schoonheid, maar hij vond op verre reizen ook de toegang tot het Feeënrijk.

Toen hij oud geworden was, ontdekte hij pas het ware geheim van de ster: hij moest er afstand van doen om hem te kunnen doorgeven aan een ander kind. En hij werd een held door de Elfenster te geven aan de kleinzoon van de sikkeneurigste en meest egoïstische dorpsgenoot.

Vikingen
De Oudengelse sage van Beorhtnoth benadert het heldendom vanuit de negatieve kant. Hertog Beorhtnoth streed een wanhopige, maar heroïsche strijd tegen de vikingen. Hij was bereid om al zijn manschappen op te offeren teneinde zijn eer te redden en zij stierven in een ware slachtpartij. ”Overmod” noemt de dichter dat, te vertalen als overmoedigheid of zelfs hoogmoed.

Het is het tegenovergestelde van Tolkiens ideaal: weten dat je maar een klein mensje bent. Pas als je dat geleerd hebt, bijvoorbeeld van een sprookjesschrijver, kun je grote dingen doen.