Boekrecensie

Titel: Taaltrots, purisme in een veertigtal talen
Redactie: Nicoline van der Sijs

Uitgeverij: Contact/Het Taalfonds
Amsterdam, 1999
ISBN 90 254 9624 5
Pagina's: 447
Prijs: ƒ 49,90

Recensie door drs. R. de Blois - 21 juni 2000

Van Babel naar taaltrots

Taal is een boeiend verschijnsel. Enerzijds zorgt dit unieke communicatiemiddel voor eenheid. Mensen die dezelfde taal spreken voelen zich immers in een belangrijke mate aan elkaar verbonden. Aan de andere kant brengt taal echter ook scheiding teweeg. Dat is in Babel begonnen en we zien er nog elke dag de gevolgen van. Stof waaraan Nicoline van der Sijs de uitgave ”Taaltrots, purisme in een veertigtal talen” wijdt.

Taal is een dynamisch gegeven. Zij is voortdurend in verandering. Woorden komen, woorden gaan, of veranderen van betekenis. Ook de wijze waarop ze worden uitgesproken is aan verandering onderhevig. Dit gaat allemaal vanzelf. We hoeven er niets aan te doen.

Toch zien we in de geschiedenis telkens weer dat er mensen zijn die dit veranderingsproces willen beïnvloeden. Ze nemen bepaalde ontwikkelingen in hun taal waar die zij als ongewenst beschouwen. Zij willen hun taal zuiver houden. Dit verschijnsel noemt men taalzuivering of purisme, aldus Nicoline van der Sijs in de inleiding van ”Taaltrots, purisme in een veertigtal talen”, dat onder haar redactie totstandkwam.

Taalzuivering vindt eigenlijk alleen plaats in talen die gestandaardiseerd zijn of op zoek zijn naar een standaard. Als niet duidelijk is wat de norm of standaard is, kun je immers ook niet bepalen wat er van die standaard afwijkt. Tijdens de Middeleeuwen bestonden er nog geen echte standaardtalen in Europa. In Nederland werden verscheidene dialecten gesproken. Pas tijdens de Renaissance gingen de mensen het belang van een eigen taal inzien. Meer en meer ging men voor allerlei doelen gebruikmaken van de volkstaal. Ook de Reformatie droeg hiertoe bij. Als gevolg op de Reformatie kwamen er in vele Europese talen bijbelvertalingen tot stand die een grote standaardiserende invloed hadden op de taal.

Afrikaans
Ook leiden nationalistische tendensen vaak tot taalzuivering. Toen landen zoals Polen en Finland aan het begin van de twintigste eeuw onafhankelijk werden, werden hun respectievelijke talen die vóór die tijd alleen als spreektaal gebruikt werden, direct tot standaardtaal uitgeroepen en in allerlei opzichten gezuiverd.

Naast een uitgebreide inleiding over het verschijnsel purisme in het algemeen bevat Van der Sijs' boek een flink aantal artikelen over specifieke gevallen van purisme in diverse delen van de wereld.

Een van de artikelen gaat over taalzuivering in het Afrikaans. Volgens dit artikel ontstond deze taal in de zeventiende eeuw vanuit het Nederlands, doordat veel vreemdtalige mensen deze taal snel en onder ongunstige omstandigheden moesten leren. Dit leidde tot de reductie van veel Nederlandse grammaticale structuren. Verder werden veel woorden en andere taalelementen aan andere talen ontleend, zoals het Portugees, het Maleis, het Duits, het Frans en het Arabisch. Zo komen woorden als kraal en mielies uit het Portugees, en is het bekende woord baie (zeer, veel) afgeleid van het Maleise banja.

Pas vanaf het begin van de negentiende eeuw kreeg het Engels een grote invloed op deze taal. Toen echter het Afrikaanse nationalisme toenam groeide ook het verzet tegen deze invloed, omdat men van mening was dat het oprukken van de Engelse taal de zelfstandigheid van het Afrikaans bedreigde. Dit taalpurisme heeft de opmars van het Engels in Zuid-Afrika niet kunnen stuiten. Wel heeft het ervoor gezorgd dat het Afrikaans zijn plaats als standaardtaal naast het Engels heeft kunnen behouden.

De woordfabriek
Een ander artikel behandelt de wederopleving van het Hebreeuws, wat in feite ook één grote taalzuivering is geweest. Het modern Hebreeuws is in Oost-Europa ontstaan als literaire schrijftaal. Het Jiddisch had als schrijftaal totaal geen prestige. In die tijd was het Hebreeuws als spreektaal echter nog totaal niet aanvaardbaar. Door de opkomst van het zionisme kreeg het Hebreeuws steeds meer prestige en werd het Jiddisch langzamerhand meer als een gettojargon gezien. Pas in 1908 werd het Hebreeuws uitgeroepen tot de nationale taal van het Joodse volk.

Eliëzer Ben-Jehoeda is de grote propagandist van het moderne Hebreeuws. Hij stichtte de voorloper van de Hebreeuwse Taalacademie, wel eens spottend „de woordfabriek” genoemd. Tot op de dag van vandaag worden door de Taalacademie in Jeruzalem nieuwe woorden gemaakt, die soms geaccepteerd worden en soms niet.

Om het Hebreeuws weer een moderne taal te kunnen maken waren nieuwe woorden nodig. Veel nieuwe woorden werden afgeleid van Hebreeuwse wortels bekend uit de bijbelse en de nabijbelse literatuur. Ook Aramese en Arabische leenwoorden werden gebruikt. Oude Hebreeuwse woorden kregen soms een nieuwe betekenis. Een aardig voorbeeld van een nieuw woord is ofannajim (fiets). Het is afgeleid van het bijbelse woord ofan (wiel). In het Hebreeuwse tweevoud (dualis) betekent dit letterlijk tweewieler.

Taalliefhebber
Verder biedt dit boek artikelen over het Fries, Vlaams, IJslands, Spaans, Grieks, Armeens, Baskisch, Koerdisch, Turks, Arabisch, Japans en vele andere talen, een veertigtal in totaal. De een zal meer geïnteresseerd zijn in het ene artikel dan in het andere. Je moet overigens sowieso wel een taalliefhebber zijn om een boek als dit te kunnen waarderen. Het is daarom niet een boek dat je iedereen aan kunt bevelen. Voor mensen die van talen houden bevat het echter interessante kost.