Boekrecensie

Titel: De Matthäus Passion van Bach, met inleiding en muzikale toelichting
Auteur: O. de Moor

Uitgeverij: Voorhoeve
Kampen, 1999
ISBN 90 297 1619 3
Pagina's: 71
Prijs: ƒ 17,90

Titel: Bachs Matthaeus- en Johannes Passion
Auteur: Gerardus van der Leeuw

Uitgeverij: Sun
Nijmegen, 2000
ISBN 90 6168 589 3
Pagina's: 173
Prijs: ƒ 29,50

Recensie door G. de Looze - 12 april 2000

Bachs Passionen toegelicht

Bach Passionen zijn in Nederland gemeengoed. Duizenden volgen jaarlijks een uitvoering van deze meesterwerken. Voor hen verscheen een tweetal toelichtingen.

Uitgeverij Voorhoeve bracht de zestiende druk van ”De Matthäus Passion van Bach” op de markt. De handzame, door O. de Moor geschreven publicatie bevat een korte inleiding over Bach en het ontstaan en de opzet van de Matthäus. De nadruk ligt echter op de in het Duits en Nederlands afgedrukte tekst van dit meesterwerk en een beknopte toelichting bij wat de luisteraar hoort.

Doel van dit boekje is schroom te overwinnen, mensen aan het luisteren te krijgen. Voor deze doelgroep is de toegankelijk geschreven toelichting waardevol. Formaat en gewicht zijn op de concertbezoeker toegesneden.

Wie verder tot de structuur van het werk door wil dringen, kan zijn toevlucht tot de door Gerardus van der Leeuw geschreven uitgave ”Bachs Matthaeus- en Johannes Passion” nemen. Van der Leeuw (1890-1950), in leven hoogleraar godsdienstwetenschappen en liefhebber en kenner van Bachs muziek, publiceerde in 1937 een toelichting op de Matthäus Passion en in 1946 een soortgelijk boekje over de Johannes Passion. Beide uitgaven zijn nu gebundeld.

De auteur probeert via de structuur van deze composities door te dringen tot het wezen en de bedoeling van Bachs werken. Hij bekijkt ze primair vanuit hun liturgische functie. Gerardus van der Leeuw, kleinzoon van de hoogleraar, verdedigt de heruitgave. Al is de uitvoeringspraktijk gewijzigd en weten we meer over Bach, het pleidooi voor een respectvolle omgang met Bachs erfenis „heeft ook in onze nieuwe eeuw nog niets aan betekenis ingeboet.”

Van der Leeuw gaat in korte hoofdstukken in op de historie en de structuur van beide Passionen. Zinvol is zijn beschrijving van de inhoud van de werken, al is zijn vergelijking „Dan eensklaps, als in het sprookje van de koningszoon in de verdrukking, wiens gouden haartooi hem verraadt, breekt de majesteit door van de Koning...” niet gelukkig gekozen. De teksten van de Passionen en hun vertaling completeren het geheel. Wie kennis van deze uitgave neemt, zal gerichter naar de Passionen luisteren.