Boekrecensie

Titel: Fabels van Aesopus (Phaedrus), vert. Johan van Nieuwenhuizen
Uitgeverij: Het Spectrum
Utrecht, 2000
ISBN 90 274 6829 X
Pagina's: 195
Prijs: ƒ 18,70

Recensie door Katrien Ruitenburg-de Bonte - 15 maart 2000

Berijmde fabels van Aesopus

Uitgevers laten zich graag meedrijven op de stroom publicaties rond het Boekenweekthema, nu er te verdienen valt aan uitgaven die anders weinig aandacht zouden krijgen. Zo komt Het Spectrum met een herdruk van de ”Fabels van Aesopus”.

”Fabels van Aesopus” is een verzorgde bundel. Links telkens een cirkelvormige gravure, overgenomen uit een luxe (Latijnse) editie van de fabels uit 1701, en rechts de bijbehorende fabel, op rijm.

De fabels zijn door Johan van Nieuwenhuizen berijmd, op basis van de versie van ene David van Hoogstraaten. Van de hand van die medicus en taalgeleerde verscheen in 1703 de eerste Nederlandse vertaling van de beroemde fabels. Een vertaling dus, niet op basis van het Latijnse origineel, maar op basis van een eeuwenoude Nederlandse vertaling. Bovendien verraadt het colofon dat het om een herdruk gaat uit 1979!

De summiere inleiding vermeldt iets over de eeuwenoude fabeltraditie. Van fabeldichter Aesopus is weinig met zekerheid te zeggen, zelfs niet of hij geleefd heeft. De fabels zijn ver voor zijn veronderstelde geboortedatum ontstaan, vooral in Indië. Indië? Nederlands-Indië? Indonesië dus? Bedoeld moet wel zijn: India. Het misverstand komt vaker voor, en heeft waarschijnlijk te maken met het bijvoeglijk naamwoord ”Indisch”, dat voor beide gebieden gebruikt wordt.

Rond 40 na Christus bewerkte Phaedrus, slaaf aan het keizerlijke hof in Rome, de fabels in het Latijn, en hij maakte er een groot aantal bij. De fabels veroverden in de Middeleeuwen in allerlei versies heel Europa. Door middel van een fabel kon veilig sociale kritiek geuit worden, en op een aantrekkelijke manier een les worden aangeleerd.

Stijlbreuk
Jammer dat er geen link met het Latijnse origineel gelegd wordt door het vermelden van de originele indeling in vijf boeken. De vertaling doet geregeld gekunsteld aan. Er is geregeld sprake van stijlbreuk: modern jargon als ”pesten” en ”qua schoonheid” wordt gebruikt naast ”nimmer” en ”blieven”. De zinnen lopen niet allemaal even goed. Eerlijk is eerlijk: soms zijn er ook leuke vondsten gedaan.

Mijn bezwaren tegen deze uitgave: de vertaling is niet op het origineel gebaseerd, de originele indeling is niet terug te vinden, de inleiding is te summier, en de vertaling is niet fraai.