Boekrecensie

Titel: Poorten van de nacht
Auteur: Brigitte Riebe
Vertaling: Tinke Davids

Uitgeverij: De Arbeiderspers
Amsterdam, 1999
ISBN 90 295 3543 1
Pagina's: 480
Prijs: ƒ 39,90

Recensie door Beatrice Jansen-de Graaf - 23 februari 2000

Middeleeuws panorama
van hartstocht

Hoe overleefde men in de duistere Middeleeuwen? Hoe zag het dagelijks leven in steden als Keulen, Venetië en Brugge eruit in een tijd die beheerst werd door de pest, pogroms en een apocalyptische ondergangsstemming? In ”Poorten van de nacht” beschrijft de Duitse auteur Brigitte Riebe de levensverhalen van drie in sociaal opzicht totaal verschillende personen tegen deze tragische achtergrond.

Het verhaal begint met de bloedbroederschap die Johannes, de zoon van een rijke koopman, Esra, een Jood, en Anna, de dochter van een arme leerlooier, sluiten. Het verderf zet echter al snel in. Terwijl Europa langzaam maar zeker aan de Zwarte Dood ten prooi valt, wordt de bijzondere bloedbroederschap verbroken door jaloezie en hartstocht. Esra en Johannes worden beiden verliefd op Anna en dan blijkt dat de kloof tussen hun maatschappelijke posities toch groter is dan gedacht. Ongestraft verkracht Johannes Anna. Hij vertrekt daarop naar Brugge om opgeleid te worden tot koopman. Esra daarentegen denkt geen kans te kunnen maken bij Anna en lijdt steeds meer onder de minachting van de Keulse bevolking voor de Joden. Hij vlucht naar Venetië.

Zondebok
Riebe weeft de geschiedenis van deze driehoeksverhouding kunstig door de bredere geschiedenis van de verhoudingen tussen de rangen en standen in het Europa van de veertiende eeuw. Rijke handelaren, begijnen, zigeuners en monniken vormen een panorama dat doet denken aan de schilderijen van Jeroen Bosch. Pest, honger en ellende ontbreken evenmin. Over verbeeldingskracht beschikt de schrijfster zeker. De beschrijvingen van de dagelijkste stank in de stad, de conflicten tussen de verschillende maatschappelijke en religieuze groeperingen geven aan dat Riebe de wereld van de late Middeleeuwen grondig bestudeerd heeft.

Confronterend zijn de passages over de jodenvervolgingen. Net zoals in deze eeuw begon het met de sluipende stigmatisering en isolering van de Joden, maar uiteindelijk leidde het tot hun vernietiging. Doordat de pest hen vanwege al hun reinheidsgeboden vaak ongemoeid liet, werden de joden als zondebok aangewezen voor het grote sterven onder de rest van de bevolking.

Toch maakte het verhaal achteraf niet zo veel indruk. Hoe interessant de beschrijvingen ook zijn, ze lopen niet naar een climax. Veel verhaallijnen zijn niet netjes afgehecht en blijven knagen wanneer het boek is dichtgeslagen. De liefdesgeschiedenis tussen de begijn en de monnik is bijvoorbeeld al achter de rug wanneer het verhaal begint, en het fijne ervan komen we niet te weten.

Ook de geheimzinnige ontmoetingen, omgeven door een waas van chantage, tussen de vrouw van de rijke koopman en diens concurrent lopen dood. Esra wordt een tijdje uit het verhaal geschreven, trouwt, krijgt kinderen en verliest zijn familie ook weer aan de pest. Wanneer hij terugkeert naar Keulen, lijkt hij echter nauwelijks veranderd te zijn.

Karakters
Dat brengt me bij het tweede punt van kritiek. De karakters zijn niet consistent en enigszins karikaturaal. Thea Beckman graaft dieper. Anna, het heftige jonge meisje, berust veel te snel in een huwelijk met een oude leerlooier die haar vader kon zijn. Guntram, de bespotte man met zijn mismaakte gezicht, broedt het hele boek door op wraak. De lezer verwacht heel wat van de dreiging die er van hem uitgaat. Maar uiteindelijk verdrinkt Guntram zichzelf en is het verhaal een spanningselement armer.

Het is te merken dat de schrijfster van misdaadromans en boeken zoals ”Echtgenoten en andere vreemden” de lange adem mist om de spanningsboog in een verder interessant en verantwoord historisch epos van 480 pagina's te handhaven.