Boekrecensie

Titel: De kleine kroniek van Anna Magdalena Bach
Auteur: Esther Meynell

Uitgeverij: De Banier
Utrecht, 1999
ISBN 90 336 2660 8
Pagina's: 150
Prijs: ƒ 27,95

Recensie door drs. H. Vermeulen - 9 februari 2000

Johann Sebastian als liefhebbende echtgenoot

Een uitgave van ”De kleine kroniek van Anna Magdalena Bach” is de bijdrage die uitgeverij De Banier levert aan het Bachjaar, dat allerwegen gevierd wordt. De paperback heeft een romantisch aandoende omslag meegekregen, waarop in zachte tinten onder andere een kerkgebouw, een orgelfront en (centraal) een dame getekend zijn.

De tekeningen passen uitstekend bij de inhoud: het verslag van een bedroefde weduwe die in gevoelvolle bewoordingen de herinneringen aan haar overleden echtgenoot aan het papier toevertrouwt. Bijna op elke bladzijde is haar grote liefde en bewondering voor hem voelbaar.

Aan het begin van het boek is de lezer getuige van de eerste ontmoeting tussen de weduwnaar Johann Sebastian Bach en Anna Magdalena in de St.-Catharinakerk te Hamburg. Terwijl Bach het orgel bespeelt, luistert zij beneden in de kerk naar zijn spel. Dan daalt hij langs de orgeltrap naar beneden. „Eén ogenblik keek ik hem aan en was door zijn plotselinge verschijning zó in de war dat ik niet in staat was me te bewegen. Het komt me nu voor, of ik toen na een dergelijke muziek eerder had verwacht om Sint George te zien neerdalen dan een mens. Maar opeens begon ik over mijn hele lichaam te beven. Ik pakte mijn mantel die op de vloer gegleden was, en vloog, nog steeds onverklaarbaar bevend, de kerk uit.”

Originele bron
De grote Bach is in dit boek niet alleen de uitzonderlijke musicus die met zijn virtuoos orgelspel en onnavolgbare compositiekunst iedereen versteld doet staan. Hij is ook de liefhebbende echtgenoot die zijn tweede vrouw, Anna Magdalena, met alle liefde omringt. Hij is tegelijk de plichtsgetrouwe huisvader die zijn kinderen lesgeeft in de edele kunst van de muziek en enthousiast met hen musiceert. Negatieve kanten heeft hij nauwelijks, of het moet zijn dat hij nogal koppig is en wel eens wat driftig.

Terwijl ik in het boekje lees, komt de vraag op hoe waarheidsgetrouw dit allemaal is. Op de omslag ontbreekt een auteursnaam, alleen de titel suggereert iets. Op de achterkant van de omslag staat een aanbevelende tekst die eindigt met: „Het hele geschrift is doortrokken van Magdalena's grote liefde voor haar Sebastian.” Alles duidt er op dat we hier te maken hebben met een originele bron over het leven van de grootste musicus aller tijden. Maar wat betekent dan de naam van Esther Meynell op het titelblad? De Banier-uitgave geeft er geen uitsluitsel over.

De editie die het dagblad Trouw in 1985 uitgaf van de dezelfde kroniek, heldert veel op. Het blijkt om een gefingeerde autobiografie te gaan, in 1930 door een Engelse schrijfster in Duitsland uitgegeven. In die tijd werd het boekje in sommige muziektijdschriften bejubeld als een belangrijke ontdekking. Tegelijk sloeg bij anderen de twijfel toe: enkele details bleken niet te kloppen. Uiteindelijk werd in 1931 duidelijk dat we dit boekje niet „te danken hebben aan een levensgezellin die zich op de geestelijke hoogte van haar geniale man bewoog”, zoals het woord vooraf suggereert. Het is een misser van de uitgever dat de mystificatie die al zo lang geleden werd opgehelderd, in deze uitgave in stand wordt gehouden.