Boekrecensie

Titel: Leven en werk van ds. W. C. Lamain
Auteurs: J. W. Lamain, H. Beijeman en H. Natzijl

Uitgeverij: Den Hertog
Houten, 1999
ISBN 90 331 1342 2
Pagina's: 410
Prijs: ƒ 49,50 (na 1 januari 2000 ƒ 57,50)

Recensie door ds. J. Schipper - 20 oktober 1999

Een man des vredes

De vorige week verschenen biografie van ds. W. C. Lamain voert ons als vanzelf in gedachten terug naar volle kerken, met op de kansel een man des vredes, iemand die altijd probeerde samenbindend te werken: „Waar liefde woont, gebiedt de Heer den zegen.” Het betreft een boeiende levensbeschrijving over een bevindelijk prediker.

Willem Cornelis Lamain werd op vrijdag 8 januari 1904 in het plaatsje Kamperland op Noord-Beveland geboren. Hij was het vierde kind van de schoenmaker Jan Willem Lamain en Janna Abrahamse. Ruim tachtig jaar later, op 12 november 1984, werd ds. Lamain voor een kleine operatie opgenomen in een ziekenhuis te Grand Rapids. Na drie dagen mocht hij weer naar huis. Aanvankelijk had hij het voornemen om op zondag nog voor te gaan, maar hij voelde zich toch te ziek. Op donderdagavond 29 november vroeg hij zijn oudste dochter hem voor te lezen Hebreën 12:1-13. In die nacht overleed ds. Lamain in zijn slaap. Hij mocht ingaan in de rust die er overblijft voor het volk van God.

De biografie ”Leven en werk van ds. W. C. Lamain” betreft een boeiend en bevindelijk prediker, die in zijn leven bijzonder veel mocht spreken en schrijven: „Een dorsenden os zult gij niet muilbanden.” Hoofdstuk 15 biedt onder de titel ”Menigmaal de pen opgenomen” een overzicht van wat hij geschreven heeft aan preken, meditaties, overdenkingen en wat dies meer zij. Daaruit blijkt dat deze bekende en geliefde prediker zelf ook veel uit zijn leven op schrift heeft gesteld. De samenstellers van deze nieuwe biografie (J. W. Lamain, H. Beijeman en H. Natzijl) hebben dan ook de vraag opgeworpen of het wel nodig was een levensbeschrijving het licht te doen zien. Toch hebben ze gemeend daartoe over te moeten gaan. Immers, een overzichtelijke biografie ontbreekt en veel uit zijn leven was nog niet beschreven. Het is een goede gedachte geweest een overzichtelijke beschrijving van het leven en werk van deze predikant samen te stellen.

Stijl
De samenstellers hebben er bepaald geen optochtelijke stijl op nagehouden. Als ze zelf aan het woord zijn, zijn ze zelfs aan de zakelijke kant. Dat valt in hen te prijzen. Ze laten bijzonder veel de hoofdpersoon aan het woord. Veel al of niet bekende citaten passeren het lezersoog. En zo wordt zakelijk smakelijk.

Overigens hebben de samenstellers het niet nodig geacht ieder citaat te verantwoorden. Ze maken slechts spaarzamelijk gebruik van voetnoten. Wel heeft men achterin een lijst van bronnen en gebruikte literatuur opgenomen. Bovendien heeft men zorg gedragen voor een register van persoons- en plaatsnamen. Veel foto's (waaronder ook nogal wat onbekende) sieren dit keurig uitgegeven boekwerk.

Ds. W. C. Lamain is reeds in zijn kindse dagen getrokken, geleid en onderricht: „Reeds in het prille van mijn jeugd werd ik overtuigd van mijn schuld en zonde en opende God mijn ogen voor mijn verloren toestand. In veel benauwdheid en in veel droefheid heb ik de jaren doorgebracht vanwege het gemis van God en het oordeel, het rechtvaardig oordeel Gods waaronder ik lag. Ik had tegen God gezondigd en mij wachtte niets anders dan om voor eeuwig van God verstoten te worden.”

Toen het op een nacht (hij was toen negen jaar oud) hopeloos en verloren was, kwam de Heere over met het woord uit de Prediker: „God zoekt het weggedrevene.” Ds. Lamain schrijft daarover: „Dat was een goede tijding uit een ver land. Dat verre land was de hemel. Dat moest ik geloven, omdat God er Zelf geloof bij gaf. Daarom was het ook als koud water op een vermoeide ziel.”

Kortgene
Pas in 1913 werd op Noord-Beveland een gereformeerde gemeente gesticht. Dat was in Kortgene. Hier kwam Willem Lamain voor het eerst onder de prediking van ds. G. H. Kersten. Hij voelde zich daar direct thuis, hoewel hij nog dooplid was in de gereformeerde kerk van zijn woonplaats.

Overigens ging nog iets anders een rol spelen, namelijk dat hij al op jonge leeftijd een roeping gevoelde tot het predikambt: „Toen ik vijftien jaar oud was, riep God mij tot Zijn heilige dienst, met bewustheid voor mijn eigen ziel, dat Hij mij zou stellen tot een wachter op Sions muren. God Zelf heeft ons in de bediening gezet.”

Na lid van de Gereformeerde Gemeenten te zijn geworden, stapte Willem Lamain op 5 april 1923 op 19-jarige leeftijd naar de kerkenraadsvergadering met de wens om opgeleid te worden tot de dienst des Woords. Men deed voorzichtig aan. Uiteindelijk zou de particuliere synode te Middelburg daarover beslissen op 21 februari 1924. Nog vóór die tijd oefende Lamain rond de kerstdagen van 1923 in de gemeente van Bruinisse, op verzoek van de kerkenraad aldaar. Diaken L. van der Velde (moet zijn: L. van de Velde) raadpleegde daarover nog de consulent.

Proponeren
Lessen volgde ds. Lamain aanvankelijk bij ds. W. den Hengst, zodat hij moest verhuizen van het Zeeuwse platteland naar Leiden. In 1925 mocht hij officieel gaan proponeren. Vier jaar lang trok hij het land door om een stichtelijk woord te spreken. De eerste keer was op 21 juni 1925 te Boskoop. Hij vervulde wel vier à vijf spreekbeurten per week. Heden ten dage mogen studenten van de Theologische School beslist niet meer dan één keer per week voorgaan; anders wacht hun op z'n minst een berisping.

In 1929 werd Lamain predikant te Leiden. Na ook de gemeenten van Rotterdam-Zuid en Rijssen-Wal te hebben gediend, vertrok hij in 1947 naar Grand Rapids. Vele wederwaardigheden waren zijn deel. Maar om die te weten te komen, zult u toch echt het boek zelf moeten lezen. U krijgt er geen spijt van.