Boekrecensie

Titel: Als lopend vuur, ingeleid, vertaald en van aantekeningen voorzien door Richard van Zaalen
Auteurs: Hans van Reisen en Sander van der Meijs

Uitgeverij: Ambo (serie Ambo-Klassiek)
Amsterdam, 2001
ISBN 90 263 1689 5
Pagina's: 315
Prijs: ƒ 69,50

Recensie door drs. G. J. van Middelkoop - 10 oktober 2001

Augustinus wil zijn hoorders in brand steken

Preken van Augustinus boeien, ook al is het zo'n 1600 jaar geleden dat hij ze uitsprak. De kerkvader van het Westen wil een vuur in zijn gehoor doen ontbranden.

In de serie Ambo Klassiek kwamen in de jaren tachtig twee bundels uit met vertalingen van Gerard Wijdeveld: ”Twintig preken van Aurelius Augustinus” (1986) en ”Carthaagse preken” (1988). In 1996 publiceerden Joost van Neer en Martijn Schrama van het Augustijns Instituut te Eindhoven ”Als licht in het hart”. In dit fraai gebonden boek vinden we zestig preken die Augustinus hield ter gelegenheid van de verschillende liturgische feesten.

Als vervolg daarop verscheen onlangs ”Als lopend vuur”, met zevenendertig preken voor het liturgisch jaar, gevolgd door een preek over het vasten. De vertaling en verdere verzorging lag dit keer in handen van Richard van Zaalen, Hans van Reisen en Sander van der Meijs, eveneens verbonden aan het Augustijns Instituut.

Soms kun je denken dat alles van de Oudheid en de Vroege Kerk al bekend en meer dan eens herkauwd is. Dan is het verrassend te lezen dat in 1990 een handschriftenverzameling opdook in de stadsbibliotheek te Mainz. Deze bevat een aantal onbekende maar echte preken van Augustinus uit een verzameling die al tijdens zijn leven werd samengesteld. Augustinus was een beroemd prediker, naar wie veel mensen kwamen luisteren, soms van heinde en ver. Vaak zaten er in de kerk ook stenografen, die opschreven wat ze hoorden. Kopieën en afschriften van Augustinus' preken vonden dan ook hun weg in de hele westerse kerk.

Uit het handschrift van Mainz is een aantal preken in deze vertaling opgenomen. Een zeer opvallend exemplaar is de preek die Augustinus hield op 1 januari 404, een preek van ruim 70 bladzijden, die wel vierenhalf uur geduurd moet hebben. Omdat de heidenen het nieuwe jaar vierden met een feest waar christenen liever niet bij moesten zijn, wilde Augustinus hen zo lang mogelijk boeien in de kerk. Gelovigen zijn uit de heidenen samengebracht om Gods naam te loven. Zij geloven, hopen en beminnen anders. Ook al verkeren christenen te midden van de heidenen en gaan zij dagelijks met hen om, er is sprake van een radicale scheiding van geesten en een totaal andere levensoriëntatie. Augustinus wil met zijn preek een vuur in hen doen ontbranden dat gloeit als een houtskoolvuur. Als ze straks buiten de kerk worden besprongen door de rukwinden, zal dit vuur dan ook niet worden uitgeblazen, maar juist worden aangewakkerd en feller gaan branden.

Het grootste deel van de preken in deze bundel –net als in de vorige– is gehouden in de tijd van Pasen. In de oude kerk was dit het hoogtepunt van het liturgisch jaar. Na een periode van veertig dagen van intensieve voorbereiding werden de catechumenen gedoopt. In de paasnacht zwoeren zij de duivel af en wijdden hun leven aan Christus. Daarna werden zij driemaal gedoopt en vervolgens gezalfd. Als pasgeboren kinderen kregen zij een doopkleed van wit linnen en vilten sandalen. Dan keerden zij als pasgeboren lammeren terug naar de gemeente. Tijdens deze ceremonie met haar rijke symboliek werden korte preekjes gehouden; de bundel biedt er een paar van nog geen bladzijde lang.

Als je preken van Augustinus leest, word je getroffen door diepe gedachten en wijde perspectieven. Hij blijkt een diepzinnig theoloog, een creatief uitlegger van de Bijbel en een toegewijd pastor. Hij brengt de boodschap van het heil heel dicht bij zijn hoorders en hun gewone leven. Hij heeft een opvallend schriftgebruik, dat veel associaties laat zien die wij niet altijd kunnen volgen. Zijn allegorische uitleg, waarin hij de letterlijke betekenis laat verdwijnen achter een diepere zin, roept twijfels op, zoals wanneer hij preekt over de 153 grote vissen. Soms kun je kop noch staart ontdekken aan een min of meer geïmproviseerde preek. Vaak polemiseert hij met de ketters van zijn dagen. Maar altijd is hij meditatief bezig met de overweldigende heilsgeheimen. Vaak roept dit de reactie op: Wat zegt hij dit mooi! En: Hoe waar is dit woord! In dit alles wil deze prediker bereiken dat zijn hoorders zich gewonnen geven aan het Woord van zijn Zender, zodat God zich tegoed kan doen aan hun toewijding.