Boekrecensie

Titel: De Heilsorde. Roeping en wedergeboorte
Auteur: ds. C. Harinck

Uitgeverij: Den Hertog
Houten, 2001
ISBN 90 331 1539 5
Pagina's: 127
Prijs: ƒ 19,50

Recensie door ds. M. Vlietstra - 26 september 2001

Het toepassend werk van de Geest

”Roeping en wedergeboorte” is de (onder)titel van het voorlaatste boek van ds. C. Harinck, predikant in de gereformeerde gemeente van Terneuzen. Een schrijnend gebrek aan kennis onder de leden van de kerk drong hem tot een behandeling van de orde des heils: „De toepassing van het door Christus verworven heil en de orde waarin de Heilige Geest dat heil de uitverkorenen deelachtig maakt.”

Het boek is verdeeld in vier hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk handelt over het ontstaan en over de betekenis van de heilsorde, die geleidelijk de vorm kreeg zoals wij die kennen: roeping, wedergeboorte, geloof, bekering, rechtvaardiging, heiliging, volharding en verheerlijking. Ook de kerk en de sacramenten kunnen in deze orde een plaats krijgen.

Behalve over de heilsorde (waarbij het niet altijd gaat om een tijdsvolgorde) wil de schrijver ook spreken van een „heilsweg”, waarmee gedoeld wordt op de subjectieve, bevindelijke beleving van het toegepaste heil. Heilsorde en heilsweg kunnen dan ook niet met elkaar in strijd zijn, ze vallen samen. „Ze vormen beslist geen bekeringssystemen waarin iedere stap die de zondaar op weg naar de hemel zet, nauwkeurig wordt omschreven. Bevinding laat zich niet in schema brengen.” En even verder lezen we: „Waar de menselijke ervaring niet wordt getoetst aan de goddelijke openbaring, verliest men op de duur het zicht op de ware ervaring van het geloof.”

Roeping
In hoofdstuk 2 gaat het over de roeping. De schrijver kiest voor het standpunt van tweeërlei roeping, namelijk de uitwendige en de inwendige. Dat betekent echter niet dat de inhoud van de uitwendige een andere zou zijn dan die van de inwendige. Alsof God met twee monden zou spreken. „Maar omdat onze oren doof zijn voor de roep van het evangelie en onze ogen verblind zijn door de satan, kunnen wij niet in het geloof op Gods roeping in het evangelie reageren.” En daarom is een bijzondere werking van de Heilige Geest met het Woord onmisbaar, zullen wij op Gods roeping reageren met geloof en bekering.

Onder het kopje ”Onderscheiden wegen” wordt aangetoond dat de Heere vele middelen en wegen ten dienste staan om de zondaar met liefde en macht tot Zich te trekken. Het meest gebruikte middel is de rechte prediking van Gods Woord door getrouwe dienaren.

Onderscheid
In hoofdstuk 3 komt de wedergeboorte aan de orde. Het wordt benadrukt een goed onderscheid te maken tussen wedergeboorte in engere zin (de inplanting van het nieuwe leven) en de wedergeboorte in ruimere zin (de voortgaande vernieuwing, de heiliging van het leven, zoals bijvoorbeeld artikel 24 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis daarover spreekt).

Aan de hand van hoofdstuk 3 en 4, paragrafen 11 en 12, van de Dordtse Leerregels wordt beschreven wat er in de mens gebeurt wanneer Gods Geest hem door het Woord wederbaart. In verband met remonstrantse ideeën, ook in evangelische kringen, krijgt de vernieuwing van de wil van de mens, die van nature totaal verdorven en daarom van God áf gericht is, veel aandacht.

Bijzonder onderwijzend is ook wat gezegd wordt over de kenmerken van de wedergeboorte. Bij de mannen van de Nadere Reformatie nam de wedergeboorte een grote plaats in, als een toetssteen voor zelfonderzoek én als een schakel in de weg naar geloofszekerheid. De kenmerken hadden bij hen niet meer dan een „ondersteunend karakter” en als zodanig mogen en moeten ze ook een plaats hebben in de prediking. Maar de prediking zij en blijve voluit Christusprediking en geen kenmerkenprediking, waarbij de mens in feite op zichzelf wordt teruggeworpen. Het eerste en voornaamste kenmerk is tenslotte het geloof in Gods belofte, die Christus tot inhoud heeft.

Geloofsdaden
Hoofdstuk 4 gaat over de verhouding tussen wedergeboorte en geloof. Gesteld wordt (en ik meen: terecht!) dat de Heilige Geest het geloof doet opbloeien uit het wedergeboren hart en dat de juiste orde dus is: wedergeboorte - geloof. Dit in tegenstelling met theologen die het geloof vooropstellen en zich daarvoor menen te kunnen beroepen op Calvijn. Ten onrechte, vindt de schrijver, die echter wel aantoont en beklemtoont dat wedergeboorte en geloof bij elkaar gehouden moeten worden. „Er is geen geloof zonder wedergeboorte. En er is ook geen wedergeboorte die losstaat van het geloof, en zich niet openbaart in geloofsdaden!

Ik acht ”Roeping en wedergeboorte” een waardevol boekje. In een kort bestek wordt veel gezegd over zo'n wezenlijke zaak: het toepassend werk van de Heilige Geest. Het is duidelijk, evenwichtig en vooral ook pastoraal geschreven, met veel verhelderende citaten uit de Heilige Schrift, de belijdenis, de oudvaders en met name ook uit het tweede en derde boek van de Institutie van Calvijn. De gespreksvragen aan het einde van elk hoofdstuk kunnen een vruchtbare bespreking op bijvoorbeeld een gesprekskring bevorderen. Het moge ds. Harinck gegeven worden om ook de volgende schakels van de keten des heils te behandelen.