Boekrecensie

Titel: Bonar in balans. Pleidooi voor een evenwichtige prediking
Auteur: L. J. van Valen

Uitgeverij: Groen
Heerenveen, 2001
ISBN 90 5829 149 9
Pagina's: 112
Prijs: 24,95

Recensie door ds. J. Westerink - 5 september 2001

Horatius Bonar als zielenherder

Dat de prediking in discussie is, zal voor ieder meelevend kerkmens duidelijk zijn. Kan Horatius Bonar ons hierbij verder helpen? De auteur L. J. van Valen denkt van wel.

De naam van Van Valen zal voor de meeste lezers onlosmakelijk verbonden zijn aan een respectabel aantal boeken dat deze auteur geschreven heeft over de kerkgeschiedenis van Schotland, Engeland en Wales en over een aantal godgeleerden die in die geschiedenis een rol hebben gespeeld. Van Valen heeft op die manier aan het Nederlandse lezerspubliek een heel stuk kennis en inzicht gegeven in de grote werken Gods in de geschiedenis van Zijn kerk aan de andere kant van de Noordzee. Het is duidelijk dat hij een grote kennis heeft van die geschiedenis en dat hij die kennis overdraagt op een wijze die in de goede zin van het woord stichtelijk is.

Het boek dat Van Valen nu het licht heeft laten zien, heeft een wat andere strekking. Niet voor niets luidt de ondertitel ”Pleidooi voor een evenwichtige prediking” en lezen wij op de achterflap dat de boodschap die Horatius Bonar, van wiens prediking dit boek een dwarsdoorsnee wil geven, van belang is voor de huidige kerkelijke discussies.

Dat de prediking in discussie is, zal voor ieder meelevend kerkmens duidelijk zijn. De vraag wordt gesteld of de prediking in de vorm waarin wij die kennen, nog wel het geschikte middel is om de kloof die de postmoderne mens scheidt van het Evangelie, te overbruggen. Een andere vraag betreft de plaats van de hoorder in de prediking. Maar Van Valen denkt blijkbaar vooral aan de discussie over de prediking die rond de boeken van prof. dr. ir. J. Blaauwendraad is opgelaaid. Hij noemt die discussie nergens nadrukkelijk in zijn boek, maar de inhoud spreekt voor zich. En de auteur is ervan overtuigd dat Bonar ons in die discussie verder kan helpen. Dat maakt uiteraard nieuwsgierig.

Invoeling
De man wiens prediking in dit boek aan de orde komt, leefde in Schotland in de negentiende eeuw. Met zijn broer Andrew, die ook predikant is geweest, behoorde hij tot de intieme vrienden van Robert Murray McCheyne, de jong overleden dienaar van het Woord die onder ons vooral bekend is geworden door zijn gedicht ”Eens was ik een vreemdeling voor God en mijn hart”. Zij hebben mogen dienen in een tijd van kerkelijke strijd maar ook van geestelijke opwekking. Horatius Bonar heeft veel geschreven en een aantal van zijn boeken is in het Nederlands vertaald.

Van Valen citeert in zijn boek overvloedig uit werk van Bonar zelf. Ik heb niet de mogelijkheid gehad om na te gaan in hoeverre hij daarin recht doet aan Bonars bedoelingen. Maar de indruk die het boek nalaat, is dat de schrijver met grote kennis van Bonars werk en met invoeling van zijn bedoeling, kans heeft gezien ons een betrouwbare weergave te bieden van de boodschap van deze Schotse dominee, die door de Heere voor velen tot zegen is gesteld en nog spreekt nadat hij gestorven is.

Na een paar inleidende hoofdstukken worden enkele vragen aan de orde gesteld die in Bonars prediking centraal stonden en vandaag nog actueel zijn. Wij vinden hoofdstukken met titels die voor zichzelf spreken: ”Wettisch of evangelisch?”, ”De uitverkiezing, een blokkade?”, ”Voor wie is Christus gestorven?”, ”Het komen tot Christus”, ”Hoe worden we verzekerd van ons heil?” enzovoort. Tal van citaten van Bonar zijn zo sprekend dat ik ze hier zou willen citeren. Maar de ruimte van deze recensie laat dat niet toe.

Wie worstelt met vragen rondom de toe-eigening van het heil kan ik van harte aanraden dit boek te lezen. Onder de zegen van de Heere kan het op tal van punten verder brengen. Hier is een herder die worstelt met zielen en verlangt de stem van de Pastor Bonus, de Goede Herder, te laten horen, Die gezegd heeft: „Mijn schapen horen Mijn stem en ze volgen Mij.” Indringend is het appèl om te geloven en pastoraal de manier waarop blokkades uit de weg worden geruimd.

Zijn er dan geen kritische vragen te stellen? Ik noem er enkele. Kun je van de volgorde wedergeboorte – geloof zeggen dat de wedergeboorte wel in orde maar niet in tijd aan het geloof voorafgaat? Wat versta je dan onder wedergeboorte (blz. 83 en verder)? Als Bonar zegt (citaat op blz. 57) dat de uitverkiezing niet geschiedt uit een voorgezien geloof maar uit een voorgezien ongeloof, dan is dat op zijn minst te kort door de bocht. Zo is er meer te noemen. Deze opmerkingen komen echter niet in mindering op de waardering voor en hartelijke instemming met de pastorale benadering die spreekt in Bonars prediking. Deze man bezat de gave geestelijk onderwijs en leiding te geven.

Dordtse Leerregels
Bonar heeft ongetwijfeld aan velen in zijn tijd antwoord mogen geven op de geestelijke vragen waarmee zij worstelden. Hij heeft anderen mogelijk geleerd die wezenlijke vragen te stellen. Maar moeten wij naar Bonar om het antwoord te vinden op de vragen in de huidige discussie rond de prediking? Kunnen wij niet dichter bij huis terecht? Bij het lezen van dit boekje dacht ik nogal eens: Zo zeggen onze Dordtse Leerregels het ook. En soms dacht ik: De leerregels benaderen dit punt evenwichtiger. Die leerregels kunnen ons helpen bij het zoeken naar het juiste evenwicht in de prediking naar Schrift en belijdenis, die de gemeente vandaag broodnodig heeft.