Boekrecensie

Titel: Internet - een filosofisch onderzoek
Auteur: Gordon Graham

Uitgeverij: Lemniscaat
Rotterdam, 1999
ISBN 90 5637 350 1
Pagina's: 245
Prijs: ƒ 37,50

Recensie door W. L. van der Staaij - 4 juli 2001

„Internet biedt meer ruimte voor radicaal individualisme”

Eén wereldwijde
gereformeerde gezindte

Internet verandert de wereld, maar er zijn geen aanwijzingen dat door technologische vooruitgang veel zal veranderen aan de oorzaken van oorlog, ziekte en armoede, concludeert Gordon Graham in zijn filosofische bespiegelingen over internet. Daarmee plaatst de Schot zich in een gulden middenweg, waarin hij meer dan eens overhelt naar de kritische beschouwingen van Neil Postman.

We moeten ons niet door technologische vernieuwing laten verlokken enkel omdat ze vernieuwend is, en we moeten tegelijkertijd open blijven staan voor haar ware aard en mogelijke voordelen”, schrijft Graham in zijn boek ”Internet - een filosofisch onderzoek”. De Schotse filosoof wil op deze wijze het spanningsveld tussen het optimisme van technofielen en de angstige waarschuwingen van technofoben verkennen.

Ondanks alle technologische vernieuwingen blijven de mensen Plato, Augustinus en Shakespeare lezen, bestuderen en waarderen, meent Graham. „Is internet dan wel van groter belang dan de uitvinding van de elektrische blikopener?”, zo vraagt hij zich af. „Wanneer is iets wezenlijk nieuws en niet slechts een nieuwigheid?”

Het world wide web veroorzaakt in de ogen van de Schot wel degelijk een revolutie, doordat het voorziet in belangrijke interactieve behoeften en het landsgrenzen omverwerpt. Daardoor knaagt internet aan de macht van de staat en kunnen mensen virtuele gemeenschappen vormen. Zo bezien kan internet bijdragen aan het ontstaan van één wereldwijde gereformeerde gezindte. Tegelijk is dat een gebrekkige vervanging van de werkelijke gemeenschap. Zonder de context van een 'gewoon leven' is het toch maar een gebrekkig bestaan om je leven voornamelijk op internet te leiden.

Mens-erger-je-niet
Internet creëert nieuwe verlangens, maar dat vormt niet het bewijs dat het een nieuw medium is, concludeert Graham. De aantrekkingskracht van computerspelletjes verschilt in zijn ogen dan ook niet van de aantrekkingskracht van eenvoudige bordspelletjes als mens-erger-je-niet, omdat hun waarde voortkomt uit dezelfde onderliggende bron: het verlangen om te spelen.

Toch erkent hij dat nieuwe technologieën de voorraad verlangens op een dieperliggend niveau kunnen veranderen. De uitvinding van het elektrische licht was aanvankelijk de vervanger van de kaars. Uiteindelijk maakte het echter behalve de ontwikkeling van de spot ook de komst van de projector mogelijk.

„We moeten nieuwe media niet alleen op hun nut beoordelen, maar zeer zeker op hun waarde”, schrijft de hoogleraar filosofie. Als de toegevoegde waarde alleen zit in het bevredigen van een verlangen, dan zijn mensen de speelbal en niet de baas van technologische vernieuwingen. Louter technologische vooruitgang geeft dan ook niet voldoende garantie voor verbetering in de ruimste zin.

Betere wereld
„Technologie is waarlijk waardevol als ze de kans op een betere wereld vergroot. Een democratischere wereld zou een betere wereld zijn”, schrijft Graham. „Nu hebben we voor het eerst de middelen –internet– om deze verbetering te bewerkstelligen.”

Met name e-mail is volgens de Schot van groot (politiek) belang. Daardoor kunnen individuen en groepen gemakkelijker en goedkoper aan de openbare discussie bijdragen dan tot nu toe het geval was. Tegelijk benadrukt Graham dat slechts een klein deel van de wereldbevolking de minimaal vereiste geavanceerde technologie van een personal computer bezit. Als de macht van het volk afhankelijk is van de technologie van internet, dan is zij voor de meeste mensen zeer ver weg. Bovendien is het de vraag in hoeverre er ooit overeenstemming zal worden bereikt over de exacte inhoud van het democratisch ideaal.

Internet zal de democratie niet versterken, meent Graham, die zich daarmee in de lijn van de bekende criticus Neil Postman plaatst. „Op internet is de neiging ingebouwd om degenen te bevoordelen die liever niet afdwalen naar gebieden die hun meningen in twijfel trekken. Internet leidt tot grotere versnippering, een versnippering die je ook wel anarchistisch zou kunnen noemen.”

Pornografie
Daarnaast zijn internationalisme en populisme twee opvallende eigenschappen van internet, schrijft de Schot. Hij waarschuwt ervoor om de macht van internet als communicatievorm niet te verwarren met zijn waarde als overbrenger van informatie.

Internet is in zijn ogen alleen een waardevolle bron van kennis en informatie voorzover we datgene wat we erop aantreffen, kunnen onderwerpen aan alle normale controles die we gewoonlijk gebruiken bij andere bronnen.

De aanwezigheid van pornografie op internet brengt Graham ertoe te beweren dat de oorsprong van morele bezorgdheid niet ligt in schadelijke daden, maar in de mogelijke verdorvenheid van geest en gemoed. „De schuld ligt niet bij internet als zodanig, maar bij de samenleving en de cultuur waaruit het is voortgekomen. Terwijl het niet onaannemelijk is dat internet meer ruimte biedt voor radicaal individualisme.”

Netelige vragen
Graham heeft een vlotte pen en probeert netelige vragen zo evenwichtig mogelijk te beantwoorden. Daarom is het jammer dat hij in zijn zoektocht naar de waarde van internet uiteindelijk toch blijft steken in de bewering dat de menselijke natuur internet in toom zal houden.