Boekrecensie

Titel: Een nieuw verbond
Auteur: Caspar Olevianus

Uitgeverij: Den Hertog
Houten, 2000
ISBN 90 331 14828
Pagina's: 416
Prijs: ƒ 59,50

Recensie door ds. D. Heemskerk - 5 juni 2001

Olevianus spreekt helder over belofte én verbondseis

Geloof rust niet op gevoel

”Een nieuw verbond”, geschreven door Caspar Olevianus, bevat een verklaring van de apostolische geloofsbelijdenis en een verhandeling over het wezen van het genadeverbond. Het boek biedt een zuivere omschrijving van de aard en het wezen van het geloof.

De schrijver van ”Een nieuw verbond” is niet alleen bekend als een van de opstellers van de Heidelbergse Catechismus, maar ook van het formulier voor het heilig avondmaal. Het boek is een fotografische herdruk van een uitgave uit 1963. Eerder verschenen er herdrukken in 1868 en 1862. De eerste Nederlandse druk dateert van 1739, terwijl het boek voor het eerst in Duitsland verscheen in 1590.

In dit werk is dus een voornaam vertegenwoordiger van de leer van vrije genade aan het woord. Zijn onderwijs was niet alleen in die tijd van het allergrootste belang. Ook in onze tijd is het niet alleen nuttig, maar ook noodzakelijk om bij hem in de leer te gaan. Wij leven immers in een tijd van grote verwarring, waarbij van allerlei zijden gevaren dreigen. Daarom is het een goede zaak dat dit soort werken opnieuw onder de aandacht gebracht wordt.

SoW-belijden
”Een nieuw verbond” bevat een verklaring van de apostolische geloofsbelijdenis en een verhandeling over het wezen van het genadeverbond. Het derde deel gaat over de getuigenissen van het genadeverbond. Het werk biedt op diverse plaatsen een zuivere omschrijving van de aard en het wezen van het waar zaligmakend geloof.

Dit geloof rust niet in de wil van de mens, maar ook niet in zijn gevoel. Nee, dit geloof is gegrond op het onfeilbare Woord van God. Het wordt in het hart gewerkt door de kracht van de Geest, is rechtvaardigend van aard en dorst naar heiligmaking.

Klaar en helder klinkt het getuigenis dat Jezus Christus de Zoon van God is, Die alle eer toekomt. Ook wordt verklaard waarom het van wezenlijk belang is dat Hij Gods Zoon is. Dit heeft alles te maken met de eer van de Vader en de grond van de zaligheid der Kerk. Wat spraken deze van God geleerden en godgeleerden toch duidelijk, en hoe grondden zij zich toch op Gods Woord. Wat een groot verschil met het synodale geschrift van de SoW-kerken van de hand van prof. dr. J. Muis, dat uitblinkt in vaagheid en onduidelijkheid als het gaat om deze noodzakelijke belijdenis van de godheid van Christus. Wij moeten niet samen op weg aan de hand van zulke geschriften, maar terug naar de leer van Schrift en belijdenis en van het geloof der vaderen.

Verbondseis
Duidelijk is Olevianus als het gaat over de leer van het verbond der genade. Hij onderscheidt scherp tussen het wezen en de bediening van het verbond, zonder deze te scheiden. In de prediking van het Woord komt de aanbieding van Christus en de belofte der genade aan alle hoorders, met het bevel tot allen om haar te omhelzen. Maar in de uitverkorenen werkt God wat Hij beveelt. Zij alleen ontvangen het wezen des verbonds. Deze op de Schrift gebaseerde visie, die zich kenmerkt door helderheid en evenwichtigheid, laat ons zien dat in de verkondiging van het Woord de welmenende roeping uitgaat tot iedere hoorder.

Evenals de grote reformator Johannes Calvijn stelt Olevianus in dit boek dat de wedergeboorte plaatsvindt door het geloof. Met klem wijst hij erop dat de zondaar tot Christus moet komen op grond van Zijn belofte in het Woord van God. En niet op grond van enige deugdelijke gemoedsgestalte die hij in zichzelf waarneemt.

Helder is Olevianus ook in de stelling dat geloof geen gevoel is, omdat het geloof niet rust op het gevoel, maar op Gods belofte. Hoe veel verwarring en onbegrip is er niet in onze tijd over deze zaken.

Bij zijn behandeling van het verbond der genade spreekt Olevianus niet alleen over de belofte van dit verbond, maar ook over de verbondseis en de verbondswraak! In het laatste gedeelte van het boek worden ons ook behartigenswaardige dingen voorgehouden over de sacramenten.

In ”Een nieuw verbond” wordt op schriftuurlijk-bevindelijke wijze gesproken over de wezenlijke zaken die gekend moeten worden zullen wij delen in de enige troost beide in leven en sterven. Van Olevianus mogen we toch zeker wel zeggen wat de apostel Paulus schrijft in Hebreën 13:7: „Gedenkt uw voorgangers, die u het Woord Gods gesproken hebben; en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst hunner wandel.”