Boekrecensie

Titel: Merkwaardige voorzienigheden. Wonderverhalen in de geschiedenis van het protestantisme
Auteur: Fred van Lieburg

Uitgeverij: Meinema
Zoetermeer, 2001
ISBN 90 211 38 38 7
Pagina's: 111
Prijs: ƒ 25,-

Recensie door drs. J. Exalto - 9 mei 2001

Merkwaardige paradox in gereformeerde theologie geconstateerd

Reddende engelen,
voorspellende dromen

Vroeger waren de wonderen de wereld nog niet uit en misschien is dat nog wel zo. De Engelse puriteinse dominee William Turner verzamelde in de zeventiende eeuw diverse ”merkwaardige voorzienigheden”: wonderlijke uitreddingen, opzienbarende bekeringen, reddende engelen, voorspellende dromen… Historicus Fred van Lieburg onderzoekt in zijn jongste publicaties de vergeten wereld van deze protestantse vertelcultuur. En constateert daarbij een merkwaardige paradox in de gereformeerde theologie.

William Turner (1653-1701) studeerde in Oxford, was dorpspredikant en werd in 1697 rector van Binstead. In zijn studententijd verdiende hij wat bij door aan Matthew Henry schrijfles te geven. In 1695 berichtte Turner in enkele kranten zijn grootse plannen. Hij wilde een encyclopedie uitgeven met allerlei ”merkwaardige voorzienigheden” uit de afgelopen eeuw. De dominee maakte niet alleen gebruik van reeds op schrift gestelde wonderverhalen, maar nam ook verhalen op die berichtgevers aan hem doorspeelden.

Turners omvangrijke encyclopedie, verschenen in 1697, was niet alleen bedoeld voor de persoonlijke stichting. Hij beval het ook aan dominees aan: zij konden er op de preekstoel gebruik van maken. Bovendien, zo maakt Van Lieburg duidelijk, hadden dergelijke wonderboeken een apologetisch motief. De theologen trachtten Gods werkzame rol in de schepping te 'bewijzen' tegenover het opkomende scepticisme in het wetenschappelijk denken. Maar daarin openbaart zich ook de zwakke plek van deze wonderenverzamelingen. De grens tussen wat een echt wonder kon heten en wat een verzinsel, was onduidelijk.

Selectie
De fabuleuze verhalen werden in 1737 bekritiseerd door een Nederlandse vertaler van een selectie uit Turners ”A compleat history of the most remarkable providences”. Wie die vertaler was, is niet bekend. Hij had in ieder geval een uitgesproken vroom oogmerk: alleen de stichtelijkste verhalen werden door hem opgenomen. De vertaling werd voorafgegaan door een preek van John Owen over Gods handelingen met zondige kerken en naties.

De vertaler was op zijn hoede voor spokerijen en fabeltjes, die al te zeer naar bijgeloof riekten. Daarmee maak je de godsdienst bij atheïsten alleen maar belachelijk, vond hij. Turner vertelde bijvoorbeeld het verhaal van William Barwick, die in 1690 zijn zwangere vrouw in een moeras verdronk en de volgende nacht op een nabijgelegen vlakte begroef. Williams zwager Thomas Losthouse kreeg kort erna op klaarlichte dag een visioen waarin hij het evenbeeld van Barwicks vrouw met een witte zak bij het moeras zag lopen. Hij waarschuwde de politie en de moord werd opgelost. In de ”Spiegel van Gods werkzame voorzienigheit” vinden we dan de kanttekening: „Laet de bovengenoemde verschijning of in der daed gezien zijn, of alleen in de inbeelding van Losthouse hebben bestaen, het is zeker dat God door dat middel deze moord ontdekte”. De vertaler slikte dus niet alles voor zoete koek.

Paradox
Turner en de vertaalde selectie in de ”Spiegel” zijn in de vergetelheid geraakt. Slechts de in bevindelijke kringen bekende boekhandelaar J. P. van den Tol sr. heeft in 1934 een vijftal verhalen uit de vertaling heruitgegeven.

Maar het belang van Turner en de Turner-vertaling stijgt niettemin boven het incidentele uit. Het attendeert namelijk op een merkwaardige paradox in de gereformeerde theologie. De theologische traditie van het calvinisme verwerpt eigenlijk alle nabijbelse wonderen. De geloofsleer wordt door haar gefundeerd op rationele begrippen. De paradox zit 'm in de manifestatie van allerlei ”merkwaardige voorzienigheiden” in het geloofsleven van juist orthodoxe, piëtistische, evangelicale en andere bijbelvaste gelovigen. De theologen mogen beweren wat ze willen, wonderlijke uitreddingen, engelenwachten etcetera, behoren tot het wereldbeeld van het bevindelijke vrome volk. Men hoeft er maar een willekeurige bekeringsgeschiedenis op na te slaan. De wonderen zijn kennelijk de wereld tóch nog niet uit.

Engelenwacht
Het is Van Lieburgs verdienste dat hij de protestantse vertelcultuur van ”merkwaardige voorzienigheden” op de kaart van het historisch onderzoek gezet heeft. Wie meer willen weten van de wonderen in hun traditie, doen er goed aan kennis te nemen van een ander boek van Van Lieburg: ”De engelenwacht. Geschiedenis van een wonderverhaal” (Kampen, 2000).