Boekrecensie

Titel: Huizen die de wereld veranderen
Auteur: Wolfgang Simson

Uitgeverij: Gideon
Hoornaar, 2000
ISBN 90 6067 897 4
Pagina's: 353
Prijs: ƒ 42,50

Recensie door J. H. van Doleweerd - 2 mei 2001

Simson roept op tot een derde reformatie

Huiskerken, de toekomst van de kerk?

Hoe moet je in deze tijd gestalte geven aan wat Wolfgang Simson noemt „de nieuwtestamentische gemeente”? In het boek ”Huizen die de wereld veranderen” zet de auteur zijn visie uiteen. Zijn droom is een gemeente die niet alleen een boodschap heeft, maar een boodschap is. De vervulling hiervan is volgens hem alleen mogelijk als we terugkeren tot de huiskerk, waarvan Simson een soort prototype beschrijft.

Het boek is bedoeld als een handreiking voor het stichten van huiskerken. Tegelijkertijd is het ook een manifest: het roept op tot bekering, tot een derde reformatie, namelijk die van de structuren. Het roer moet om, wil de aarde werkelijk verzadigd raken met 'gemeenten'.

De huiskerk is beslist niet te vergelijken met traditionele gemeentekringen, bijbelstudiegroepen, gebeds- en jeugdgroepen. Deze zijn zelfs belemmeringen voor het ontstaan van de huiskerken. De huiskerk zelf is „een ware gemeente”, een organisch verband van beslist niet meer dan twintig personen, waarin op een familiaire manier samen geleerd, gebeden en geleefd wordt. De tafelgemeenschap is erg belangrijk. Geestelijke en materiële zegeningen worden gedeeld, het christelijke leven gepraktiseerd. De door Simson beschreven „vijfvoudige bediening” (een harmonisch samengaan van de bedieningen van apostel, profeet, herder, leraar en evangelist) die op afstand, vooral bovenplaatselijk en regionaal, functioneert, zorgt voor de nodige coördinatie, samenhang en toerusting. Echter, dit mag niet geïnterpreteerd worden als een rangorde of hiërarchie.

Vaderfiguur
In de huiskerk, die een zekere mate van vervolgingsbestendigheid bezit, staat het gezin in het middelpunt. Aan de vader is een sleutelrol toebedeeld. De verantwoordelijkheid van iedere deelnemer komt tot haar recht. Gehandicapten, bejaarden en kinderen kunnen volledig participeren, zonder belemmering. Alle nadruk kan gelegd worden op de kwaliteit en authenticiteit van de christen. Het kleinschalige verband maakt een „profetische manier van leven door Gods Geest” mogelijk. Bekering vindt plaats op het niveau van het dagelijks leven en niet op het niveau van de theologische overtuiging.

Wolfgang Simson illustreert zijn keuze voor de huiskerk met diverse voorbeelden uit de geschiedenis. Hij verwijst onder anderen naar de Kelten, De Labadie, de hugenoten, Philipp Jacob Spener en John Wesley. De huiskerk is voor hem de enig juiste uitingsvorm van de gemeente: organisch, niet georganiseerd, onderling betrokken, niet formeel. Men kan er zo mee aan de slag, zonder veel organisatie, zonder te wachten op een leider. En, er is nauwelijks geld voor nodig. Het gevolg is een voortplanting door middel van vermenigvuldiging en niet door optelling.

Kloof
”Huizen die de wereld veranderen” verschijnt in een tijd waarin er veel kritiek is op de traditionele kerken en frustratie over hun functioneren: niet in staat om de kloof tussen kerk en wereld te overbruggen en nieuwe christenen in zich op te nemen, gebrekkig in hun onderlinge gemeenschap, zwak in hun belijden naar de wereld en onderling sterk verdeeld.

Simson vergroot deze problemen fiks uit, zodat het erop lijkt dat wie kiest voor de traditionele kerken, helemaal fout zit. De kerken met hun leden zouden al vanaf Constantijn de Grote slaaf zijn van een religieus stelsel, gekleurd door Grieks-heidens gedachtegoed.

De argumentatie van Simson is niet overtuigend. Hij probeert de lezer te treffen met rake typeringen en simpele conclusies, zonder daarbij zijn eigen vooronderstellingen inzichtelijk en aannemelijk te maken. Iemands visie op de gemeente is immers te herleiden tot onderscheiden theologische uitgangspunten.

Optimisme
Welke gestalte heeft Gods Koninkrijk in deze wereld? Hoe wordt het komen van dit Koninkrijk gerealiseerd? Zulke vragen worden in overeenstemming met de visie van de schrijver beantwoord: de huiskerk. Zijn toonzetting is bijzonder optimistisch, alsof de komst van dit Koninkrijk een kwestie zou zijn van het kiezen van de juiste vorm en strategie. Deze gedachten doen geen recht aan de (bijbelse) realiteit. Wij leven in een gebroken wereld en moeten leven van Gods toewending tot ons.

Alle goede en oprechte inspanningen ten spijt ziet de wereld er nog steeds niet uit zoals we zouden willen. Het Koninkrijk van God neemt de gestalte aan van het kruis. Of, om een ander bijbels beeld te gebruiken: het goede zaad vermengt zich altijd met het kwade. Daarom zullen al onze structuren onderhevig blijven aan de gebrokenheid van deze wereld, tot aan de grote Dag. Ook de huiskerk.

Krijtstrepen
Een andere niet ter discussie gestelde vooronderstelling is die over de bediening van Gods Geest. De krijtstrepen die Gods Geest in de geschiedenis van de kerk heeft getrokken, worden met één beweging uitgeveegd, alsof het vooral gaat om Gods Geest nu, in de gelovige. Deze visie is aanvechtbaar.

Ik lees herhaaldelijk in de Bijbel dat er een „pand” bewaard moet worden. Christenen worden opgeroepen om te strijden voor het geloof „dat eenmaal de heiligen is overgeleverd.” Gods Geest schreef geschiedenis en we mogen gerust stellen dat dit veelvuldig gebeurde in de context van de traditionele kerkelijke structuren. Een door Simson geciteerde uitspraak als: „Nu weten we welke twee stappen we moeten zetten om de gemeenten in ons land te laten groeien. We sluiten alle kerkgebouwen en vragen alle dominees vriendelijk een heel lange vakantie te nemen”, overtuigt daarom beslist niet.

Gemeenschap
Zonder het idee van de huiskerk aan de kant te willen zetten, denk ik dat een discussie over de gemeente en haar opbouw met veel meer theologische diepgang gevoerd dient te worden dan hier gebeurt. Met de Schrift in de hand dienen we te zoeken naar de gestalte van het Koninkrijk van God in deze wereld. Daarbij draait het niet eenzijdig om het bijbelse kernwoord gemeenschap, maar ook om verkondiging, dienstbetoon en gerechtigheid. In de discussie over de gemeente spelen tevens onze opvattingen over schepping, verkiezing, verbond, roeping en prediking een belangrijke rol.

Kritiek op de kerk mag er zijn en moet door haar ook ten volle serieus genomen worden. Maar laat de criticus deze dan wel verbinden aan zijn theologische vooronderstellingen en zijn omgaan met de Schrift. Een transparante werkwijze helpt ons naar elkaar te luisteren, voorkomt ongenuanceerde conclusies en verrijkt het inzicht in het geheim waar door velen om geworsteld en naar uitgezien wordt: de komst van Christus' Koninkrijk.