Boekrecensie

Titel: Bibliografie van het gereformeerde Piëtisme in Nederland tot ± 1800
Samengesteld door drs. F. W. Huisman

Uitgave in eigen beheer
Pagina's: 142
Prijs: te bestellen door ƒ 25,- over te maken op giro 53.52.562 t.n.v. penningmeester SSNR te Bilthoven, met vermelding van naam en adres

Recensie door J. M. D. de Heer - 11 april 2001

Bibliografie van gereformeerd piëtisme telt 1425 titels

Stimulans voor stevige studie

Wie over de Nadere Reformatie wil publiceren, is vaak geruime tijd bezig met het verzamelen van relevante literatuur. Nu het aantal artikelen en studies –gelukkig– sterk toeneemt, kan het, zeker voor een beginner, lastig zijn om overzicht te krijgen over wat voorgangers hebben onderzocht. Dit euvel is verholpen met het verschijnen van de bibliografie van het gereformeerd piëtisme in Nederland. De lijst met 1425 titels is eigenlijk een doorlopende stimulans om de studie naar de protestantse vroomheid stevig voort te zetten.

Drs. F. W. Huisman, voorzitter van de projectgroep Informatisering van de Stichting Studie der Nadere Reformatie (SSNR), stelde de bibliografie met 336 boeken en 1089 artikelen samen. Hij motiveert de uitgave met een verwijzing naar de jaarlijkse toename met 30 à 40 nieuwe publicaties over het gereformeerd piëtisme. De term staat voor de historische beweging van de Nadere Reformatie, plus de personen die eenzelfde nadruk legden op de persoonlijke geloofsbeleving en godsvrucht maar daarvoor geen concreet programma opstelden. De benamingen worden nogal eens door elkaar heen gebruikt.

Behoefte
Huisman deed nuttig en nodig speurwerk naar wat in binnen- en buitenland over het gereformeerd piëtisme is geschreven. Zijn werk is waarschijnlijk niet compleet, schrijft hij. Toch zal het behoorlijk zoeken zijn naar boeken of artikelen die Huisman miste. Wie dergelijke lacunes vindt, vervoege zich bij de samensteller, schrijft Huisman uitnodigend.

Dat er behoefte aan een dergelijke bibliografie was, is een hoopvol teken van de voortgaande studie van het gereformeerd piëtisme. Niet alleen kerkhistorici en mensen die zich verwant voelen met het gedachtegoed van de gereformeerde vaderen, maar ook (sociaal-)historici, neerlandici en boekhistorici krijgen meer oog voor het piëtisme.

Aan deze studie kán een schaduwzijde zitten. Wetenschappelijke studie vereist een objectieve werkwijze. Bij onderzoekers die geen of weinig verwantschap voelen met het gereformeerd piëtisme kan objectiviteit echter omslaan in een afstandelijke benadering. Publicaties kunnen dan weliswaar van respect voor de geschiedenis getuigen, maar het eigenlijke van het piëtisme, de bevordering van de vroomheid, is dan toch zoek geraakt.

Brakel
De bibliografie geeft een goed inzicht in hoeveel er inmiddels is gepubliceerd over het gereformeerd piëtisme. Vooral de index van personen als onderwerp laat zien dat van een aantal vertegenwoordigers intensieve studie is gemaakt.

Toch zijn er nog tal van gaten in het onderzoek te ontdekken. De namen van vader Theodorus en zoon Wilhelmus à Brakel mogen dan vaak in de index voorkomen, een omvattende studie over de aard van de vroomheid in de familie Brakel, inclusief Sara Nevius, de vrouw van Wilhelmus, is niet voorhanden.

Wie daarbij de persoon van Anna Maria van Schurman betrekt –ook haar naam komt vele malen voor in de index– komt op het spannende punt van de verhouding tussen de Brakels en het labadisme. Hier nodigt een inleidend artikel van prof. dr. C. Graafland uit tot nader onderzoek.

Digitaal
Huisman geeft in zijn overzichtswerk aan dat hij wil blijven doorgaan met het verzamelen van literatuur. Vooral als de bibliografie te zijner tijd digitaal beschikbaar komt, kan zijn doorgaand onderzoek smakelijke vruchten afwerpen. Met goede zoeksleutels wordt het dan gemakkelijker om meer systematisch studie te maken van thema's als catechese of avondmaal. In elk geval heeft een auteur die verouderde literatuur gebruikt, wat herhaaldelijk voorkomt, vanaf heden geen excuus meer.