Boekrecensie

Titel: Beginnende van Jeruzalem. De verbreiding van het Evangelie onder het Joodse volk vandaag
Auteur: Baruch Maoz

Uitgeverij: Den Hertog
Houten, 2001
ISBN 90 331 1537 9
Pagina's: 99
Prijs: ƒ 24,90

Recensie door ds. H. D. Rietveld - 4 april 2001

Thema's ”Beginnende van Jeruzalem” verdienen uitwerking

„Joden zullen altijd Joods blijven”

In Israël wonen volgens onderzoeken zo'n vijf tot zevenduizend Messiasbelijdende Joden. Ze bevinden zich in een precaire positie. Is voor hen het Joodse of het christelijke element bepalend? ”Beginnende van Jeruzalem” is een eerlijke, soms prikkelende, maar toch ook bescheiden bundel waarin veel gezichtspunten naar voren worden gebracht.

In de zoektocht van Messiasbelijdende Joden naar de eigen plaats en identiteit komt steeds meer aandacht voor de Joodse wortels, zowel in het geheel van de wereldkerk als ten opzichte van het Jodendom. ”Beginnende van Jeruzalem” is een bundeling van zeven artikelen. Het boek wordt voorafgegaan door een korte levensbeschrijving van Baruch Maoz en een voorwoord, beide van de hand van ds. C. Sonnevelt. De publicatie verscheen in samenwerking met het Deputaatschap Israël van de Gereformeerde Gemeenten en met het Isaäc Da Costa Fonds. De opbrengst is voor een deel bestemd voor het nieuwe kerkgebouw van de gemeente van de reformatorisch georiënteerde ds. Maoz in Rishon Le Tsion.

Rabbijnse traditie
In het eerste artikel wordt de noodzaak van de Evangelieverkondiging aan Israël bepleit, juist vanuit de liefde tot dit volk. Het tweede hoofdstuk maakt aan de hand van Bijbelgegevens duidelijk dat het Evangelie in de eerste plaats een boodschap heeft voor het Joodse volk. „Jezus is de vervulling van alles wat de Joden Joods maakt. De bijbelse verwachtingen die wij, als Joden, hebben, worden in Hem vervuld.” Helaas wordt deze terechte stelling niet nader uitgewerkt: dit is een kernzaak, die uitgebreide bestudering verdient.

Het meest spannend vond ik het derde, vierde en vijfde hoofdstuk. Ds. Maoz ziet christelijke zending niet als een aanval op het Joods-nationale bestaan. Hij schrijft aan zijn mede-Joden dat hij de rabbijnse traditie niet wil verachten, omdat deze een belangrijke vorming aan de Joodse cultuur gegeven heeft en niet zomaar te negeren valt. „Joden zullen altijd Joods blijven en zolang ze dat zijn, zullen ze Joods blijven op een manier die in elk geval ten dele terug te voeren is tot het rabbijnse Jodendom”, aldus ds. Maoz. Dit lijken me belangrijke gedachten, die grondig uitgewerkt moeten worden. De schrijver wil dit zelf ook, maar op meerdere plaatsen schrijft hij dat er nog een groot tekort is aan theologische vorming onder de Messiasbelijdende Joden.

Zending
Maar is die rabbijnse traditie wel bijbels? Dat is een fundamentele vraag – de onlangs overleden Oudtestamenticus A. S. van der Woude stelde haar reeds. Of is de rabbijnse traditie bij voorbaat uitgesloten van de toets van geldigheid die de Joden wél toepassen op het christelijk geloof? Hebben de rabbijnse methoden van bijbelinterpretatie objectief gezien meer waarde dan de christelijke methoden? Het zijn mijns inziens ontdekkende vragen.

Ds. Maoz stelt terecht: Het Evangelie is Israëls ware roeping, om erin te geloven, er zich in te verheugen en het aan de wereld te verkondigen. Israël is dus onderwerp van zending! Tegelijk vraagt de predikant aandacht voor de eigen plaats van Joodse christenen. „Ze moeten worden aangemoedigd om op een nieuwe (mag ik zeggen: Joodse?) manier christen te zijn. Ze moeten niet onderworpen zijn aan legitieme tradities die in de loop der geschiedenis ontstaan zijn en die een antwoord geven op vragen die ze nooit gesteld hebben. Ze hebben net zoveel recht op hun eigen christelijke cultuur als Afrikanen, Aziaten of Europeanen.” Ten aanzien van het Jodendom gelden dan vragen als: In welke praktische zin is de Joodse christen Joods? Welke relatie heeft hij tot de mozaïsche wet en de rabbijnse traditie? Moet hij zijn zonen nog laten besnijden? Ook wordt gewezen op de doop, de sabbat, de Drieëenheid en het kerk-zijn. Voorzichtig en weinig verrassend is de uitleg van Romeinen 9 tot 11 in het laatste hoofdstuk.

Voorbede
Samenvattend: een eerlijke, soms prikkelende, maar toch ook bescheiden bundel waarin veel problemen en gezichtspunten naar voren worden gebracht die echter niet tot een gedegen uitwerking komen. Dat zou ook teveel gevraagd zijn. De schrijver stelt heikele punten aan de orde en schroomt niet ook in eigen vlees –de huidige Joods-christelijke situatie in Israël– te snijden.

Het boek geeft christenen uit de Europese reformatorische traditie inzicht in zaken die om een verdere doordenking vragen in het spanningsveld tussen Jodendom en kerk, waar deze broeders en zusters in Christus middenin staan. De voorbede en steun waarom zij vragen, hebben ze hard nodig.