Boekrecensie

Titel: De cultus van de keuze. Christenen in een consumptiecultuur
Auteur: John Benton

Uitgeverij: Barnabas
Heerenveen, 2000
ISBN 90 5829; 172 3
Pagina's: 143
Prijs: ƒ 24,95

Recensie door G. Roos - 21 maart 2001

John Benton: Christenen moeten terug naar de tegencultuur

Consumentisme brengt geen geluk

„Het verschil tussen geestelijke en aardse vreugde is even groot als dat tussen een banket dat je eet en een banket dat op de muur geschilderd is.” Met deze woorden van de oude puritein Thomas Watson maakt John Benton duidelijk dat de in de hedendaagse cultuur gangbare consumptiementaliteit geen echt geluk brengt. De Engelse predikant uit Guildford schrijft onder de titel ”De cultus van de keuze” over „christenen in een consumptiecultuur.”

De auteur stelt vast dat het consumentisme als product van het postmodernisme de West-Europese cultuur domineert. De postmoderne manier van denken van egoïstische mensen heeft de samenleving gretig voor de weg van het consumentisme doen kiezen.

De schrijver definieert consumentisme als „een overtrokken en geïndividualiseerde vorm van materialisme.” De macht van de producent is overgegaan op de persoonlijk kiezende consument. Het consumentisme belooft geluk door middel van materiële goederen en diensten. Het slaat munt uit het plezier dat de klant beleeft aan het zelf kunnen kiezen. Maar deze levenswijze heeft zorgwekkende gevolgen voor de door God goed geschapen wereld. Op het gebied van de ecologie, de gerechtigheid en het geestelijk leven.

De consumptiemaatschappij ondermijnt alle vormen van toewijding. De kerk is slechts een van de vele slachtoffers. Het verlangen naar persoonlijk genot brengt veel mensen ertoe af te zien van het krijgen van kinderen en het stichten van een gezin. Dat leidt onontkoombaar tot het langzaam uiteenvallen van de samenleving.

Tegencultuur
Benton biedt een duidelijk en bijbels alternatief. Het menselijk verlangen naar geluk is legitiem, maar „ons verlangen naar geluk moet ons ertoe brengen onze hoop op God te vestigen, en we moeten onze aardse goederen gebruiken in het licht van de eeuwigheid.”

Ook veel christenen zijn alleen geïnteresseerd in een God Die hen overladen zal met gezondheid en rijkdom, aldus de auteur. Maar zij moeten terug naar wat hij noemt de „christelijke tegencultuur.” Dat kan alleen door een verandering in het hart. Die gaat zo diep dat het de betrokkenen niet langer iets kan schelen of ze arm of hongerig zijn. Omdat hun hoop en verwachting niet geworteld is in de wereld, maar in Christus. Het gaat om bekering. „Als u echt bekeerd bent, dan hebt u iets ervaren van wat de verloren zoon heeft meegemaakt.” En „de allesoverheersende vraag die ik u moet stellen is: Heeft die verandering ook in u plaatsgevonden?” Het gevolg van deze bekering is dat mensen „in de samenleving uit de pas gaan lopen.” Zij blijken gevers in plaats van kopers.

Breed gaat Benton in op de macht van de media. De televisie heeft als ingebouwde boodschap dat wat iemand ziet ook de waarheid is. Het heden is het enige dat telt. Iemand kan niet gekwetst worden door wat hij op het scherm ziet. Wat leuk is, is goed. Wat iemand kiest, is het beste. „Als het consumentisme de heersende ideologie is, dan is de tv zijn profeet”, aldus de auteur.

Identiteit
Binnen het aan de postmoderniteit ontspruitende consumentisme is identiteit een kwestie van keuze. Iemand kan zichzelf voor enige tijd inkopen in een andere levensstijl. Maar een belangrijk aspect van de 'tegencultuur' is, zegt de schrijver terecht, is met God te wandelen en Zijn geboden en verbond te bewaren. „Alleen aan de voeten van Jezus zullen wij onze ware identiteit kunnen vinden. Daar zullen we ontdekken dat wij gemaakt zijn door God en voor God.”

Als belangrijke aspecten van dit nieuwe leven noemt Benton het binnen de consumptiecultuur iedere dag vooropstellen van God. De nieuwe mens laat zich leiden door geloof, in plaats van door wat voor ogen is. Hij prefereert dienstbaarheid in plaats van zelfverwennerij. Zo iemand heeft gebed nodig in plaats van bezorgdheid. Hij is gericht op innerlijke verandering. Hij maakt zich los van de geest en de normen van de consumptiemaatschappij Babylon en brengt christelijke tevredenheid in praktijk.

Lezenswaard
Benton krijgt niet in elke letter bijval. Hij zegt niet zonder meer over de televisie: Doe dat ding de deur uit. De verhouding van recht en genade in het gehanteerde godsbeeld is mij niet helemaal duidelijk. Evenmin als de visie van de auteur op de drijvende kracht achter de bekering. En welke bijbelvertaling gebruikt de vertaler? Mogelijk wekt het spreken over christenen als ”revolutionairen” een beetje verwarring. De schrijver bedoelt absoluut geen marxistische klassenstrijd of bevrijdingstheologie. Dit boek is het lezen meer dan waard.

Toen de postmoderne cultuur zich ging manifesteren, kwamen er in Nederland allerlei reddingsacties op gang. Vaak hielpen ze van de wal in de sloot. Maar van de hier geboden publicatie valt dat niet te zeggen. Integendeel. Is overigens het ingaan op het aspect van het consumentisme niet minder moeilijk dan het zich bezighouden met daarachter liggende factoren zoals de teloorgang van de 'grote verhalen'? Vanuit de Bijbel spreken –dat is de optiek van waaruit de auteur werkt– is nog iets anders dan de Bijbel geloofwaardig maken.