Boekrecensie

Titel: Kom uit je wigwam. In de kraamkamer van een bijbelvertaalproject bij de Karaïben
Auteur: Kees van der Ziel

Uitgeverij: Barnabas
Heerenveen, 2000
ISBN 90 5829 188 X
Pagina's: 100
Prijs: ƒ 19,95

Recensie door J. H. van Doleweerd - 21 februari 2001

Vertaler Van der Ziel zoekt „taal van het hart”

Een Bijbel voor de Karaïben

Een vechtersbaas aan een boom gebonden. En hoe heet degene die hem losmaakt? Losmaker, Ymbonakanen: hij die knopen ontwart. Vertaler Kees van der Ziel betrekt in ”Kom uit je wigwam” de lezer bij zijn ontmoetingen met het Karaïbse volk.

Met het woord „losmaker” leek voor Van der Ziel een deur open te gaan voor de vertaling van het woord dat wij kennen als Redder of Heiland. Een losmaker van knopen kan bij de Karaïben op sympathie rekenen. Zo is er een verhaal van een Karaïb die nog net kon vluchten voor een monster omdat hij met één ruk de speciale knoop van zijn hangmat kon losrukken.

Sinds 1979 werkt Van der Ziel onder de Karaïben als Wycliffe-bijbelvertaler. In 2002 hoopt men –na jaren van observaties en proeven– de vertaling van het Nieuwe Testament gereed te hebben.

In ”Kom uit je wigwam” brengt de vertaler in 21 korte hoofdstukken de lezer in contact met de essentie van het vertaalwerk. Met zijn impressies wil hij prikkelen tot nadenken over vertaalvragen, onze eigen westerse cultuur een spiegel voorhouden en een bijdrage vormen tot missiologische bezinning op inculturatievragen.

Taal van het hart
De Karaïben zijn een volk van circa 18.000 mensen dat in de noordelijke kustgebieden van Zuid-Amerika woont, van Brazilië tot Venezuela. De meerderheid van deze mensen woont in dorpen, waar ze hun brood maken van cassaveknollen. Visvangst en jacht leveren de 'toespijs' en 'jus' op.

Aan de hand van sprekende voorbeelden over het vertalen van termen als Koninkrijk van God, hoop, zonde, vergeving en verlossing illustreert de schrijver dat het van belang is om bescheiden en waakzaam te blijven. Je zoekt naar wegen die Karaïbse ogen kunnen openen voor een God die de taal van hun hart spreekt. Voortdurende studie en gebed om een opmerkzaam hart zijn onmisbaar.

Voor een goed communicerende vertaling is het van groot belang te letten op een inhoudelijk juiste weergave. Maar niet minder belangrijk is het de juiste toon te treffen. Daarom schrijft Van der Ziel: „Zo heeft het vertaalwerk veel te maken met geduldig kloppen, met zoeken en vormgeven.” Het is de overtuiging van de schrijver dat God tot ons spreekt in een taal die verankerd is in de menselijke ervaring. Een vertaling moet daarom „de taal van het hart zijn.” Vooral voor abstracte begrippen zoals „gerechtigheid” moest soms een lange weg afgelegd worden om tot een verantwoorde keuze te komen.

Israëlitische bodem
Toch wilde de vertaler de bijbelse boodschap niet te veel losmaken van haar Israëlitische bodem. In dit streven vallen we hem bij. Het gaat tenslotte niet alleen om de betekenis van Gods openbaring, maar ook om de historiciteit ervan. De feitelijkheid van de heilsgeschiedenis blijft voor christenen van doorslaggevend belang.

Van der Ziel is erin geslaagd om op praktische wijze een beeld te schetsen van de haken en ogen aan het vertaalwerk. Het boekje is vlot leesbaar, vooral omdat de hoofdstukjes klein zijn en apart gelezen kunnen worden. Het is met recht een „ontmoeting”, die ons aanspoort om allen die op enigerlei wijze bij vertaalwerk betrokken zijn in onze gebeden te gedenken. Of het boekje zal leiden tot een missiologische bezinning op vragen die te maken hebben met de integratie in een andere cultuur –de zogeheten inculturatie–, daarover heb ik mijn twijfels. Hoewel ik graag zou zien dat dit onderwerp eens breed zou worden uitgemeten, denk ik dat deze publicatie daarvoor te fragmentarisch is.