Boekrecensie

Titel: Pastoraat voor iedereen
Auteur: Nynke Dijkstra-Algra

Uitgeverij: Boekencentrum
Zoetermeer, 2000
ISBN 90 239 0707 8
Pagina's: 103
Prijs: ƒ 21,50

Recensie door ds. M. Vlietstra - 17 januari 2001

Pastoraat voor iedereen

Pastoraat is geen zaak van predikanten en ouderlingen alleen. Ook gemeenteleden dienen zich te wijden aan herderlijke zorg. Nynke Dijkstra-Algra, werkzaam als toeruster pastoraat en gemeenteopbouw in de SoW-kerken in de provincie Utrecht, geeft een aantal praktische adviezen. Pastoraat voor iedereen.

De ”praktische adviezen voor de gemeente”, zoals de ondertitel van haar boek luidt, heeft de auteur in elf hoofdstukken uitgewerkt. Om er enkele te noemen: bijbelse achtergronden, visie op pastoraat, spreken in het pastoraat, luisteroefeningen, omgaan met kritiek op de kerk, omgaan met verschil in geloofsbeleving en geloofsvragen. Aan het slot van elk hoofdstuk staan enkele gespreksvragen. Tot slot zijn er nog drie bijlagen over de taak van de ouderling, bijbelgedeelten om te lezen en door te geven en de zegen in het pastoraat.

De titel ”Pastoraat voor iedereen” zegt het al: het boek gaat niet zozeer en zeker niet in de eerste plaats over het pastoraat zoals dat wordt beoefend door predikanten en ouderlingen, maar over de pastorale zorg die gemeenteleden voor elkaar dienen te hebben. „De leden der gemeente onderhouden de herderlijke zorg ten opzichte van elkander”, aldus de Hervormde Kerkorde van 1951.

Herder en schaap
Elke pastorale bezoeker kan zijn winst doen met de diverse praktische adviezen die in dit boek worden gegeven, bijvoorbeeld over het maken van een afspraak, de duur van een bezoek en vooral de onmisbare voorwaarde voor elk zinvol gesprek: luisteren naar de ander. Het gaat om praktische, waardevolle opmerkingen over hoe een gesprek kan verlopen. De voorbeelden zijn soms heel aansprekend.

Pastoraat voor iedereen. Voor iedereen! Dat is breed. In het eerste hoofdstuk schrijft de auteur dat de term ”pastoraat” is afgeleid van het woord ”pastor” dat ”herder!” betekent. Ze verwijst naar Psalm 23 en Johannes 10. En terecht. Maar daaruit volgt dat wie pastoraat beoefent de Herder moet kennen door een oprecht geloof. Hij of zij moet van Zijn grote kudde een schaapje zijn geworden en zal dan ook de stem van de Goede Herder hebben leren kennen en onderscheiden van de stem van de huurling (Johannes 10). Een zin als: „Een mens is schaap en herder tegelijk” (blz.14) komt zo algemeen over. Het schaap van de Goede Herder vangt Diens stem in de Bijbel op met het oor des geloofs. Wie dan ook pastoraal bezig is –hetzij in het bijzondere ambt of in het ambt der gelovigen– zal dit doen vanuit het Woord van God. Uiteraard zonder de ander „met teksten te bestoken” of de pijn „dicht te smeren met een vers” (blz. 66).

Mijns inziens is de schrijfster veel te terughoudend als het gaat om schriftlezing en gebed. Kortom: naast waardering heb ik toch ook bedenkingen.