Boekrecensie

Titel: De toekomst van het Jodendom
Redactie: Dick Houwaart

Uitgeverij: Kok
Kampen, 2000
ISBN 90 435 0232 4
Pagina's: 77
Prijs: ƒ 24.90

Recensie door dr. C. S. L. Janse - 3 januari 2001

Voor seculiere Joden is assimilatie een kwestie van tijd

Toekomst van het Jodendom

Heeft het Jodendom in Nederland nog toekomst? Dat was de vraag die begin vorig jaar centraal stond op de jubileumbijeenkomst van de Maatschappij tot Nut der Israëlieten. Onder de titel ”De toekomst van het Jodendom” zijn de inleidingen in boekvorm verschenen, aangevuld met een sfeertekening van het congres van de hand van Dick Houwaart.

Houwaart constateert dat het Joodse volksdeel de catastrofe van de oorlog nooit te boven gekomen is. Veel synagogen getuigen wel van een rijk verleden, maar zijn tegenwoordig in gebruik als herinneringscentrum of als culturele ontmoetingsplaats. Toch is er in bepaalde plaatsen, zowel bij het Nederlands Israëlietisch Kerkgenootschap als bij de Liberaal Joodse Gemeenschap, sprake van een opgewekt gemeenteleven. Daarnaast is er een groeiende groep seculiere Joden.

De vroegere socialistische staatssecretaris Jacques Wallage, thans burgemeester van Groningen, stelde op de bijeenkomst de toekomst van dat seculiere Jodendom aan de orde. Zijn ouders waren niet religieus, maar voelden zich volledig betrokken bij de kleine Joodse gemeenschap in Groningen. Zelf voelt hij zich ook Jood. Tegelijkertijd beseft hij (getrouwd met een niet-Joodse vrouw) dat voor volgende generaties die Joodse identiteit iets kunstmatigs wordt. „Dat is de onvermijdelijke consequentie van bewustzijn dat zijn bron in het verleden vindt zonder dat uit die bron wordt geput voor het leven van alledag.”

Traditionele basis
In feite sluit de orthodoxe rabbijn Van de Kamp zich op dit punt bij hem aan. Hij beklemtoont dat de Joodse gemeenschap in Nederland slechts garanties voor de toekomst heeft wanneer aan die toekomst invulling gegeven wordt op traditioneel religieuze basis. Voor het vrijzinnige en seculiere Jodendom ziet hij die toekomst niet. Ook al hebben die stromingen thans getalsmatig verre de overhand, alleen het orthodoxe Jodendom (de groepering rond het Cheider) hoeft zich volgens hem geen zorgen te maken over zijn toekomst.

Dat klinkt erg arrogant. Van de Kamp geeft dat zelf toe. Toch zou hij met zijn arrogant klinkende stelling wel eens gelijk kunnen hebben. Een kleine minderheidsgroep houdt alleen het hoofd boven water als zij zich sterk van haar eigen identiteit bewust is en duidelijk het verschil beseft met de dominante cultuur. Dat laatste betekent onder meer een barrière voor gemengde huwelijken, die nu eenmaal funest zijn voor het voortbestaan van culturele minderheidsgroepen.

In christelijke kring zie je soortgelijke verschijnselen. Orthodoxe groepen die de grenzen scherp trekken en de lijnen strak houden, weten over het geheel genomen effectiever weerstand te bieden aan allerlei assimilatietendensen dan christelijke groeperingen die een grote openheid naar de wereld vertonen.

Uiteraard zegt dat afwijzen van de moderne cultuur nog niets over wat ik dan maar noem de intrinsieke waarde van de desbetreffende levensbeschouwing. Zeker ten aanzien van het orthodoxe Jodendom, met zijn vele wetten en regels, geldt het bijbelwoord „tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen die geboden zijn der mensen.”