Boekrecensie

Titel: Oriëntatie en evaluatie. Theologische bezinning op nieuwe uitdagingen
Redactie: dr. R. Seldenrijk

Uitgeverij: Den Hertog
Houten, 2000
ISBN 90 331 1520 4
Pagina's: 333
Prijs: ƒ 49,90

Recensie door dr. W. H. Velema - 19 december 2000

CGO-jubileumbundel biedt oriëntatie op vakken uit E-cursus

Bezinnen na 25
jaar godsdienstlessen

De Cursus Godsdienst Onderwijs van de Gereformeerde Gemeenten bestaat 25 jaar. Ter gelegenheid daarvan verschijnt een jubileumbundel. De docenten hebben een overzicht gegeven van de vakken die in de E-cursus worden gedoceerd. Ds. A. F. Honkoop is deze 25 jaar voorzitter geweest. Hij schreef het woord vooraf en nam daarmee tegelijk afscheid als voorzitter.

Hoewel het niet uitdrukkelijk wordt vermeld, neem ik aan dat de dertien scribenten die de zestien hoofdstukken hebben verzorgd, allen als docent bij deze cursus betrokken zijn. In dat licht is dit boek van meer dan 300 bladzijden een presentatie van hetgeen de cursus na 25 jaar biedt. Het is een waardige en te waarderen presentatie.

Op de achterzijde van dit mooi gebonden boek wordt gesproken over het eigen en zelfs unieke karakter van dit boek. Het gaat om een theologische oriëntatie en evaluatie, om een apologetische bezinning op nieuwe uitdagingen, zo lezen we.

De auteurs van de diverse hoofdstukken zijn (zonder hun titulatuur): B. van Ojen, Chr. Fahner, A. Moerkerken, C. J. Meeuse, R. Seldenrijk, C. S. L. Janse, P. C. Oele, B. S. van Groningen, D. Vogelaar, C. J. van der Beek, W. Silfhout, J. H. Mauritz en J. van Mourik.

De lezer ziet wat er zo allemaal aan de orde komt en door wie het vak behandeld wordt. Het is een kloek boek geworden. Echt een stevig boek voor gebruik op deze cursus en ook in ander verband, en door belangstellenden.

Graafland
Veel waardering heb ik voor de inhoud, al zijn de hoofdstukken nogal verschillend opgezet. Bij zo'n grote hoeveelheid stof is het onmogelijk om heel het vakgebied te bespreken. De meeste scribenten hebben enkele hoofdthema's uit hun onderwerp gekozen ter verdere behandeling.

Wat de aanpak van de stof betreft is er dus geen uniformiteit. Ik wil dit niet als een nadeel noemen. Bij zo'n groot veld van onderzoek is het ondoenlijk elk hoofdstuk dezelfde structuur te geven.

Inderdaad, het boek biedt oriëntatie. Dat wil zeggen: elke scribent vertelt wat er op zijn vakgebied met betrekking tot het besproken onderwerp aan de hand is. Waar voor de lezer (en de cursist) de knelpunten liggen en hoe daarop vanuit klassiek gereformeerd standpunt kan worden ingegaan.

Iedere auteur gaat op zijn eigen wijze tewerk. Voor onderscheiden bijdragen betekent dat een kennismaking met wat er zoal op het vakgebied aan de orde komt. Inderdaad: een oriëntatie. Het is dan niet mogelijk om naar de diepte af te steken. Met name bij de behandeling van Oude en Nieuwe Testament zou het mij welkom zijn geweest als dieper was ingegaan op wat genoemd wordt „de theologie van het Oude en Nieuwe Testament.” De termen worden gebruikt. De zaken komen slechts terloops ter sprake. Ik neem dit de auteurs niet kwalijk. Zij geven in hun bijdrage veel informatie over het vakgebied. Ik noem het alleen om de lezer te doen weten wat hij wel en niet verwachten kan.

Het schriftvraagstuk is essentieel voor de dogmatiek. Het is mij toch wat te beperkt om alleen dat thema onder dit hoofdstuk te behandelen. In het licht van de hedendaagse discussies zou ik behoefte aan iets meer hebben gehad. Tegelijk zeg ik: De schrijvers moesten een keuze doen. In het hoofdstuk over kerk en confessie komt de naam Graafland niet voor. Ik neem aan dat de schrijver zich in diens positie niet kan vinden. Maar een stevig, apologetisch opgezet antwoord zou het boek verrijkt hebben.

De stof van hoofdstuk 15, ”Over het gesprek in pastoraat en apologetiek”, zou eigenlijk een onderdeel van het slothoofdstuk, ”Praktische theologie”, moeten zijn. Het pastorale gesprek wordt ook daar besproken.

Apologetisch
Het slothoofdstuk draagt een geheel eigen karakter. Het is een doorlichting van minstens drie publicaties van prof. G. Heitink op het gebied van de praktische theologie. Ik vind het een knappe samenvatting en typering van Heitinks positie. Ook dan kun je zeggen: Er is meer. Maar elke scribent moet zich beperken.

Het meest heeft mij het hoofdstuk over ethiek aangesproken. Dat biedt een voortreffelijke inleiding in het vakgebied, met volstrekt eigen bewoordingen en inzichten, toegepast op de praktijk.

Elk hoofdstuk is voorzien van noten. Aan het einde van elk hoofdstuk treffen we een in kleine letter gedrukte literatuurlijst aan, onder de titel bronvermelding. Ik vind het interessant dat ook van eigen materiaal gebruik is gemaakt. Een aantal titels was mij onbekend. Ik heb ze graag gevoegd bij de lijst die ik voor mijn eigen werk bijhoud, of bij de boeken die ik mezelf aanschaf. Het heeft me getroffen dat ik bij de bronvermelding in geen enkel hoofdstuk het magnum opus van professor Van Genderen, ”Beknopte Gereformeerde Dogmatiek”, vermeld vond. Ligt dit werk buiten het gezichtsveld van de CGO en haar docenten?

Ten slotte de vraag: Biedt dit boek wat op de achterflap wordt gepretendeerd: een apologetische bezinning? Het antwoord hangt af van wat men onder apologetisch verstaat. Als daarmee bedoeld wordt: vanuit een klassieke positie de dwalingen van onze tijd signaleren en weerleggen, dan zeg ik ja. Als ermee bedoeld wordt: op een eigentijdse manier in gesprek gaan met de besprokenen, om het vakgebied verder te brengen, dan zou mijn ja voor enkele hoofdstukken van kracht zijn. Gezien deze typering op de achterflap zou het goed geweest zijn om een hoofdstuk over apologetiek aan het begin te plaatsen. Dit zou dan tevens kunnen dienen als een methodische handreiking voor de scribenten.

Ik heb met dr. Seldenrijk als eindredacteur in ander verband te maken gehad. Ik herken in het eindproduct zijn redactionele hand, bijvoorbeeld de onderstreping van enkele woorden of een korte zin, in elke alinea. Een goed hulpmiddel om te weten wat de kern van de alinea is. Hij heeft er, zo meen ik te mogen zeggen, voor gezorgd dat dit boek een voortreffelijke presentatie is geworden van wat in de CGO-E wordt geboden. Mijn waardering is groot, al is zij niet zonder beperkingen.