Boekrecensie

Titel: Kernteksten uit de gelijkenissen (serie Schriftwerk; handreiking voor persoonlijke meditatie en gemeenschappelijke Bijbelstudie)
Auteur: drs. B. Oosterom

Uitgeverij: De Groot Goudriaan
Kampen, 2000
ISBN 90 6140 727 3
Pagina's: 96
Prijs: ƒ 15,75

Recensie door ds. C. den Boer - 25 oktober 2000

Gedegen schriftwerk bij
de zeven gelijkenissen

In gelijkenissen wil Jezus de diepe geheimen van het Evangelie zo dicht mogelijk bij de mensen brengen. Ze zijn onthullend. Tegelijk zijn die gelijkenissen ook verhullend. Ze bevatten verborgenheden die alleen recht te verstaan zijn door iemand die in het geloof aan Jezus verbonden is. Zonder die levende band aan de Heere Jezus associeert men de beeldspraak verkeerd. Ds. B. Oosterom legt ons de zeven gelijkenissen uit Matthéüs 13 uit.

In het boekje ”Zeven koninkrijksgelijkenissen” (uit de serie Schriftwerk) wordt in kort bestek gedegen 'Schriftwerk' geboden. Ds. Oosterom (hervormd predikant te Oudewater) verstaat de kunst om de boodschap van deze gelijkenissen dicht bij ons te brengen. Hij geeft leerzame informatie met betrekking tot de opgeroepen beelden en pakkende voorbeelden uit zijn persoonlijk leven. Dit is in één woord: glashelder. En wat mij treft: het is gericht op het hart en tegelijk betrokken op het volle, vaak zo gejaagde dagelijks leven.

De gespreksvragen aan het slot van elk hoofdstukje (met hier en daar ook aanzetten tot de rechte antwoorden) geven de gebruiker volop gelegenheid om ermee tot zichzelf in te keren.

Parel
De uitleg die de schrijver geeft van de gelijkenis van de parel van grote waarde is origineel, maar wel anders dan de gebruikelijke. Deze gelijkenis lijkt als twee druppels water op die van de schat in de akker. En toch is er verschil. In de eerste is er sprake van vinden na zoeken; in de tweede van vinden zonder voorafgaand zoeken. Daarmee zien we twee manieren waarop het kan toegaan in het Koninkrijk van God. Ds. Oosterom ziet echter in de paarlenkoopman het koninkrijk van God (Christus), Die alles wat Hij bezit, prijsgeeft om zondaren/ zondaressen (parels) te zoeken.

Maar, zou ik willen vragen, gaat het in deze gelijkenis om parels in het algemeen, of gaat het hier om die ene kostbare parel die uitblinkt boven alle andere parels? En ligt het dan niet meer voor de hand om in die koopman de mens te zien die op zoek is naar kostbaarheden en bij het zien van de Parel van grote waarde (Christus) alles prijsgeeft om die te bezitten? „Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan…” betekent dan: „Het gaat er in het Koninkrijk der hemelen aan toe als met iemand die…”

Oneffen
Nog enkele kleine oneffenheden (bij een herdruk wellicht recht te trekken). In Lukas 6 komt natuurlijk wél dezelfde Bergrede ter sprake als in Matthéüs 5. Jezus heeft die uitgesproken op een „vlakke plaats”, dat is: op een bergplateau. Ten slotte: De overgang van blz. 16 naar blz. 17 verloopt niet goed. Is hier een regel weggevallen?

Voor het overige wil ik graag op dit 'gulden boekske' van Oosterom van toepassing achten wat hij ergens van Luther schrijft: „Er moet zo gepreekt worden, dat de kinderen die aan het knikkeren zijn, het kunnen begrijpen.” Verrukkelijk om zo met gelijkenissen bezig te zijn.