Boekrecensie

Titel: Ik heb nog andere schapen
Auteur: J. van 't Hul

Uitgeverij: deputaatschap evangelisatie Gereformeerde Gemeenten
Woerden, 2000
Pagina's: 105
Prijs: ƒ 24,95

Recensie door H. Bor - 16 augustus 2000

Deputaatschap geeft boekje uit over zes evangelisatieposten

„Gooi het Woord er maar in”

Het deputaatschap voor evangelisatie van de Gereformeerde Gemeenten geeft een boekje uit over het werk op haar evangelisatieposten, vijf posten in Nederland en één in België. Het boekje heeft als titel ”Ik heb nog andere schapen” (uit Johannes 10). Vanuit deze titel wordt duidelijk het doel weergegeven van evangelisatie, de bijbelse opdracht om dit werk ter hand te nemen. De Heere heeft geboden om te zaaien. Het zaad is goed, het zaad is Gods Woord. De Heere zal met Zijn Woord doen wat Hem behaagt.

Het boekje, geschreven door J. van 't Hul, bevat zes hoofdstukken waarin de evangelisatieposten in alfabetische volgorde worden behandeld. De zes evangelisten die op de posten aan het werk zijn, komen daarin aan het woord. In het kort wordt beschreven hoe elke post is ontstaan en welke belangrijke gebeurtenissen er plaatsvonden zoals kerkbouw, verbouwing enzovoorts.

Ieder hoofdstuk wordt ingeleid met een korte levensloop (met foto) van de evangelist die op de bewuste evangelisatiepost werkzaam is. Elke evangelist vertelt op zijn eigen manier van zijn werk. Wie de evangelisten van de Gereformeerde Gemeenten persoonlijk kent, hoort het hen allemaal zeggen. Evangelist L. Versteeg zegt over zijn werkterrein in Noord-Holland dat er wonderen gebeuren. Duidelijk blijkt dat niemand op evangelisatie zit te wachten. „De wereld leeft voor sport en spel, voor vakantie en voor plezier en dan, stel je voor, dan staat er plotseling iemand in een donker pak op de stoep, die wil iets vertellen over dood en eeuwigheid. Wie zit daar nu op te wachten, je bederft toch het spel.”

Ds. Van Reenen
Evangelist G. Baan, die in Amsterdam werkt: „We hebben een rijke boodschap voor gevallen adamskinderen.” Op de vraag of iemand mag evangeliseren die zelf dat geloof niet heeft, antwoordt Baan treffend met een gezegde van ds. G. van Reenen: „Ook al giert het ongeloof door je keel, spreek toch goed van God.” „Gooi het Woord er maar in, werk zat hier in Amsterdam.”

Ook in Emmen, waar evangelist C. van Drunen werkzaam is, is de nood groot. „Alles is hier te vinden, maar kerkgang is in Emmen een gepasseerd station. De boodschap moet gebracht worden. De dood in Adam en het leven in Christus.” Hij vertelt van het straatwerk en over gesprekken met criminelen.

Evangelist G. van de Breevaart meldt dat het koel is in het noorden. Het wel en wee van de post in Leeuwarden komt aan de orde. In het kerkje van de Zevende-Dags Adventisten wordt elke zondag het Woord gebracht. Daar wordt gebouwd aan Gods kerk, waarvan Christus het fundament is.

Evangelist Joh. Witte uit Merksem, de oudste post van de Gereformeerde Gemeenten, zegt: „Heel Merksem kan zalig worden! Preken een moeilijk werk? Niks daarvan, lief werk. Dat is het. Het wordt moeilijk, ja onmogelijk werk, wanneer je het zelf moet doen.” Aan de Oude Bareellei wordt zondags het woord van vrije genade gepredikt.

Evangelist H. J. van den Boogaart in Tilburg is in zijn element op straat. Hij heeft een grote gemeente, zegt hij: 192.000 zielen (inwoners van Tilburg). „Evangeliseren is het woord doorgeven aan hen die ervan vervreemd zijn, maar wij zijn beperkt. Ik voel me soms als een boer, die het zaad uitwerpt op de akker.”

Methode
Met belangstelling heb ik dit boekje gelezen. Ieder hoofdstuk is boeiend en uitvoerig geïllustreerd. Wat mij zeer weldadig aandoet, is dat iedere evangelist op zijn eigen manier werkt en dat ze toch allemaal op hetzelfde aanbeeld slaan. Dikwijls komt de vraag naar ons toe: Hoe moeten we evangeliseren? Als evangelist voel je je als een soort commandosoldaat in vijandelijk gebied. Je zoekt steeds naar methodes om het Woord kwijt te kunnen. Er is uiteindelijk maar één methode en dat is de verkondiging van het Woord. Het Woord moet het doen. „Gooi het er maar in, dan mag je wonderen verwachten.”

Het boekje is levendig geschreven door J. van 't Hul. Ik denk aan het hoofdstuk waarin hij de vergelijking trekt met de scheve toren van de Oldehove in Leeuwarden. Deze toren staat niet op het goede fundament. „Bij het evangeliseren gaat het erom dat we een goed fundament hebben”, zegt evangelist Van de Breevaart. „Christus is het fundament, Hij is de rotssteen van ons heil, onwrikbaar en rotsvast.”

We hopen en bidden dat de Heere dit werkje wil zegenen opdat men zal zien hoe belangrijk evangeliseren is in een wereld die naar het einde gaat.