Boekrecensie

Titel: Wat is het doel van mijn leven?
Auteur: ds. D. J. Budding

Uitgeverij: Den Hertog
Houten, 2000
ISBN 90 331 1440 2
Pagina's: 134
Prijs: ƒ 24,90

Recensie door ds. B. van der Heiden - 28 juni 2000

Ds. Budding over
vragen van jongeren

In een wereld die zich bezighoudt met de vraag naar brood en spelen, staat ook een kerk. Een gemeente des Heeren waarin jongeren leven. Veel komt op hen af. Hoe blijven ze in deze turbulente tijd staande? Ook zij zijn het doel waartoe God hen schiep door de zonde kwijtgeraakt. Na de val in het paradijs zijn we allemaal doelmissers. Door de zonde is de mens niet meer in staat God zijn Schepper recht te kennen, Hem van harte lief te hebben en met Hem in de eeuwige zaligheid te leven. Over de vragen die zich hierbij aandienen, schreef ds. D. J. Budding het boek ”Wat is het doel van mijn leven?”

De schrijver richt zich in de eerste plaats tot jongeren. Onderwerpen als de betekenis en waarde van het verbond en de doop, de preek, de christelijke opvoeding, de catechisatie, het doen van openbare belijdenis des geloofs, de verhouding tot het Heilig Avondmaal komen uitvoerig aan de orde. Maar ook vragen over het levenseinde, de oordeelsdag, de hemel en de hel worden indringend en met ernst behandeld.

Vooral in het laatste gedeelte, waarin deze zaken aan de orde komen, is de toon waarschuwend: „Als God iets laat zien van de oneindige verschrikking van jouw zonde, ja dan en dan alleen vind jij de zonde erger dan de straf. Dan verlies je ook alle recht op de zaligheid. Dan besef je er iets van dat jij met de hele wereld voor God verdoemelijk bent”. Hier zien we de schrijver in het hart.

Waarom
Het boekje begint met de indringende vraag: Waarom leef ik eigenlijk? Met deze vraag is de gesprekspartner van de schrijver getekend, maar ook de sfeer van dit boekje aangegeven. Dogmatische begrippen zijn zoveel mogelijk achterwege gebleven. Als het bijvoorbeeld gaat over de vraag wie kinderen van het verbond zijn, lezen we niet de term ”tweeërlei kinderen des verbonds”, hoewel de schrijver daar mijns inziens wel van uitgaat: „Ja, dat zijn uiteindelijk de echte kinderen van het verbond. Degenen die geloven. Degenen die Gods verbond en woorden als hun schatten gadeslaan. Degenen die worstelen met de Heere om de zegen en Hem niet meer kunnen loslaten.”

De schrijver is met jongeren in gesprek die met levensvragen bezet zijn. Helaas kan dat van vele jongeren die van zondag tot zondag onder het Woord verkeren, niet gezegd worden. Zij stellen dezelfde vragen als de wereld. De waarde van hun ziel weegt niet. Om de zaligheid bekommeren ze zich niet. „Een pestwalm van zonde hangt er boven deze door onze vervloekte aarde, die ten ondergang is gedoemd. Daar doe jij ook aan mee.”

Gesprek
Toch komt soms de vraag in mij op of de schrijver deze (grote) groep jongeren al schrijvende niet wat uit het oog verliest. Het gesprek lijkt vooral plaats te hebben met hen die Gods genade kennen. „Wat is het een wonder van genade als je oog voor Hem open gaat. Als je door het geloof beleeft, dat Hij ook jouw zonde droeg en wegdroeg. Dan vloeit Gods genade, Gods liefde en vrede, rijk en vrij in je hart.”

Met belangstelling heb ik van dit boekje, dat eenvoudig van opzet is en tot lezen uitnodigt, kennis genomen. Onze jongeren hebben leiding en bijbelse antwoorden nodig. De schrijver reikt veel aan.